KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT 2002-XXVIII-4 of een object al dan niet aan de kaart wordt toegevoegd. Zo verscheen in de meest recente (52c) editie van de (Grote) Bos- atlas het onaanzienlijke Luxemburgse plaatsje Schengen op de kaart. Op dezelfde manier deed ooit het Lombardische plaatsje Magenta, bekend door een bloedbad in de Sardijns-Oosten- rijkse oorlog van 1859 dat zo verschrikkelijk moet zijn geweest dat de naam overging op een (bloed)rode drukkleur, zijn intre- de in de Bosatlas, om weer te verdwijnen toen de bloedige her- innering vervaagde. Andere voorbeelden zijn het Baskische Guernica, bekend door 's werelds eerste luchtbombardement in 1937 en Picasso's grafische vertolking daarvan, het Oekrai'ense - destijds 'Russische' Tsjernobyl, en meer recent de Bosnische plaatsen Srebrenica en Pale. Het geval 'Tsjernobyl' illustreert tegelijk de schaduwzijde van de relatie naam-actualiteit, of beter: naam-verhaal. Tsjernobyl Staat voor een kernramp, niet voor het plaatsje waar de naäm bij Staat. Op de kaart, in dit geval de Bosatlaskaart van Oost- Europa, kunnen echter geen kernrampen worden weergege- ven. Voor kernrampen hebben we geen Symbolen. Voor plaatsjes weh vandaar het plaatsje Tsjernobyl. Dit lijkt een on- belangrijke nuance, maar wanneer we Tsjernobyl inderdaad gaan behandelen als een plaatsje, en dus de Russische naam Tsjernobyl, net als alle Russische namen voor Oekrai'ense plaatsjes, veranderen in een Oekrai'ense wanneer de actuele realiteit dit van ons vraagt, blijkt het tegendeel: Tsjornobyl mag een Oekrai'ens plaatsje zijn, maar het is niet die beroemde kernramp. Naar Tsjornobyl zal nooit worden gezocht, naar Tsjernobyl weh Ook Gernika, waarvan de Baskische naam op een gegeven moment officiele Status kreeg, is niet het Guernica dat geschilderd werd door Picasso. Redactionele beslissingen met betrekking tot namen Waar maakt de atlasredacteur zieh in feite druk om wanneer het om namen gaat? Is het niet gewoon zaak er achter te kö rnen hoe een plaats, een rivier, een bergtop heet, en deze naam dan bij het bijbehorende plaatssymbool, de curve of het hoog- tekruisje te zetten? Er moeten toch bronnen zijn, topografische kaarten bijvoorbeeld, waarop die namen gewoon staan. Kun nen die dan niet gewoon worden overgenomen? Het antwoord hierop luidt, helaas, nee. De redacteur kan zieh niet onttrekken aan het nemen van persoonlijke beslissingen in deze. Ook wanneer hoegenaamd geen beslissing wordt ge- nomen, bijvoorbeeld door een bron klakkeloos over te nemen, wordt, zij het misschien onbedoeld en zelfs onbewust, een Stel ling ingenomen, of iemand anders' stellingname overgeno men. De beslissingen die moeten worden genomen hebben betrek king op verschillende aspecten van de naam. Een belangrijke keuze is of we gebruik willen maken van een lokale officiele naam of endoniem, of van een naam die is voorbehouden aan ons eigen, en soms ook ander allochtoon, taalgebruik: een ex0- niem. Voorbeelden van endoniemen zijn Paris (Frans), Firenze (Italiaans) en Warszawa (Pools), lokale namen voor de plaat sen die door buitenlanders worden aangeduid met exoniemen als Parijs, Parigi, Florence en Warschau. Van deze exoniemen is Parijs speeifiek Nederlands en Parigi Itahaans, terwijl Flo rence door het Nederlands wordt gedeeld met het Frans (waar- aan het door ons is ontleend), en Warschau idem dito met het Duits. Andere, verwarne keuzen hebben betrekking op samengestelde namendie vaak bestaan uit een speeifiek element (Garda) en een soortnaam of generiek element (meer, lake, lago), die soms, afhankelijk van de taal, met elkaar worden verbonden door middel van een voorzetsel (Italiaans di in Lago di Garda) of een vervoeging of andersoortige vormverandering (Trasimeen- se Meer voor Lago Trasimeno). Nemen we samengestelde na men integraal over uit de brontaal, of gaan we over tot ver- taling? Of laten we soortnamen gewoon weg, zodat Tennessee River simpelweg Tennessee wordt? En als we deze voor de hand liggende beslissing nemen - op de kaart gaat het uitein- delijk onmiskenbaar om een rivier - betekent dat dan ook dat we voor de Red River kunnen volstaan met Red, een bijvoeg- lijk naamwoord? Ook wat betreft het gebruik van lidwoorden moeten beslissin gen worden genomen: noemen we de verbinding tussen Noordzee en Atlantische Oceaan die Engeland van Frankrijk Scheidt simpelweg Kanaal of Het Kanaal? Is het Seine of La Seine? Om het moeilijker te maken kennen sommige talen zogenaamde postpositionele lidwoorden, waarbij het bepaalde lidwoord als een suffix aan de naam is verbonden, bijvoorbeeld in het Zweeds en Noors de uitgang —en. Noemen we de op alle kaarten waar Zweden op figureert voorkomende 'heldere rivier' (de) Klarälv of Klarälven het laatste is gebruikelijk in Zweden - of beperken we ons, zie het voorgaande, tot Klar? En, als we er voor kiezen om het buitenlandstalige lidwoord weg te laten, hebben we het dan ook over Lofot in plaats van Lofoten? De naam van deze Noorse eilandengroep is, in tegen- stelling tot wat het voor ons Nederlanders lijkt, enkelvoudig en bepaald. Een heel ander probleem waar we onherroepelijk tegenaan lo- pen wordt veroorzaakt door het voorkomen van andere, dat wil zeggen niet-Latijnse, alfabetten en zelfs niet-alfabetische schrift- systemen. Wat doen we met namen die in de eigen taal, bij voorbeeld Grieks, Russisch, Arabisch of Chinees, worden ge- schreven met voor ons vreemde of volstrekt onbegrijpelijke ka- rakters? In deze gevallen zullen we moeten kiezen tussen transcriptie, het imiteren van de klank van de naam met de La- tijnse letters zoals we deze in het Nederlands gebruiken, of transliteratie, het een voor een vervangen van (combinaties van) de vreemde schrifttekens door (combinaties van) Latijnse letters, eventueel met toevoeging van diakritische tekens: tre- ma's, accenten en wat dies meer zij. Bij transcriptie hebben we het bijkomende probleem dat we klanken moeten kiezen die behoren bij de uitspraak van een speeifieke groep mensen: dit geldt in extreme mate voor deels ideografische schriftsystemen als het Chinees, waarbij karakters niet staan voor de klank, maar voor de betekenis van de naam. Zo bestaat de Chinese naam voor Peking uit twee karakters, waarvan de ene 'noord(elijk)' betekent en de andere 'hoofd- stad'; een Mandarijns-sprekende Han-Chinees spreekt deze karakters ongeveer uit als Bei-Djing, terwijl een Japanner exaet dezelfde karakters bijvoorbeeld zou uitspreken als Kita-Kyo. Voor de Japanse 'hoofdstad van het oosten', To-Kyo, bestaat zo een identiek geschreven Chinees exoniem dat wordt uitge- sproken als Dong-Djing. Ook wanneer we kiezen voor transliteratie, dan verplicht deze keuze onmiddellijk tot een tweede beslissing: welk systeem van omzetting, welke transliteratiesleutel passen we toe? Los van transcriptie-, transliteratie- en vertalingsproblemen, moeten we per land of deel van een land, of ook per objectcate- gorie (landen, plaatsen, zeeen, rivieren, bergen enz.) kiezen van welke taal we uitgaan. Zelfs wanneer we de voorkeur geven aan exoniemen als Parijs, Florence en Warschau, zullen we al snel concluderen dat voor veruit de meeste geografische objecten gewoonweg geen Nederlandse namen voorhanden zijn. We 45

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 2002 | | pagina 47