Een schoolatlas voor de 21 e eeuw ARTIKEL KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT F.J. Ormeling atlaskartografie, achtergronden, algemeen adas cartography, background, general cartographie d'atlas, Information de reference, divers TREFWOORDEN KEYWORDS MOTS-CLES 125 Jaar Bosatlas is niet alleen een mooi moment om terug te kijken maar ook om de bestaande kennis te extrapoleren en af te tasten hoe de Bosatlas er over 25 jaar uit zou kunnen zien. De auteur doet een poging om dat op basis van de be staande ontwikkelingen te doen. Dat kan misschien een dis- cussie oproepen over dit thema die wat breder is dan het ka- der van de redactie van Wolters-Noordhoff Atlasprodukties; in die discussie zou men na kunnen gaan of de geschetste ontwikkeling gewenst is, of de didactische uitgangspunten wel kloppen en of het tempo van de technische en maat- schappelijke veranderingen waarvan wordt uitgegaan wel reeel is. Vooral dat laatste wil nogal eens verkeerd worden in- geschat, waarbij de waarschuwingen van oud atlasuitgever Ad van Holten, die al vroeg zijn vraagtekens zette bij het tempo waarin men op Scholen op klassikaal computergebruik zou overgaan, zeker ter harte moeten worden genomen. Vernieuwende tendensen op het gebied van de atlasredactie Er zijn aan de vooravond van de digitale schoolatlas een aantal vernieuwende ten densen geweest die omdat we in Nederland nu eenmaal maar met een schoolatlas geconfronteerd worden - mogelijk aan de aandacht van de meeste aardrijkskundeleraren zijn ontsnapt. We kunnen de stand van zaken het beste op- pakken bij het overzicht van Ormeling sr. bij zijn besprekingen van de door de Bosatlas tijdens zijn redacteurschap gere- aliseerde vernieuwingen [Ormeling sr., 1977]. Het betreft hier de thematisering (het toevoegen van thematische naast geografische kaarten), en bij die themati sche kaarten de kwantificering (het ver- vangen van kwalitatieve door kwantita- tieve gegevens, met name op economi- Prof.dr. F.J. Ormeling is hoofd van de disciplinegroep Kartografie, Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen, Universiteit Utrecht, Heidelberglaan 2, 3584 CS Utrecht, [e] f.ormeling@geog.uu.nl sehe kaarten), de standaardisering (het opnemen van een identiek basispakket aan thematische bijkaarten bij de geo grafische kaarten van de apart behandel- de landen, en de toepassing van een gestandaardiseerde legen- da; hoewel de atlas uit 1877 stamt is dat laatste pas in de jaren zestig gebeurd!), het vervangen van topografische door funetio- nele stadsplattegronden, en, als technische vernieuwing met grote consequenties voor de leesbaarheid, de schaduwering en de toepassing van blauwe hydrografie. Rond 1980 was de Bosatlas door deze vernieuwingen 'bij', en mede door de blijvende zorg de informatie tot het essentiele te beperken kon de atlas rond die tijd mondiaal tot de beste schoolatlassen worden gerekend. Welke ontwikkelingen zijn na 1980 opgetreden in papieren schoolatlassen? De belangrijk- ste ontwikkeling, in gang gezet door de Alexander Weltatlas van Klett (ook al hebben de Esselte-atlassen de weg gewezen, ze hebben nooit de heldere bodembedekkingsweergave van Klett gekend) is het vervangen van de traditionele oro-hydro- grafische basiskaart (met schaduwering in plaats van de gebrui- kelijke schrapjes) door bodembedekkings- ('land cover'-) basis- kaarten. Belangrijk voordeel is dat daardoor een natuurgetrouw beeld van de betrokken gebieden wordt getoond; tegenstanders voeren aan dat de macro-structuren van het relief door de nieuwe ondergrond niet meer duidelijk naar voren komen. Mij lijkt het echter belangrijker af te kunnen lezen wat voor dominante bodembedekking of vegetatie een gebied kent, dan te kunnen zeggen in welke hoogtezone het ligt. Wel is het zo dat dit kaart- type slechts 'werkt' op kleinschalige kaarten, die niet groter moeten zijn dan circa 1:3 miljoen omdat anders door de vereiste generalisatie de weergave onrealistisch wordt. Hier kan tegenin worden gebracht dat grondgebruik of bo dembedekking volstrekt geen item is in het huidige Neder- landse aardrijkskunde-leerplan, maar dat kan men van de hoogtezones ook zeggen. Bovendien is dat leerplan toch waar- schijnlijk ook (onbewust) afgestemd op de mogelijkheden die de huidige atlas biedt. Volledigheidshalve moet vermeld wor den dat men in Scandinavie weer terugkomt van de bodem bedekkingsweergave van de schoolatlas-basiskaarten. Maar de Esselte-atlas (in Nederland bekend als Meulenhoff atlas voor Mavo, Havo, VWO) heeft nooit de duidelijke bodembedek kingsweergave van bijvoorbeeld de Alexander-atlas gekend. De suggestie van causale verbanden door de volgorde waarin thematische kaarten worden aangeboden is na 1980 duidelijker 9

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 2002 | | pagina 11