Aandeel per sectie kaarten in Bosatlas 1878-2001
en in leerplan aardrijkskunde HAVO VWO in 2001
100%
KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
2002-XXVIII-4
veel informatie in de atlas. Toch werd
het niet altijd herkend, omdat de titels
niet expliciet naar dit domein verwezen.
Aan dit 'bezwaar' is op drie manieren te-
gemoet gekomen.
We noemen allereerst het Domeinregis
ter (gb 52e edide, p. 221). Hierin is per
examenonderwerp voor de drie soorten
van voortgezet onderwijs aangegeven
welke kaarten op welk niveau (lokaal,
nationaal, continentaal, mondiaal) in de
atlas bruikbaar zijn. Zo is met een 00g-
opslag te zien dat kaart 87F (Belgier Ta-
len/gewesten) zeer wel bruikbaar is bij
het onderwerp Politiek en Ruimte, 00k
al komen die twee begrippen niet in de
titel van de kaart terug. Rondvraag leert
dat auteurs van schoolboeken en exa-
menvragenmakers al veel gebruik maken
van dit register.
Ten tweede werden thematische zoek-
procedures vergemakkelijkt door een
drastische uitbreiding van het zaakregis-
ter, met (op zieh niet-geografische) be
grippen zoals afscheidingsbewegingen,
gevechtshandelingen, machtsblokken,
Dayton-akkoord, Etnische samenstelling
van de bevolking enzovoorts.
Ten derde leidde deze vraag naar thema
tische ordening tot nieuwe kaartpagina's
met een voor de Bosatlas nieuw type pa-
ginatitel. Voorbeelden: Regionale beeld-
vorming (p. 62), Actieve aarde (140),
Internationalisering (141), Politiek en
Ruimte Nigeria: een Staat 300 volken
(151) enz. In de paginatitel en in het con-
cept van de pagina Staat niet meer de re
gio in zijn diverse facetten centraal, maar
het thema behorend bij een bepaald do
mein. In de praktijk zal de laatst ge-
noemde pagina over Nigeria, vaak in sa
menhang met pagina 133 'Politiek en
Ruimte Koerden: volk in 7 staten' be-
handeld worden. Temeer omdat de pro-
blematiek in beide gebieden spiegelbeel-
dig is. Toch besloot de redactie de beide
thematische kaartpagina's maar bij de be
treffende macro-regio onder te brengen.
De verhouding Nederland - rest van
de wereld
Het huidige aardrijkskundeonderwijs
verwacht zoveel informatie over de
meest nabije omgeving van de leerling
dat een bruikbare schoolatlas op dit mo-
ment onevenredig veel aandacht aan Ne
derland dient te besteden.
Precies negentig jaar lang heet de Bosat
las 'Atlas der geheele aarde'. Wie de ver-
schillende drukken naast elkaar legt,
ontdekt dat de opeenvolgende drukken
verhoudingsgewijs steeds minder over
'de geheele aarde' en steeds meer over
Nederland gaan. In de figuren 1 en 2 is
te zien, hoe het aandeel Nederland in de atlas steeds groter is
geworden. Het is met name ten koste gegaan van de sectie Eu
ropa. Veel aandacht voor de eigen omgeving, geldt in de di-
dactiek als een belangrijk uitgangspunt. Maar de vraag dringt
zieh op of het Nederlandse aardrijkskundeonderwijs in dit op-
zicht niet wat is döörgeschoten.1' Dat in de huidige Grote Bos
atlas 30% van alle kaartpagina's en zelfs 37% van de afzonder-
lijke kaarten (en kaartjes) aan Nederland gewijd is, mag nogal
'neerlando-centrisch' lijken, in het licht van de onderwijsprak-
tijk en de huidige exameneisen is het meer dan begrijpelijk.
Voor dit artikel analyseerden we de Nederlandse examens en
kwamen tot de conclusie dat van alle vragen bij het centraal
schriftelijk eindexamen 2002 in het eerste tijdvak bij vwo,
havo en vmbo respectievelijk 64, 65 en 100% over Nederland
ging of aan Nederland gerelateerd was (figuur 1). Hierbij heb-
ben we bij het vwo de vragen over Marokko en de Marok-
kaanse migratie, samen goed voor 26,3% van de vragen z\ nog
niet bij de Nederland relateerde vragen meegerekend!
Laten we alle Nederland gerelateerde vragen weg, dan houden
we bij het vwo en havo toch nog respectievelijk 53 en 27% aan
zuiver Nederlandse vragen over. De merkwaardige 100% score
voor het vmbo is een gevolg van het feit, dat het enige exa
menonderwerp in 2002 daar 'Nederlanders en hun vakantiebe-
stemmingen' was. Beter kan de 'Neerlandocentrische' orienta-
tie van het huidige schoolvak niet getypeerd worden. Van der
Vaart [2001, p. 7] noemt het Nederlandse aardrijkskunde
onderwijs om deze redenen 'erg bijziend'.
Ook in internatonaal perspectief zijn deze cijfers nogal opmer-
kelijk. We namen wat willekeurig een aantal Europese atlassen
en stelden het percentage kaartpagina's vast, dat aan het 'eigen
land' gewijd is: de Belgische Grand Atlas: 14,2%, de Zweedse
Stora Skolatlas: 18,5%, de Franse Atlas 2000:17,3% en de gloed-
nieuwe Slowaakse schoolatlas Skolsky Atlas: 4,5 procent. De
laatste editie van onze Bosatlas komt, uitgedrukt in kaart
pagina's, tot 30%. Daarbij moeten we nog verdisconteren dat
een flink aantal pagina's dat niet over Nederland gaat wel sterk
Nederland gerelateerd is. Pagina's als 'Caribisch gebied: toeris-
me' en 'Alpen: toerisme' werden aan het atlasconcept toege-
voegd, vanwege het eerder genoemde vwo-examenonderwerp:
'Nederlanders en hun vakantiegebieden'. Een soortelijke rede-
nering geldt voor de geografische overzichtskaarten Marokko
en Turkije en de daarbij behorende thematische pagina's, om
dat zij in de atlas werden opgenomen binnen het kader van
het domein 'Multiculturele samenleving' (in Nederland).
Ondanks het belang van de thematische benadering zijn er in
de laatste edities (na de 48c) ook thematische kaarten verdwe-
nen. Het waren overwegend kaarten met thema's die nauwe-
Figuur 1. Het aandeel
van Nederland en de
andere secties in een
aantal edities van de
Bosatlas en het leer
plan voor havo en
vwobij de Bosatlas
uitgedrukt in het per
centage kaarten, bij
het leerplan uitge
drukt in het aantal
eindtermen.
2001-52e
1995-51 e
1976-48e
1959-40e
1896-12e
1877- 1e
leerplan
2G01
iNederland I -I Europa
I Aarde totaal Overige continenten
Restweretd
Nederland
Nederland
in leerplannen Aardrijkskunde 2001
voortgezet onderwijs HAVO VWO
19