KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT 2002-XXVIII-4 nu als vanzelfsprekend ervaren. Geen uitgever zal het nog als een 'unique selling point' naar voren schuiven. Het register is niet alleen tamelijk nieuw, maar 00k grondig van karakter veranderd. Het huidige onderwijs zou het register van de 39c niet meer accepteren. Het werd destijds los als een katern aan de atlas toegevoegd. Alleen al vanwege orde- en or- ganisatieproblemen is dat in deze hectische tijd in ons onder wijs niet goed meer te verkopen. Bovendien werd er in dit re gister geen' vakverwijzing, maar een verwijzing via het geogra- fisch graadnet gebruikt. Dat wordt door de meeste docenten nu als 'veel te omslachtig' en voor de doorsnee-leerling als 'veel te moeilijk' gezien. Er is nog een tweede reden waarom geen uitgever het nog in zijn hoofd zal halen om een nieuwe editie aan te bevelen met een verwijzing naar het geografisch namenregister. Het zou de atlas typeren als een bron, waarin je vooral de ligging van plaatsen en landen opzoekt. Dat de atlas vooral draait om een kartografische verbeelding van de topografische realiteit, is een gedachte die, helaas, niet meer past bij het huidige aardrijks- kundeonderwijs. Hoezeer de functie van de atlas in dit opzicht veranderd is, kan wellicht gei'llustreerd worden aan de hand van de zogenaamde 'Zoekmachine' op de cd-rom bij de laatste editie. Zoekmachine: wat zoekt hij? Wie op deze zoekmachine de naam van het dorp 'Berkenwou- de' intikt, krijgt als resultaat op zijn scherm niet de geogra- fische overzichtskaart, waarop je dit dorp kunt vinden. Je wordt 00k niet doorverwezen naar bladzijde 36 van de papie ren atlas, waar dit dorp in vak C5 te vinden is. Op het scherm verschijnen echter wel 55 verwijzingen naar thematisch geor- dende statistische informatie over Bergambacht, de gemeente waar dit dorp toe behoort. Schoberen gebruiken de atlas te- genwoordig namelijk niet zo zeer om plaatsen en landen op te zoeken, maar wel om over een breed scala aan onderwerpen informatie op te zoeken van (vooral sociaal-)geografische aard. Multimediale en goed toegankelijke ontsluiting van vooral thematische informatie is slechts een van de vele eisen die de schoolaardrijkskunde tegenwoordig aan een atlas steh. Alle ei sen samen bepalen of een schoolatlas wel of niet een essentiele rol kan vervullen bij de huidige schoolaardrijkskunde in het voortgezet onderwijs. Zij hebben in overwegende mate het ka rakter van de meest recente Bosatlas bepaald. Voor het gemak laten we die met elkaar samenhangende eisen, zoals die door de auteur van dit artikel gepercipieerd worden, hierna nu af- zonderlijk de revue passeren. Tegelijkertijd geven we aan waar in die eisen nu (veelal gradueel) afwijken van die in het verle- den. Deze eisen kunnen gezien worden als de beoordelingscri- teria van de beslissers in het onderwijs. Voor een ontwikkelaar van het atlasconcept zijn ze daarom bepalend voor zijn rand- voorwaarden bij ieder herzieningsplan. Beoordelingscriteria voor Nederlandse schoolatlassen Verhouding geografische overzichtskaarten/thematische kaarten Een moderne schoolatlas dient vooral een groot aantal thema tische kaarten te bevatten die aansluiten bij de Clusters leerstof, die in het onderwijsprogramma als thematisch geordende 'Do meinen' gespecificeerd zijn. AI in zijn 'Voorbericht' tot de 43c en de 44c druk gaat Ormeling sr. zo ver, dat hij de themati sche kaarten tot de 'ruggegraat van de atlas' verklaart. Dat was in het verleden bepaald anders. In 1877 heeft de atlas nog geen dertig thematische kaarten, in 1961 zijn het er 118 en in 1991 telt alleen al de papieren atlas 748 thematische kaarten. Terwijl het aantal overzichtskaarten maar langzaam groeit (1877: 30, 1981: 36 en 2001: 48), neemt het aantal thematische kaarten vooral na i960 explosief toe. 'Was vroeger de schoolaardrijkskunde een vak dat zieh met name bezig hield met de beschrijving van landen en volken, in de jaren vijftig en zestig wordt meer en meer gekozen voor een analyse van thema's binnen een bepaalde ruimtelijke context' [Geerlings e.a., 1981]. Hierbij valt te denken aan examenonder- werpen zoals 'Indonesie als ontwikkelingsland'. Sinds de in- voering van de basisvorming [Ministerie van O, C en W, 1993] en de Tweede fase [Ministerie van O, C en W, 1998] zijn zelfs die ruimtelijke kaders (de regio's of landen) in de programma's niet meer benoemd. Het gaat nu over algemene thema's zoals 'Politiek en Ruimte', 'Natuurlijke hulpbronnen, Migratie en Mobiliteit' en andere Clusters leerstof, die 'domeinen' ge- noemd worden. Zo'n onderwerp wordt in de schoolpraktijk meestal in een enkele voorbeeldregio uitgewerkt. Het gebruik van de geografische overzichtskaart ligt in een dergelijke con- stellatie niet erg voor de hand. Het gebruik van thematische kaarten echter des te meer. De geografische overzichtskaarten staan bij de doorsnee schoolgebruiker nog zo weinig in de aandacht dat wezenlijk verbeterde of soms zelfs geheel nieuwe overzichtskaarten bij de promotie van de 52e editie niet eens meer genoemd worden. Niet door de uitgever en niet door de recensenten. We noe- men als voorbeelden de kaartpagina's Zuidoost-Azie (waar nu 00k echt alleen Zuidoost-Azie op Staat!), Grote en Indische Oceaan, de Voormalige Sovjetunie enz. Ze zijn bijzonder om- dat er in de Joe editie een nieuw type geografische overzichts kaart terugkeert: een royale kaart over de volle twee pagina's. Dus zonder een strook thematische kaarten. Alle aandacht lijkt bij de gebruikers echter uit te gaan naar de thematische kaar ten. Het past in de trend naar een steeds grotere nadruk op thema tische kaarten dat de huidige schoolboeken en examens wel in- tensief naar de atlas verwijzen, maar dat zij de geografische overzichtskaarten daarbij nauwelijks benutten. Eiders in dit KT maken Rob van der Vaart en Joop van der Schee hierover be- hartenswaardige opmerkingen. Ordening van informatie en labeling van pagina- en kaarttitels Pagina- en kaarttitels dienen waar mogelijk te verwijzen naar die eerder genoemde 'domeinen'. Indien mogelijk dient 00k bij de ordening van de informatie hiermee rekening gehouden te worden. Er zijn nogal wat gebruikers die om een meer, of zelfs om een uitsluitend thematische ordening van de gehele atlas gevraagd hebben. Dat zou tegelijkertijd gepaard moeten gaan met het op een pagina aanbieden van informatie op ver- schillend schaalniveau. Een volledig thematische ordening zou echter om een aantal praktische redenen weinig wenselijk zijn. Immers ieder thema vraagt weer een eigen ordening en de zelf- de kaart kan bij meerdere thematische ingangen van belang zijn. Toch heeft die vaak geuite wens wel doorgewerkt in het atlasconcept van de 52e druk. We nemen als voorbeeld het do mein Politiek en Ruimte'. Over dat onderwerp stond altijd al 18

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 2002 | | pagina 20