65
KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
Met deze vorm van informatieverstrek-
king lopen wij nu voor op de Duitsers.
Op de site van de Deutschen Gesell
schaft für Kartographie http:llwww
kartographie-dgfk.de/) staan al wel de
adressen en links naar de institutionele
leden, maar er is geen informatie Over
individuele leden. Alleen de leden van
de Sektion Karlsruhe verschaffen op vrij-
willige basis informatie. De Dcfic is nu
echter wel aan het overwegen of het zak-
boek ook op cd-rom kan worden uitge-
geven. Daarmee kan de zesde editie van
het Kartografisches Taschenbuch wel eens
de laatste zijn geweest.
C.P.J.M. van Elzakker
Een nuttig en profijtelijk boekje
voor alle geografen
Gemma Frisius; met een inleiding en
nabeschouwing door H.C. Pouls
Delft: Nederlandse Commissie voor
Geodesie, in samenwerking met
Stichting De Hollandse Cirkel,
december 1999
(publ.nr. 37) 44 pp.
isbn 90-6132-268-5
Triangulatie of driehoeksmeting is gedu-
rende lange tijd een van de belangrijkste
methoden geweest om het land op te
meten en geodetisch nauwkeurig in
kaart te brengen. Hoewel vele landme-
ters en kartografen wel eens vernomen
zullen hebben dat de beginselen van
driehoeksmeting voor het eerst beschre-
ven waren door Gemma Frisius in 1537,
zullen weinigen Frisius' tekst gelezen
hebben of de achtergrond ervan weten.
Het is daarom een grote Verdienste van
H.C. Pouls - een auteur die al zijn Spo
ren verdiend heeft op het gebied van de
geschieden is van de landmeetkunde -
dat hij Frisius' tekst door middel van dit
boekje in de serie van de Nederlandse
Commissie voor Geodesie nader onder
de aandacht brengt. In een paar inlei
dende hoofdstukken bespreekt hij de
achtergrond van de uitgave van 1537, een
aanhangsel bij een Nederlandse vertaling
van het kosmografisch werk van Petrus
Apianus, en geeft hij informatie over
Apianus en Frisius.
Daarop volgt een transcriptie van de
tekst. De originele tekst is gedrukt in
een gotisch lettertype, dat voor de mees-
te moderne onderzoekers moeilijk te le-
zen is. De bijbehorende figuren zijn alle
gereproduceerd.
Zestiende-eeuws Nederlands is, zelfs als
het in een moderne letter gedrukt is,
moeilijk te lezen. Zie bijvoorbeeld de
eerste zin van de tekst: 'Voerwaer ick en
can dat niet gheloochenen, dit en is in
ditte de sekerste Maniere, die byden
lenghden ende breeden oft byden Meri-
diaen ende hoochte des Pools der plaet-
sen toegaet.'
Je vraagt je daarbij af of alleen het om-
zetten van de tekst in een moderne letter
de tekst zo veel toegankelijker maakt en
of er niet beter een omzetting in mo
dern Nederlands gemaakt had kunnen
worden. Dit laatste is vrijwel onbegon-
nen werk, wat de auteur zieh zeker gere-
aliseerd heeft. Hij heeft daarom gekozen
voor een compromis: na de tekst volgt
een 'Nabeschouwing over de tekst'. In
deze nabeschouwing wordt beschreven
en toegelicht wat er in elk hoofdstuk
Staat. Het voordeel daarvan boven een
moderne 'vertaling' is dat het commen-
taar direct ingevoegd kan worden terwijl
dat bij een 'vertaling' door middel van
annotaties moet gebeuren.
AI met al heeft Pouls met deze uitgave
een nuttig en profijtelijk boekje ver-
zorgd voor alle gei'ntereseerden in de ge-
schiedenis van de landmeetkunde.
P. C.J. van der Krogt
Lexicon der Kartographie und
Geomatik: in zwei Bänden
Jürgen Bollman
Wolf Günther Koch (red.)
Heidelberg, Berlin:
Spektrum Akademischer Verlag, 2001
2 bd. (453 pp., xvi pp. in kleur,
455 pp., xii pp. in kleur)
25 x 18 cm
isbn 3-8274-1136-x (set),
geb.: 298,-
Het Lexikon bestaat uit twee delen
en/of cd-rom (isbn 3-8274-1137-8).
De boeken en cd-rom kosten
gezamenlijk 447,-
De ondertitel A bis Karti van het eerste
deel doet in eerste instantie de lach op-
wekken, maar deze uitgave is net zo
serieus als zijn voorgangers, Brockhaus
ABC Kartenkunde onder redactie van
Rudi Ogrissek uit 1983 en het Lexikon
der Kartographiedat in 1979 als Band B
verscheen in de encyclopedie Die Karto
graphie und ihre Randgebiete (6 dl. in 10
bd., Deuticke, 1975-1986). In de laatsge-
noemde uitgave is in de banden C/i en
C/2 een lexicon gewijd aan de geschie-
denis van de kartografie tot aan wo 11.
Het abc is maar in drie bibliotheken in
2002-XXV111-3
Nederland aanwezig en logischerwijze
niet uitleenbaar en kon dus door de re-
censent niet gebruikt worden ter verge-
lijking, hoewel de nieuwe uitgave in eer
ste instantie een vervolg is op het abc. Is
de uitgave van het Lexikon uit 1979 het
werk van een auteur, Werner Witt, aan
de huidige uitgave hebben ongeveer 80
auteurs hun medewerking verleend.
Hoe belangrijk visualisering c.q. karto
grafie is blijkt uit het feit dat dezelfde
uitgever tegelijkertijd het Lexikon der
Geowissenschaften, in sechs Bänden en het
Lexikon der Geographie, in vier Bänden
uitgeeft, waarbij in beide kartografie als
apart wetenschapsgebied is opgenomen
(zie: http://www.spektrum-verlag.de/lexi-
kafach.php:'fach =5).
In tegenstelling tot zijn voorgangers be
staat het Lexikon nu uit twee delen. Dit
heeft niet alleen te maken met het feit
dat een wetenschapsgebied zieh verder
ontwikkelt en dat er daardoor waar-
schijnlijk meer details toegelicht dienen
te worden, maar vooral met de toevoe-
ging van het woord 'Geomatik'. Hoewel
de redacteuren aangeven dat dit nog
geen ingeburgerde term is hebben ze
deze toch gebruikt om aan te geven wel
ke diseiplines er behandeld worden: kar
tografie, planologie en geografie, geo-
informatica, geostatistiek, geodesie, land-
meten, fotogrammetrie, remote-sensing,
digitale beeldverwerking, geodetische as-
tronomie, mijnmeetkunde (Markschei
dewesen) en alle met de voorgaande in
verbinding staande vakgebieden. Behalve
kartografie, planologie en geografie wor
den alle andere gebieden door de redac
teuren tot de geomatiek (of geomatica,
daar er nog geen Nederlands equivalent
voor deze term bestaat) gerekend. Het