v v -1r
KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
2002-XXVIII-2
St 56-67 N-S velocity (m/s)
500 -
- S-0.15
1000-
o.m-
E 1500
0) 2000-
O
2500 -
3000 -
100 150 200
Distance (km)
het Afrikaanse continent is de stroming relatief gering en bo-
vendien veranderlijk; er is in ieder geval geen Sterke zuidgaan-
de stroming waarneembaar. Deze figuur laat ook duidelijk zien
dat er op grote diepte, tegen de helling van het Afrikaanse con
tinent, een noordgaande stroming is waargenomen. Uit de ei-
genschappen van het water op die locaties (zoals zoutgehalte
en concentratie nutrienten) kon worden herleid dat deze stro
ming op grote diepte, met een kern op zo'n 2500 meter, nadw
is, afkomstig uit de Noord-Atlantische Oceaan. Het hoge
zoutgehalte en de läge concentratie nutrienten bewijzen dat dit
water ooit, lang geleden, is afgezonken nabij de noordpool en
vervolgens via de Atlantische Oceaan naar dit gebied is ge-
stroomd. Het vormt dan ook een (nog niet eerder aangetoond)
onderdeel van de mondiale thc (zie inleiding).
Op deze meetraai werden ook drifters uitgezet die meebewe-
gen met de stroming aan het oppervlak en een aantal malen
per dag hun positie via satellieten doorgeven. De baan van
deze laat heel duidelijk zien dat er inderdaad sprake is van een
grote wervel. Bovendien laten de drifters duidelijk zien dat
deze wervels in z'n geheel langzaam naar het zuiden migreren,
vergelijkbaar met de verplaatsing van hoge- en lagedrukgebie-
den in de atmosfeer. (Aanvullend onderzoek heeft inmiddels
aangetoond dat deze wervels ook van belang zijn voor de uit-
wisseling van water tussen de Indische en Atlantische Oceaan.)
De metingen op de andere oost-west raaien in het Kanaal laten
vergelijkbare resultaten zien: er is geen zuidwaarts gerichte
stroming vlak längs het Afrikaanse content en op die plaatsen
waar de satellietgegevens de positie van een linksom draaiende
wervel voorspellen blijkt inderdaad een Sterke stroming aanwe-
zig te zijn die samenhangt met een dergelijke wervel. Boven
dien wordt op meerdere plaatsen op grote diepte een noord
gaande stroming van Noord-Atlantisch water gevonden.
Deze resultaten geven al een duidelijk antwoord op de vraag
hoe het stromingsveld in het Kanaal van Mozambique er uit-
ziet. Echter, of deze momentopname karakteristiek is voor een
längere periode, kan alleen worden bepaald door de stroming
over een längere tijd continu te meten.
Om dit te bepalen worden aan het eind van deze eerste vaar-
tocht stroommeters uitgezet in het nauwste gedeelte van het
Kanaal (figuur 3). Deze stroommeters hebben tot het najaar
van 2001 op deze plaats de Stromingen gemeten en zijn recent
met een Engels onderzoeksschip definitief uit het water ge-
haald. In grote lijnen bevestigen de metingen de resultaten van
Figuur 2. Snelheid als
functie van de diepte
Längs de meetraai op
24 Zuid. Negatieve
waarden geven de
snelheid in zuidelijke
richting aan, positieve
(en gearceerde) waar
den de snelheid in
noordelijke richting.
de eerste vaartocht. In het nauwste ge
deelte van het Kanaal blijken regelmatig
grote wervels te ontstaan die vervolgens
langzaam zuidwaarts migreren. Dit is
ook duidelijk te zien in figuur 4 die als
functie van de tijd (in dagen) de gemeten
stroming aan de westelijke (verankering
acso6) en oostelijke zijde verankering
ACS08) van het centrum van het Kanaal
laat zien. Een aantal keren per jaar is er
aan de westkant een Sterke zuidwaartse
stroming die vervolgens langzaam draait
naar een oostwaartse stroming. Een aan
tal dagen nadat er een Sterke zuidwaartse
stroming aan de westkant van het Ka
naal optreedt ontstaat er een Sterke
noordwaartse stroming aan de oostkant
van het Kanaal, gevolgd door een draai-
ing in oostelijke richting. Een dergelijk
stromingsbeeld past bij het ontstaan van
een grote linksomdraaiende wervel die
vervolgens langzaam zuidwaarts mi-
greert.
Figuur 4 laat overigens ook zien dat de
metingen aan de westzijde van het ka
naal tot begin 2002 doorgaan terwijl die
aan de oostzijde eindigen in november
2001. De verankering aan de oostzijde
bleek tijdens het ophalen in november
2001 onvindbaar. Gelukkig verscheen
deze verankering in januari 2002 plotse-
ling toch aan het zeeoppervlak nadat, zo
bleek achteraf, de verankeringskabel vlak
boven het ankergewicht was gebroken.
De positie van de drijvende verankering
werd vervolgens via satellieten doorgege-
ven (er is een zender op de top van elke
verankering die begint te werken zodra
er zonlicht bijkomt). Een 'bergingsope-
ratie' werd in gang gezet en met behulp
van een schip van de Mozambiquaanse
overheid werd de verankering ongeveer
anderhalve week later uit het water ge-
haald. Gedurende deze week fungeerde
de verankering als een soort 'drijverme-
ting'. In figuur 3 is het traject van de
drijvende verankering getekend. Dit laat
heel duidelijk zien dat de baan van de
verankering cirkelvormig is en wederom
aantoont dat er grote, linksomdraaiende,
wervels in het gebied aanwezig zijn.
Concluderend hebben de metingen aan
getoond dat de Stromingen in het Ka
naal van Mozambique niet gedomineerd
worden door een continue zuidgaande
stroming längs het Afrikaanse continent,
zoals atlassen en zeekaarten suggereren,
maar door langzaam zuidwaarts migre-
rende wervels. Binnen deze wervels is er
sprake van een relatief Sterke, linksom
draaiende, stroming.
Overigens zijn deze resultaten niet in te-
genspraak met de historische metingen
die op basis van scheepswaarnemingen
30