KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT 2002-XXVIII-4 Kiest het aardrijkskundeonderwijs als centrale doelstelling leer- iingen een wereldbeeld bij te brengen, dan zijn overzichtskaar- ten belangrijker dan ooit. Dan gaat het niet om het leren van topografie om de topografie zoals bij de eerder genoemde vraag uit Kemgeografie 'Welke rivier loopt door het Vier- woudstrekenmeer?' of om het uit het hoofd leren van het be- ruchte rijtje van de grote en kleine Sunda-eilanden. De oude regionale geografie was sterk objectgericht. Moderne regionale geografie is gericht op grotere gehelen. Hoe liggen gebieden ten opzichte van elkaar, hoe zijn ze opgebouwd en wat bete- kent dat voor hun functioneren? Moderne regionale geografie helpt bij de beeldvorming van de structuur van een gebied. Overzichtskaarten zijn daarbij het hulpmiddel bij uitstek. In feite zijn overzichtskaarten zeer complexe kaarten, waarin ver schallende spreidingen en geledingen bij een zijn gebracht. De overzichtskaart laat in een oogopslag de hoofdstructuur van een gebied zien. We willen dit met een voorbeeld illustreren. Wie kaart 108-109 in de 52e druk van De Grote Bosatlas opslaat, ziet de overzichtskaart van het Iberisch schiereiland. Als we ons beperken tot de interne structuur van Spanje, dan valt daarover aan de hand van deze kaart al veel te leren. Allereerst is aan de hand van de schaal van de kaart te zien dat Spanje een groot land is vergeleken met Nederland: de oppervlakte van Spanje is ongeveer 500.000 vierkante kilometer dat is on- geveer 13 keer Nederland. De afstand van La Coruna in het noordwesten naar Barcelona in het noordoosten is hemels- breed ongeveer 1000 km, dat is gelijk aan de afstand Amster dam - Warschau. De afstand van Santander in het noorden naar Malaga in het zuiden van Spanje bedraagt hemelsbreed ongeveer 750 km, dat is gelijk aan de afstand Amsterdam Lyon. Op de tweede plaats is de fysische structuur van Spanje opval- lend. Spanje kent enorme uitgestrekte hoogvlaktes. Het groot- ste deel van Spanje heeft een gemiddelde hoogte van 600 me- ter en wordt Meseta genoemd. Meseta komt van het Latijnse woord Mesa, dat tafel of plateau betekent. De Meseta is een weinig toegankelijk hoogland met een niet erg aangenaam kli- maat. De Spanjaarden karakteriseren het klimaat op de Meseta als: 'Tres meses de invierno y nueve de infierno' (3 maanden winter en 9 maanden hei). Het Castiliaans Scheidingsgebergte deelt de Meseta in tweeen. Deze Meseta wordt omringd door machtige bergketens als het Iberisch Randgebergte in het noordoosten, het Cantabrisch gebergte in het noordwesten en de Sierra Morena en Sierra Nevada in het zuiden. Spaanse geografen [Ballesteros et al., 1992] zien de Meseta omringd door de gebergten als een versterkt kasteel. Dit kasteel heeft weinig toegangen. Een van de weinige poorten in dit kasteel is de Despenaperros in de Sierra Morena, een pas die Andalusie verbindt met Madrid. Poorten als deze vormden in het verle- den de locatie van belangrijke veldslagen. Ook nu nog zijn het belangrijke landschapselementen omdat een groot deel van de infrastructuur (autowegen, spoorwegen enz.) via deze passen loopt. Naast het relief geeft de overzichtskaart informatie Over nog een ander vitaal fysisch-geografisch gegeven: de loop van de rivieren. In Spanje lopen vijf lange rivieren waarvan er drie de grens met Portugal overschrijden. Duero, Taag, Guadiana en Guadalquivir strömen alle richting Atlantische Oceaan. Al leen de Ebro mondt uit in de Middellandse Zee. De rivieren lopen vanuit de bergen en hoogvlaktes naar de kust, waar zieh ook de meeste grote Steden bevinden. Daarmee komen we aan de sociaal-geografische structuur van het gebied die nauw samenhangt met de fysisch-geografische structuur. Soms wordt wel gesproken Over 'Espana invertebrada' (de ongewervelde), een week geheel met een harde rand, om dat zoveel Steden en bedrijvigheid zieh aan de kusten bevindt [Maas, 1983]Madrid is in dit sterk gesimplifieeerde beeld een uitzondering, want het ligt als een spin in een netwerk van we gen en spoorwegen in het midden van het land. De kern wordt gevormd door Madrid, Aragon en de kustgebieden. De periferie ligt niet aan de rand van het land, maar in het bin- nenland [van der Schee, Oehlenschlager Bijl, 1994). Met dit slechts beperkt uitgewerkte voorbeeld is geprobeerd duidelijk te maken wat een schat aan informatie overzichts kaarten bieden om leerlingen te helpen bij regionale beeld vorming. Aan de hand van overzichtskaarten kunnen leerlin gen op ontdekkingstocht gaan in de wereld. Aardrijkskunde- docenten moeten leerlingen daarvoor de nodige bagage aanreiken, anders blijven leerlingen steken bij losse objecten en hun kenmerken. Geografische werkwijzen kunnen helpen om zodanig zieht op het geheel te houden dat leerlingen na afloop van hun ontdekkingsreis zelf het gebied in kwestie in hoofdlijnen kunnen schetsen en nieuwe informatie daarin kunnen plaatsen. Geen sinecure maar wel zeer de moeite waard. Literatuur Ballesteros, A.G. (1992), A geographical outline ofSpain. Madrid: Real Sociedad Geogräfica. Blij, H. de P. Muller (2002), Geograpby: Realms, Regions and Concepts. New York: Wiley. Bredemeijer, A. B. Tosseram (1965), Kern-geografie. Deel I: Europa. Zeventiende druk. Amsterdam: Versluys. Brummelkamp, J., J. Fahrenfort R. Schräder (1962), Land- en Volkenkunde voor de middelbare school. Deel III: NederlandSuriname, de Nederlandse Antillen en Nederlands Nieuw-Guinea. Negentiende druk. Groningen: Wolters. Commissie Herziening Eindtermen (1990), Advies kemdoelen voor de basisvorming in basisonderwijs en voortgezet onderwijs. Den Haag: Ministerie van Onderwijs Wetenschappen. Doorn, A. van, M. Janssen J. Schuiringa (red.) (1998), Wereldwijs. Aardrijkskunde voor de basisvorming. Werkboek 3 voor VWO. Tweede druk. Den Bosch: Malmberg. Geerlings, H., J. van der Schee D. Wientjes-Meyman (1981), Bosatlas gaat al ruim een eeuw met z'n tijd mee. Geografenkrant, december 1981, pp. 8-9. Hoekveld, G., G. Schoenmaker J. van Westrhenen (red.) (1989), Wijkende grenzen. Nederlandse Geografische Studies 103. Amsterdam Utrecht: Vrije Universiteit knag. Kunnen, L., H. Nonnekes, A. Reichard J. Remmers- Kamp (1999), Terra. Basisvorming. Leerboek VWO, deel3. Eerste druk. Groningen: Wolters-Noordhoff. Maas, J.H.M. (1983), De economie van Spanje: kenmerken, ontwikkelingen en regionale verschillen. Publikatie no. 29. Nijmegen: Vakgroep Economische Geografie, Katholieke Universiteit. Oost, K. (2001), Aardrijkskunde in de 2iste eeuw. Utrecht: KNAG. Ormeling, F.J. (2002), Een schoolatlas voor de 2ie eeuw. Kartografisch Tijdschrift xxvm.4, pp. 9-16 Schee. J, van der, M. Oehlenschlager H. Bijl (1994), Spanje in kaart. Amsterdam: Centrum voor Educatieve Geo grafie Vrije Universiteit. Schee, J. van der (1995), Nieuwe bosatlas biedt meer moge- lijkheden. Geografie-Educatief derde kwartaal 1995, pp. 48-50. 42

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 2002 | | pagina 44