25 KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT 2002-XXVIII-4 Goederenstromen vanuit Europese gebieden naar Rotterdam en andere grote Hävens Legenda: belangrijkste haven van afvoer Rotterdam Le Havre •;.j Hamburg Antwerpen omvang van de goederenstromen naar Rotterdam 1 min ton/jaar t> 5 min ton/jaar 10 min ton/jaar bron: Ruimtelijke Verkenningen 1996, Den Haag, 1996 De kleur van een gebied geeft aan via welke haven dit gebied zijn goederen naar landen buiten Europa exporteert. Aandeel van de transportwijze in de totale aan- en afvoer naar/van Rotterdam van achterland naar Rotterdam Legenda 1 i* binnenvaart van Rotterdam naar achterland bron Ruimtelijke Verkenningen 1996. Den Haag. 1996 Tenslotte nog dit: in essentie bleef bij alle verandering ook veel hetzelfde. Toen en nu gaat het om een kartografisch en didactisch verantwoorde verbeelding van de realiteit, passend bij de voortdurend evoluerende behoeften van het onder- wijs. Toen en nu geldt dat een 'beper- king tot het noodige' gemaakt moet worden, waarbij het nu ten dele aan de gebruiker zelf is die keuze te maken. En in weerwil van wat wel beweerd wordt is uiteindelijk ook het didactische doel het zelfde gebleven. Pieter Roelof Bos sprak al uit dat zijn kaarten 'stof tot verwerken en denken' zouden moeten geven (1877). Dit schreef hij althans in het voorwoord tot de eerste druk en hij voegde daaraan toe: 'zonder dat aan banden wordt ge- legd de zelfwerkzaamheid des leerlings'. Een atlas waarmee leerlingen zelf statisti sche cijfers om kunnen zetten in thema tische kaarten, waarvan de specificaties Figuur 5 Een deel van het havo-examen 2002 met veel kaart- en atlasgebruik. Merk op dat de toelichting bij het aangeboden kaartje in grijs- druk overbodig behoort te zijn. Leerlingen zou den zelf uit de kaart moeten kunnen aflezen wat de gebruikte grijstrap betekent. Ook het be- grip 'kleur' is merkwaardig in de toelichting, te- meer omdat het begrip 'grijstrapwel in de eindtermen Staat. Overigens is het een goed voorbeeld van de wijze waarop kaartvaardighe- den in de huidige examens aan de orde komen. Gebruik de bronnen 5 tot en met 7, kaart 60-61 (52e druk 68-69) en eventueel andere kaarten uit de alias bij de vragen 8 tot en met 12 Bij deze vragen selecteer je kaarten, vergelijk je verschijnselen en gebieden met elkaar en leg je relaties tussen die verschijnselen en gebieden Rotterdam en Hamburg zijn belangrijke havens voor landen in Oost-Europa als het gaat om de afvoer van goederen uit die landen (bron 6). Voor de aanvoer zijn ze echter veel minder van betekenis (bron 5). 4p 8 A: Leg uit waarom de goederenstroom van Rotterdam en Hamburg naar de landen in Oost-Europa in de afgelopen 10-15 jaar gering was Maak bij de beantwoording gebruik van kaart 68D (52e druk: 78D). Het is te verwachten dat de goederenstroom naar de Oost-Europese landen in de toekomst zal toenemen Op grond van welke kaart in de atlas kan verwacht worden dat de achterliggende oorzaak voor de geringe goederenstroom naar de Oost-Europese landen in de toekomst zal verdwijnen? Bron 7 iaat het aandeel van de aan- en afvoer naar transportwijze voor de haven van Rotterdam zien. ip 9 Welke transportwijze zal een belangrijke rol speien in de categorie 'overig" bij de goederenstroom van Rotterdam naar het achterland'' De omvang van de goederenstroom vanuit Rotterdam naar het Ruhrgebied en Antwerpen wijkt sterk af van de omvang van de goederenstroom in omgekeerde richting. 2p 10 Geef, uitgaande van de aard van de goederen, hiervoor de verklanng De verkeersverbindingen die de vier zeehavens elk met hun eigen achterland hcbben. verschillen sterk van elkaar wat betreft de overhecrsende transportwijze. 3p 11 A: Met welke kaart (51e druk) Met welk kaartblad (52e druk) in de atlas kun je dit aan tonen? B: In welk opzieht verschillen Hamburg en Rotterdam van elkaar wat betreft de overheersende transportwijze? De in bron 6 genoemde havens zijn niet alle even belangrijk voor de afvoer van goederen uit Europa. Je zou hiervoor een argument kunnen vinden in bron 6 Toch zegt dat argument niet alles. 3p 12 A: Welke van de genoemde havensteden neemt binnen Europa de minst belangrijke positie in? B: Welk argument kun je daarvoor in bron 6 vinden? C: Leg uit dat dat argument niet voldoende is om de minst belangrijke positie van een havenstad aan te tonen. voor een groot deel door de leerling zelf bepaald kunnen wor den en waarmee ook satellietbeelden kunnen worden opge- haald die door de gebruiker zelf kunnen worden omgezet in min of meer geslaagde 'overzichtskaarten', past in die door meester Bos geformuleerde uitgangspunten. Slotconclusie AI 125 jaar wordt de Bosatlas ontwikkeld, in nauwe relatie tot de behoeften van het Nederlandse aardrijkskundeon-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 2002 | | pagina 27