A "J e
arechtjas5f>r s\
Heideiber qlaanj^
46
KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
2002-XXVIII-3
routeplanner, en om de mogelijkheden en de resultaten van de
twee routeplanners te vergelijken. Beide delen waren vergezeld
van een enquete. Na de computeropdrachten volgde het derde
deel: een discussie, waarin groepsgewijs werd gediscussieerd
over de pluspunten en de minpunten van de onderzochte rou
teplanners. Hierbij werd 00k aandacht besteed aan de moge
lijkheden van routeplanners, de toekomst van de routeplanner,
eventueel aanwezige verkeersinformatie en uiteraard de karto-
grafische weergave van de routes. Het vierde deel van het on-
derzoek betrof het uiteindelijke afleggen van de route van het
ITC naar het thuisadres op basis van afdrukken van het route-
kaartje en de routebeschrijving. Deze konden op het ITC uitge-
draaid worden. Aan de deelnemers die na afloop van de studie-
dagen met de auto naar huis zijn gereisd werd gevraagd om
een oordeel te geven over het functioneren van deze kaartaf-
drukken bij het volgen van de route.
De deelnemers
Tijdens de NVK-studiedagen hebben 42 bezoekers deelgenomen
aan het onderzoek van de projectgroep. Omdat de deelnemers
door beroep, Studie en/of interesses te maken hebben met kar-
tografie, vormen ze geen juiste afspiegeling van de route-
plannergebruikers in het algemeen. Maar doordat de kartogra-
fische kennis en ervaring van deze deelnemers groter zijn dan
die van de gemiddelde routeplannergebruiker, kunnen er, juist
omdat het kaartgebruik centraal Staat, interessante resultaten
uit het onderzoek voortkomen. Op drie deelnemers na heeft
iedereen wel eens gebruik gemaakt van een routeplanner.
Vooral voor zakelijke doeleinden hebben relatief vrij veel deel
nemers een routeplanner gebruikt, zoals figuur 1 laat zien.
Desalniettemin is de wegenkaart of wegenatlas voor 93 procent
van de deelnemers niet weg te denken bij een reis naar een on-
bekende bestemming en vormen richtingaanwijzers voor 36
procent van de deelnemers een handige
aanvulling daarop. Ook aanwijzingen
van anderen worden door 10 procent van
de deelnemers ter harte genomen.
Slechts een deelnemer raadpleegt een na-
vigatiesysteem. Opvallende verbanden
tussen routeplannergebruik enerzijds en
anderzijds geslacht, leeftijd, opleiding en
de gemiddelde dagelijkse verblijftijd ach
ter het computerbeeldscherm zijn uit het
onderzoek niet af te leiden.
tijcherdnjf werk (onbekende werk(vorgo&ding)
bestemming)
vaak regelmatig «afentoe zeiden nooil
Figuur 1. Voor welke
doeleinden gebruiken
de deelnemers wel
eens een routeplan
ner, en hoe vaak?
deelnemers die een kaartje daarbij wel
degelijk (zeer) belangrijk vindt. Het
kaartje heeft dan voornamelijk als doel
om te checken of de routeplanner de ge-
wenste locaties heeft gevonden. De mo-
gelijkheid om door in de kaart te klik-
ken - vertrekpunt of bestemming op te
geven speelt een beduidend kleinere rol.
Na het plannen van de route en de bere-
kening ervan door de routeplanner
speelt het resulterende routekaartje daar-
entegen een veel belangrijkere rol. Fi
guur 2 toont kaartvoorbeelden van de
drie routeplanners op het internet. Maar
liefst 93 procent van de deelnemers heeft
Figuur2. Routekaartjes van (a) Routenet (bron: http://www.routenet.nU),
(b) de routeplanner van de ANWB (bron: http:Hwww. anwb.nl),
(c) MapBlast! (bron: http://www. mapblast.com).
Het kaartbeeld van de ANWB routplanner is identiek aan dat van de
Travelmanager, maar kleiner qua omvang en schaal.
1 Nieuuileusen
lEelystafl 0Z wolle
»anglT©
Almei
Hifveisimi
Het belang van kaartjes bij
routeplanners
©Qmmen
^jt.Harrleniiijk
wolle
El All nein
lystad
Haaksbergen
n a
^Eile.GldC.^
fNieuweyeiiF5
M Iii.III,
ilmmemwik
loetinc herr
Tv»0,Din«per1o
©leeraam Nv Tie
Ml|lll-(|.-h
Hertogenb
Het invoeren van de begin- en de eindlo-
catie gaat bij alle routeplanners door
middel van het invoeren van de adressen
in een daarvoor bestemd tekstvakje. Bij
Travelmanager kunnen de locaties bo-
vendien ingevoerd worden door ze aan te
klikken op de kaart, die direct na het
starten van de routeplanner zichtbaar is.
Een duidelijke behoefte aan een kaartje
bij het opgeven van de locaties is er niet:
29 procent van de deelnemers geeft aan
een kaartje (zeer) onbelangrijk te vinden
bij het invoeren van de begin- en de
eindlocatie, tegenover 27 procent van de
Almere
loprn
Hen'gelö: