KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT 2002-XXVIII-2 Bezienswaardigheden Ook de bezienswaardigheden die op de kaart waren opgeno- men, zijn opnieuw tegen het licht gehouden. Uitgangspunt bij de nieuwe selectie was, dat bezienswaardigheden moeten wor den opgenomen wanneer de bezienswaardigheid van dien aard is dat je bij het rijden van je route bereid bent ervoor om te rij- den of wanneer een bezienswaardigheid de reis op zieh waard is. Deze selectiecriteria zijn vertaald in twee categorieen be zienswaardigheden: 'bezienswaardig' en 'zeer bezienswaardig'. Zowel voor culturele als voor natuurlijke bezienswaardigheden is deze onderverdeling gemaakt. Reliefaanduiding Op de oude routekaarten was geen enkele aanduiding opgeno men van het soort landschap waar de route door leidt. Alleen met een behoorlijke geografische kennis kon men weten of men door een heuvelachtig of lastig bergachtig gebied dan wel door een vlak landschap reed. Toch kan deze informatie zeker van nut zijn. Sommige Chauffeurs houden niet van het rijden door bergachtig terrein, zeker niet wanneer de route noodge- dwongen over de wat kleinere wegen zou leiden. Anderen zou- den hun route misschien juist vanwege de aantrekkelijkheid van het landschap door bergachtig of heuvelachtig terrein wil len plannen. Of zij kiezen de schoonheid van de rivierdalen met al dan niet steile oevers. Om ook deze gebruikers tegemoet te komen is reliefinformatie opgenomen. Uitgangspunt daarbij was om het karakter van het relief in de verschillende landen zo juist mogelijk weer te geven. Daarom zijn de klassengren- zen niet voor elke kaart hetzelfde gekozen en zijn alleen de re- latieve verschallen aangegeven. Een bepaalde hoogtezone op de ene kaart komt in absolute hoogte dus niet per definitie over- een met dezelfde kleur op een andere kaart. Omdat informatie over hoogteverschillen nu voor de hele kaart is opgenomen, is ervoor gekozen om de absolute hoogtes van plaatsen niet weer te geven. De gebruiker kan nu aan de hoogtezones zien op welke (relatieve) hoogte een bepaalde plaats ligt. Het weergeven van absolute hoogtes lijkt hoe dan ook niet erg relevant, omdat de gemiddelde gebruiker daar weinig mee doet. Alleen in het geval van wintersportplaatsen is het vermelden van de absolute hoogte relevant. Bij winter sportplaatsen zijn deze dan ook wel aangegeven. Vormgeving, de uitgangspunten Zoals gezegd bestond het oude kaartbeeld al geruime djd. In de loop van de jaren was daar nauwelijks iets aan veranderd. Het oude kaartbeeld was ongetwijfeld goed op het beoogde gebruik van de kaart afgestemd. Het kaartbeeld was met opzet zo een- voudig mogelijk gehouden om ervoor te zorgen dat in een oog- opslag de hoofdwegen en de gewenste route konden worden af- gelezen. De Symbolen en teksten waren zo ontwikkeld dat ze ook door oudere mensen nog goed te lezen waren en door de over- zichtelijkheid van de kaart was hij ook 's avonds bij weinig licht nog relatief goed bruikbaar. Bovendien was de waardering van de leden voor de routekaarten onveranderlijk hoog. Vanwaar dan eigenlijk de wens om de vormgeving van de kaart te veranderen? Nieuwe tijden creeren nieuwe wensen en stellen nieuwe eisen. Alhoewel het oude kaartbeeld zeker goed aan het doel beant- woordde, was het kleurgebruik minimaal en kon aan de aan trekkelijkheid van de teksten en Symbolen wel het een en an der gedaan worden. De behoefte bestond om het kaartbeeld te moderniseren. De technische mogelijkheden die nu geboden worden, maak- ten het bovendien mogelijk om net zolang te experimenteren met de vormgeving van de kaart tot een modern kaartbeeld zou ontstaan waarbij het doel van de routekaarten volledig overeind bleef. Bij het bepalen van de nieuwe vormgeving is een aantal uit gangspunten opgesteld: Het kaartbeeld moest aantrekkelijker worden dan het tot dan toe geweest was. De overtuiging bestond dat een moderner kaartbeeld met een aantrekkelijke uitstraling het gebruiksple- zier zou verhogen en daardoor automatisch ook her gebruik van de kaart zou verbeteren, efficienter zou worden. Boven dien hoort een modern kaartbeeld bij de eisen van deze tijd. Er moest sprake zijn van een duidelijke visuele hierarchie, als uitvloeisel van de aanwezige informatie-hierarchie, met andere woorden de voor het gebruik van de kaart belangrijkste infor matie moest ook het meest opvallen. De belangrijkste informatie op de routekaarten is ongetwijfeld de wegen. De wegenstruetuur moet in de visuele hierarchie bovenaan staan. Binnen deze wegenstruetuur is ook weer spra ke van een duidelijke volgorde. Het net van autosnelwegen en hoofdwegen is zo belangrijk dat het er direct uit moet sprin gen. De extra wegencategorieen in de bestemmingsgebieden zitten daar pas ver achter en mögen de bovenliggende struc- tuur niet verstoren. Dat is in een gewone wegenkaart al zo, maar geldt voor de routekaarten nog veel sterker. Volgende groep in de rangorde is de informatie die aan de we gen gerelateerd is, informatie als kilometerafstanden, wegnum- mers, afritten, tankstations enz. Daarna volgt de toeristische informatie (als extraatje) en helemaal als laatste is de basistopo- graße van belang: deze moet uiteraard wel leesbaar zijn, maar pas in de achtergrond, als gidsbeeld. Tenslotte moest de informatie ook voor oudere gebruikers nog goed te lezen zijn. Ondanks het feit dat de nieuwe Symbolen misschien subtieler zouden worden dan de oude, zouden ze dus niet zo klein mögen worden dat ze voor oudere gebruikers siecht leesbaar zouden worden. De vormgeving in de praktijk Indien je relief wilt kunnen weergeven voor zeer uiteenlopende landschapstypes moet je over voldoende klassen kunnen be- schikken om de relevante verschillen in zowel laagland als hoogland te kunnen vangen. De te kiezen kleuren moeten pas sen binnen een beperkt bereik van kleursterkte omdat de on- dergrond niet de leesbaarheid van de andere dementen mag overheersen. De keuze voor onderling verschillende tinten is dan beperkt. Tintverschillen worden subtiele combinaties met verschillen van hooguit twee drie procent voor de proces- kleuren. Het gebruik van een vijfde drukgang zou weliswaar meer mogelijkheden opleveren, maar was niet aan de orde. Om het relief bij deze subtiele tinten toch wat meer diepgang te geven, is door Carto Studio voorgesteld om aan alle tint- vlakken een contourlijn mee te geven. Dit werkt in de praktijk goed, ook al zou na het eerste jaar blijken dat veel ANWB-leden, die als rechtgeaarde Nederlanders nog niet vertrouwd waren met reliefweergave, dit effect te sterk vonden. De Symbolen die voorheen in de kaarten waren gebruikt na- men relatief veel ruimte in beslag omdat ze ontwikkeld waren in een tijd dat de routekaarten nog vrij leeg waren en dus wat forser opgezette Symbolen konden dragen. Nu het kaartbeeld 35

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 2002 | | pagina 37