KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT 2002-XXVIII-4 ezen in de Grote Bosatlas CD-Rom, mod In samenwerking met KNAG APS BCRS en ESA gevolgen voor het aantal componenten van het informatiesysteem dat door de atlas gevormd werd. Het ligt voor de hand dat naast kaarten 00k tabellen en statistieken geraadpleegd moeten kun- nen worden. Van hieruit was het een voor de hand liggende stap om aan de atlas 00k een digitale versie van die statistiek toe te voegen. De eerste versie werd aanvanke- lijk op losse diskettes meegeleverd bij de 5ie editie. In dezelfde tijd werd 00k een topografieprogramma ontwikkeld, dat eveneens op diskette beschikbaar kwam. AI deze componenten zijn vervolgens 00k terug te vinden op de cd-rom die bij de 52e editie geleverd wordt. Maar deze schijf bevat meer, zie het artikel van Jo- han Russchen en Jan Beute eiders in dit nummer. Kartografisch geinteresseerde lezers die de huidige onderwijspraktijk niet kennen, zal het waarschijnlijk wat vreemd voorkomen dat op die 'digitale Bosatlas' wel een geavanceerd remote- sensingprogramma voorkomt, maar dat het, afgezien van datgene wat het topo- grafiespel mogelijk maakt en de topogra- fie-functie van Bosatlas Online, niet mo gelijk is met deze schijf (fysische) over- zichtskaarten op te roepen. De prioriteitsstelling in het huidige aard- rijkskundeonderwijs is daar niet vreemd aan. In 1996 publiceert het slo (Stich- ting Leerplan Ontwikkeling) in op- dracht van, en in overleg met o.a. de Vereniging Ons Middelbaar onderwijs en het Koninklijk Nederlands Aardrijks- kundig Genootschap een rapport over toepassing van ict (Informatie- en Communicatie Technologie) in het vak Figuur 5. De GeoSpace cd-rom Satellietbeelden. Door GeoSpace, onderwijs- centrum voor aardob- servatie, werd nog dit jaar onder alle docen- ten aardrijkskünde een cd-rom verspreid, met allerlei satelliet- data over een keur van onderwerpen, overwegend van ge- bieden buiten Neder- land. De beeiden en data kunnen worden ingelezen en bewerkt met de remote-sensing module van de Grote Bosatlas cd-rom Ex tra. aardrijkskunde [van der Burg, 1996]. Het rapport geeft zeer concreet aan welke faciliteiten ontwikkeld moeten worden om binnen het vak aardrijkskunde op zinvolle wijze ict toe te kunnen passen. Het rapport geeft in de samenvatting 36 con- crete aanbevelingen en conclusies. Van de 21 voor aardrijks kunde vakspecifieke aanbevelingen, hebben er drie expliciet betrekking op de remote-sensingtechniek, twee op 'niet speci- aal voor het onderwijs ontwikkelde met wel in het ak-onder- wijs bruikbare informatiesystemen'. Een maal wordt genoemd een 'cartografische outputmogelijkheid bij het educatief be- standsprogramma met een basispakket cartografische bestan den en voorbeeld-lesmateriaaT, maar in geen enkele aanbeve- ling wordt gesproken over ontwikkeling en gebruik van een elektronische atlas. Ook in de uitvoerige toelichting op het rapport krijgen het gebruik en de specifieke mogelijkheden van elektronische geografische overzichtskaarten geen enkele aandacht. Wel worden elektronische atlassen in die uitvoerige toelichting een maal genoemd. Maar niet meer dan terloops en in een adem met 'zogenaamde informatieprogramma's.' Speci- ßeke eigenschappen of vaardigheden worden voor deze atlassen niet benoemd, terwijl in hetzelfde rapport voor het e-mail-pro- gramma wel vijf specißcaties voorkomen. Kaarttypen en kaartsoorten worden, met een betekenisvolle uitzondering, niet genoemd, noch de eventueel met de Com puter toe te passen kaartvaardigheden. Zes alinea's zijn echter gewijd aan de specificaties van de remote-sensingmodule en ei ders in het rapport worden zeven vaardigheden genoemd, die de leerlingen met het remote-sensingprogramma zouden moe ten kunnen verwerven, lopend van het inlezen van een beeld, via interpreteren tot classificeren. En wederom opmerkelijk: bij die specißcaties ontbreekt, althans in expliciete vorm, het omzetten van een remote-sensingbeeld in een kaart(laag). Slechts eenmaal wordt in dit rapport een kaarttype genoemd: de choropleet. Dit kaarttype komt aan de orde bij de bespre- king van een op dat moment bestaand programma, ontwik keld aan de vu (Kaart+). Dit alles in het kader van een pleidooi voor een 'cartografische Output mogelijkheid bij een educatief bestandsprogramma'. Kortom de schrijvers denken alleen aan het genereren van thematische kaartjes in de vorm van chorople- ten met de bedoeling statische gegevens kartografisch uit te beei den. Het manipuleren van overzichtskaarten, het interactief ma- ken van legenda's, het zelfstandig kiezen van een uitbeeldings- mogelijkheid is niet aan de orde. Een en ander möge duidelijk maken waarom de Grote Bosat las cd-rom Extra die nu standaard tot het didactisch arrange- ment van de atlas behoort, wel de mogelijkheid heeft om sta tistische data om te zetten in thematische kaarten, maar het niet mogelijk maakt om geografische overzichtskaarten te raadplegen. Wel kan via Bosatlas Online de digitale Wolters- Noordhoff Wereld@tlas geraadpleegd worden, maar de meeste interessante kartografische mogelijkheden (kiezen van een ei gen kaartstijl, kiezen van een kaarttype, bewerken van de le- genda enz.) zijn daar niet beschikbaar. Bij de uitwerking van de remote-sensingmodule is er in Gro ningen toch voor gekozen om aan dit programma een aantal kartografische faciliteiten te verbinden. Zo is een van de tien computergestuurde oefeningen bij dit programma geheel ge wijd aan 'kaart maken'. Verder kunnen leerlingen bijvoorbeeld van de eigen woonomgeving Landsat-banden binnenhalen en die vervolgens zelf combineren tot een combinatiebeeld. Hier over heen kan vervolgens een kaartlaag geopend worden. Het combinatiebeeld kan via 'düsteren' automatisch, en via 'be- monsteren' ook handmatig geclassificeerd worden, waarna een 23

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 2002 | | pagina 25