KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
len ook afbeeldingen via de site op te vragen. Ook antiquaria-
ten die in oude kaarten handelen presenteren vaak afbeeldin
gen van hun kaarten op internet. Daarnaast is er op het gebied
van de historische kartografie veel informatie over kaarten te
vinden. Een aantal historisch-kartograßsche tijdschriften biedt
bijvoorbeeld samenvattingen van artikelen, met afbeeldingen,
op internet aan. Zo'n anderhalf jaar geleden is het tijdschrift
Caert-Thresoor begonnen met de rubriek la Carte', waarbij
internetsites met betrekking tot de historische kartografie van
Nederland behandeld worden [Heere Storms, 2000-2002]
Een schitterend voorbeeld van oude kaarten op internet is te
vinden op de site van de Library of Congress, de nationale
bibliotheek van de Verenigde Staten (figuur 2). Een zeer uitge-
breide kaartencollectie is te bekijken op deze site. Het pro-
bleem van de bestandsgrootte lijkt hier nauwelijks een rol te
speien. Er kan zeer ver op de afbeelding ingezoomd worden
zonder dat de kaart onscherp wordt, doordat er gebruik ge-
maakt is van speciale compressietechnieken. De mogelijkheid
tot ver inzoomen gaat bovendien gepaard met een redelijk hoge
snelheid. De afbeeldingen kunnen in MrsiD-formaat gedown-
load worden. AI met al is deze site een van de beste voorbeel-
den van hoe kaartmateriaal op internet ontsloten kan worden.
Ook onze eigen nationale bibliotheek, de Koninklijke Biblio
theek (kb) in Den Haag, toont een gedeelte van haar kaar
tencollectie op haar internetsite. Het betreft een tweetal at
lassen, te weten de Atlas Van der Hagen en de Beudeker
Atlas (figuur 3). Hopelijk wordt er in de toekomst nog meer
kaartmateriaal van de kb op deze wijze ontsloten.
Op de site van de kb is ook informatie te vinden over de wijze
van digitalisering van het kaartmateriaal: evenals de Library of
Congress en Tensing.SKS is er gebruik gemaakt van Mrsro.
Het digitaliseringsproces voor de Atlas Van der Hagen begint
met het fotograferen van de originele kaarten. Deze foto's die
nen als conserveringsmedium en als intermediair voor het
scannen. De foto's zijn gescand op 400 dpi met een flatbed A3
Scanner. Het resultaat zijn TiFF-bestanden met een grootte van
ongeveer 150 mb. Tegelijkertijd zijn er thumbnails in gif ver-
vaardigd. De TiFF-bestanden zijn gecomprimeerd met behulp
van, gebaseerd op wavelet-technologie: Multi Resolution
Seamless Image Database (Mrsro). Deze Software integreert
verschillende resoluties van een digitaal beeld in een enkele file
waardoor internetgebruikers steeds verder kunnen inzoomen
en steeds meer detail te zien krijgen. Hoewel Mrsro een 'lossy
compressor is, werden de beeiden gecomprimeerd tot 35:1
zonder dat verlies van informatie merkbaar was [kb, 2002].
Een ander Nederlands voorbeeld is de Beeidbank Noord-
Holland (figuur 4). Dit is een samenwerkingsverband tussen
verschillende archieven in Noord-Holland die gezamenlijk
hun beeldmateriaal op een internetsite hebben gezet. Deze site
is nog steeds groeiende, maar er is nu al veel kaartmateriaal op
te vinden. Wel betreft het hier maar een kleine, onleesbare, af
beelding van de kaart. Vanuit de gebruiker gezien is dit duide-
lijk een voorbeeld van het eerste verkennende type. De be-
schrijvingen van de archiefstukken zijn dan ook toegevoegd.
Toepassingen met oude kaarten
Bij oude kaarten op internet gaat het altijd om statische view-
only kaarten. Het betreft altijd een scan van een bestaande
analoge kaart [Kraak, 2001]. Met een dergelijke scan kan in
2002-XXVIII-3
principe niet meer gedaan worden dan met het originele ar-
chiefstuk. Een digitale omgeving als het internet biedt echter
de mogelijkheid om een stap verder te gaan met de oude kaar
ten. Er kunnen verschillende 'tools' toegevoegd worden zodat
de statische kaart interactief wordt gemaakt. Een groot aantal
toepassingen is denkbaar die met het analoge materiaal niet tot
de mogelijkheden behoorden.
Een specifieke internettoepassing is om van de oude kaart
een klikbare kaart ('clickable map') te maken (figuur 5). Op
deze manier kan er een zeer grote hoeveelheid informatie
over de kaart of de inhoud daarvan aan de oude kaart gekop-
peld worden. Aan specifieke locaties op de kaart kunnen tek-
stuele toelichtingen, foto's, tekeningen, andere kaarten of in-
ternetlinks toegevoegd worden. Figuur 5 toont hier een voor
beeld van. Op een plattegrond van Maastricht, uit het
Toonneel der Steden (1652) van Blaeu [Welling, 2002], zijn
een aantal belangrijke gebouwen met een stip gemarkeerd.
Door hier op te klikken verschijnt er een afbeelding van het
desbetreffende gebouw, in dit geval het stadhuis. Het is een
prent van Jan Mathys, uitgegeven in 1664 door Frederik de
Wit. Deze afbeelding is opgenomen in de Beudeker Atlas
[kb, 2002].
Een andere, meer op gis gerichte mogelijkheid is het geocode-
ren van een oude gescande kaart. Via punten op de oude kaart
met bekende coördinaten kan er op deze wijze, met behulp
van rubber sheeting' technieken een koppeling gemaakt wor
den met de moderne, topografische kaart. De oude kaart is in
dit geval de 'slave' die aangepast wordt aan de moderne kaart,
de 'master'. Het is overigens de vraag of 'rubber sheeting' bij
oude kaarten gewenst is. Juist door deze techniek niet toe te
passen bij het maken van een overlay komen eventuele vervor-
mingen beter tot uitdrukking. Verwarn aan het geocoderen is
het toepassen van nauwkeurigheidsanalyses, zoals de cirkei-
methode [Mekenkamp Koop, 1986] op oude kaarten. Met
behulp van de bekende punten zou ook een projectieherken-
ning tot de mogelijkheden moeten behoren.
Een derde toepassingsmogelijkheid is het maken van overlays.
Dit is in feite een volgende stap na het geocoderen. Doordat
een oude kaart van (een deel van) Nederland omgezet wordt
naar RD-coördinaten kan deze als aparte laag onder een moder
ne topografische kaart worden gelegd. Als dergelijke lagen van
meerdere oude kaarten van een bepaald gebied gemaakt wor
den, ontstaat er een bestand waarmee de ontwikkeling in de
tijd, vanaf het jaartal van de oudste kaart, mogelijk wordt.
Ook kan de moderne kaart, bijvoorbeeld een TOPio-vector be
stand, als transparant lijnenbestand over de oude kaart heen
gelegd worden, zodat een vergelijking mogelijk wordt.
Van de genoemde toepassingen is de clickable map' echt spe-
cifiek voor internet. De andere toepassingen zijn in een GIS-
omgeving al langer mogelijk. De beschikbaarheid van oude
kaarten op internet kan echter wel als stimulerend werken om
deze toepassingen meer te gebruiken.
Conclusie
Digitalisering van archiefmateriaal, waaronder oude kaarten, is
noodzakelijk om de toekomst van deze vaak unieke bronnen te
garanderen. Door de gedigitaliseerde oude kaarten aan te bie-
den op internet wordt een zo groot mogelijk publiek bereikt.
De meest geavanceerde compressiesoftware die publicatie op
internet mogelijk maakt is de zogenaamde wavelet-technologie
41