41
KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
2002-XXVIII-2
Huidige onderwijsaanbod
Propedeuse Excel Grafische Grammatica
(P3VDH)
Inleiding Statistiek (PSTAT)
Basis- Statistiek (BIVDH)
doctoraal Data analyse (B2VDH)
GIS Kartografie (B3VDH)
Bachelor-Master structuur*
Niveau I Data analyse
(Bachelor) Informatie Kaart Information
Maps
Tabel i. OncLerwijs met betrekking tot geo-in-
formatie bij Sociale Geografie en Planologie
aan de Universiteit Utrecht
(Bron: FRW, 2001 FRW, 2002).
Vervolg-
doctoraal
Niveau 2
(Bachelor)
Niveau 3
(Bachelor)
Regio Rapport
GIS analysis
ßijvakken
Kartografie (VBCAR)
Historische Kartografie (VBHCA)
Geo-informatiekunde (VBGIS)
Ruimtelijke Informatica (VBRIN)
Keuzevakken
Geografische informatie en
presentatie (V3RAP)
Geografische informatie en
bestanden (V3GIB)
Engelstalig
Mapping /Visualising environmental
information (KEMP)
Geographica! Information Systems
Master Geographica! Information
Management
D/t betraft het voorloptge aanbod. Het definitieve programma is op het moment van schrijven nag niet bekend.
Onderzoekmethodologie
•Visualisatie van geogegevens/
Cartography
Environmental mapping
Historische kartografie
Geo-data Verkenningen
Location Analysis GIS
Spatial Data Handling
Management and Spatial
Information Science
Applying GIS
•Advanced skills ArcGIS
Verder worden er op het derde niveau
nog vier Engelstalige cursussen op het
gebied van gis aangeboden. Bij Location
Analysis GIS wordt kennis gemaakt
met transportnetwerken en bijbehoren-
de Flowmap Software. In de cursus
Spatial Data Handling Management
and Spatial Information Science leert
men om te gaan met specifieke, com-
plexe databestanden. Twee opvolgers
van de huidige Engelstalige cursus
Geographical Information Systems zijn
Applying GIS, dat een projectgewijze toe-
passing van Gis-technologie inhoudt en
de Atcgis cursus Advanced skills ArcGIS.
Van het aantal inschrijvingen hangt af of
de cursussen 00k daadwerkelijk gegeven
zullen worden. Bovendien is het defini
tieve cursussenaanbod nog niet vastge-
steld op het moment van schrijven.
In samenwerking met het itc, de Tech
nische Universiteit Delft en de Wage
ningen University/Alterra wordt er aan
de Universiteit Utrecht gewerkt aan een
masteropleiding van anderhalf jaar. Fi-
guur 1 geeft een overzicht van het huidi
ge en toekomstige onderwijs in geo-
informatie aan de Universiteit Utrecht.
Samenwerking
Niet alleen bij kartografie aan de Uni
versiteit Utrecht Valien de studentenaan-
tallen tegen. Dit geldt eigenlijk voor alle
opleidingen op het gebied van de geo-
informatie, zowel op mbo-, hbo- als uni
versitär niveau. Binnen de vorig jaar op-
gerichte Blijdorp Groep steken docenten
geo-informatie vanuit verschillende vak-
gebieden op alle onderwijsniveaus de
koppen bij elkaar om te kijken op welke
manieren er gezamenlijk iets gedaan kan
worden aan deze problemen. Aangezien
er 00k mensen uit het bedrijfsleven aan-
sluiten bij dit overleg, blijkt wel dat er
veel vraag is naar mensen met een derge-
lijke opleiding. De vraag lijkt op dit mo
ment groter dan het aanbod. Van de af-
gestudeerde kartografiestudenten uit
Utrecht van de afgelopen jaren heeft dan
00k iedereen vrij snel een baan binnen
het vakgebied gevonden.
Om zoveel mogelijk Studenten te trek-
ken is het belangrijk om schoberen op
de middelbare school, of zelfs al op de
basisschool, enthousiast te maken voor ruimtelijke informatie.
Een prachtig initiatief op dit gebied is het onderwijsproject
De Internet@tlas Nederland (DIANE), een samenwerkingsver-
band van de Educatieve Faculteit Amsterdam, de Hogeschool
Holland en het Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig
Genootschap (knag). gis wordt gepromoot door de leerlingen
kaartvaardigheden bij te brengen, de echte wereld in het veld
te vergelijken met de representatie ervan in gis, aardrijkskunde
te profileren als 'doe-vak' en in groepjes samen te werken aan
een product: een kaart. Het lesmateriaal is bedoeld voor groep
7 en 8 van de basisschool en de eerste twee klassen van het
voortgezet onderwijs, waarbij er gewerkt wordt aan een onder-
zoeksproject in de eigen omgeving [diane, 2002].
Een andere manier om het vak te promoten is door middel
van zogenoemde relatiebeheerders. Dit zijn mensen uit het be
drijfsleven die de communicatie met middelbare Scholen ver-
zorgen. De opleiding Geodesie Geo-informatica van de Ho
geschool van Utrecht is vorig jaar met een dergelijke persoonlij-
ke aanpak gestart [Hogeschool van Utrecht, 2001]. Het zou
ideaal zijn als meerdere opleidingen zieh hierbij aan kunnen
sluiten en de relatiebeheerder dus zowel het totale opleidingen-
aanbod als het bedrijfsleven vertegenwoordigt.
Aan de Studenten van Sociale Geografie en Planologie is ge-
vraagd wat hen aanspreekt. Zo blijken termen als 'geo', 'infor
matie' en 'data' nog altijd te worden geassocieerd met 'moei-
lijk', 'technisch' en 'computernerds'. Bij het aanbieden van de
cursussen moet de aandacht veel meer gelegd worden op de
creatieve kant van het vak en het werken aan een product.
Kaarten en atlassen spreken de Studenten namelijk wel erg aan.
Voor de meeste geografiestudenten geldt dat ze van jongs af
aan al gek waren van kaarten en met hun neus in de atlassen
zaten. Daarnaast moet het de Studenten duidelijk gemaakt
worden dat er vraag naar is. Via bedrijvendagen en de reeds
genoemde relatiebeheerders moet dit mogelijk zijn.
Er moet bij de werving van Studenten dus gekeken worden naar
de leefwereld van de potentiele Studenten. Zo is het van belang