rcJa^'nv™
47
KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
Roemeense Steden aan de Donau door
het Turkse leger, onafhankelijk. De oor-
log speelt zieh verder voornamelijk af op
Bulgaars grondgebied ten zuiden van de
Donau, waar met name de stad Pleven
(Plevna) het moet ontgelden.
In dit tumultueuze jaar verschijnt de
Schoolatlas der Geheele Aarde van Pieter
Roelof Bos. De namen die hij in de sinds
vele eeuwen tot het Ottomaanse Rijk be-
horende gebieden op de kaart vermeldt
werpen een licht op de etnische en histo
rische associaties die de benoemde objec-
ten in deze tijd wekken. Vermengd met
Turkse namen als Köstendsje (thans
Constaript, Roemenie), Roestsjoek (Ruse,
Bulgarije), Sjoemna (Sumen, Bulgarije),
Uskjub (Skopje, Macedonie), Kjöpruli
(Veles, Macedonie) en Feredsjik (Feres,
Griekenland) vinden we ook Slavische
vormen als Tsjernawoda (Cernavodä,
Roemenie) en Gabrowo (Gabrovo, Bulg
arije), Italiaanse als Durazzo (Dürres, Al-
banie) en Gallipoli (Gelibolu, Turkije),
en exoniemen ontleend aan uit het By-
zantijnse verleden overgebleven Griekse
vormen als Philippopel (Plovdiv, Bulga
rije) en Adrianopel (Edirne, Turkije).
Hoewel de naam 'Boelgarije' reeds is toe-
gevoegd aan de Donauprovincie van het
Ottomaanse Rijk, duidt in de naamge-
ving nog niets op de opkomst van natio
nale staten.
Figuur i. De Balkan in i8yy.
2002-XXV111-4
«RUSLAND
Oud-Arad
OOSTENRIJK-HONGARIJE |JkFoksjani 1
Temesvar Hermanstad Kfoonstadh Galats
Brall
Plojosjt
Roemenie 0
Krajowa .Tsjernawod-
Rneraroct '/««a
s) Köstendsje
Silistria
Roesjtsjoek
Plewna< Sjistowa
Boelgarije Sjoemna Warna
G^Q Prisjtina Sofia
ritza k Kazanlik
Esse
"Banjaloeka
Neusatz
Wersjits
Belgrado
Bosnie
Serajewo
Semendria
Servie
Boekarest
90030 Dzjoerdzjewo
Kroesjewats
ibazar* V* Niesj
M.
Ragusa
Cattar
Köstendit
Ski >eta<
Philippopel
Uskjub
drianopelV
T U R KIJ E Konstantinopely
Bitola
(Monastir)
Saloniki
r
Skoetar
Imbro yf
Metzowo
CorfüU i
Corfu Janina
Larissa
Limni
V5 '-yTfuiei
Santa Maura.,
Thiafa^ Missolongi -p.
^y^-Eubea, E\mpo
of Negropbnt
Midillu
<Lesb<
Cefalonia
■b&y. 1 Bergama
c~sj c_ (Pergamus)
Batras KorirTtT^t Sysssm
GRIEKENLAND Wm/si Vn0
Tnpolitzi -rfZ... *C,U*°not? N
Boedroen
TripolitA -JhermiajParo_ -^Hailcarnassusl
Neokastro Spart Sipheryd -p .pyp.
(NavaH„c,D
Santorin »/"'Rhodos
Cerigo^ J>
Chania Rhodos
Megalokastron
Jfonea)
A w-ÜSä/1 d i a
Kreta (Kandib)
Ook in het gebied van het onafhankelijke Griekenland, dat
zijn nationale identiteit als geen ander te vuur en te zwaard be-
vecht, verraden de namen dat het Griekse nog nieuw is. De
Ionische Eilanden, in 1863 door Groot-Brittannie overgedra-
gen aan Griekenland, dragen in de atlas van 1877 nog hun Ita
liaanse namen Corfu, Paxo, Santa Maura, Cefalonia, Zante en
Cerigo; de namen dateren uit de tijd waarin de eilanden be-
hoorden tot de Republiek Venetie, van de 14c eeuw tot de an-
nexatie van Venetie door Oostenrijk in 1797. Corfu, Zante en
Cerigo maakten, als enige der Griekse eilanden, dankzij de Ve-
netianen nooit deel uit van het Ottomaanse Rijk. Ook voor-
malige Venetiaanse bezittingen die lang geleden in Turkse han-
den overgingen, zoals Negroponte (in 1497) en Nauplia (in
1540), worden nog immer vermeld onder hun Italiaanse na
men, terwijl de Ege'ische eilanden die van 1207 tot 1566 tot het
Venetiaanse graafschap Naxos behoorden eveneens namen dra
gen die dat verleden nog verraden. Dat Griekse namen een pro-
bleem vormen blijkt uit de dubbele namen die veel objecten
dragen: 'Eubea, Evripo of Negropont', 'Hellada (Spercheus)',
'Liakura (Parnassus)', 'Mendeli (Pentalikus)', 'Trelo Vuno
(Hymettus)', 'Kuluri (Salamis)'. 'Golf van Argos of Golf van
Nauplia', 'Roefia (Alpheus)', 'Iri (Eurotas)', 'Neokastro
(Navarino)'. De Peloponnesos, internationaal nog bekend on
der de Venetiaanse naam Morea, is helemaal niet benoemd.
Op het tot Turkije behorende eiland Kreta zijn alle namen
voorzien van een aan de Venetiaanse benamingen ontleende
secundaire naam (een naam die tussen haakjes is toegevoegd):
Kreta (Kandia), Megalokastron (Kandia), Chania (Kania),
Psiloriti (Ida).
Montenegro en de Turkse vazalstaten Servie en Roemenie
worden in de atlas al getoond als onafhankelijke landen. In
overeenstemming met de nationale identiteit zijn de namen
in Servie en Montenegro, met uitzondering van de exoniemen
Belgrado (Beograd) en Semendria (Smederevo) en de Italiaan
se landnaam Montenegro zelf, al Slavisch. Opvallend is dat
ook in de Turkse gebieden die later door Griekenland zullen
worden geannexeerd de Griekse namen al overheersen, hoe
wel deze, met name het binnenland van Macedonie en Epi-
rus, in deze tijd vaak nog overwegend door 'Türken' (mos-
lims) worden bewoond. De Ege'ische eilanden die nog deel
uitmaken van het Ottomaanse Rijk zijn vaak dubbel be
noemd: Midillu (Lesbos), Sakys (Chio), Syssam (Samos),
Istankoi (Ko).
De meeste namen in het gebied zijn ontleend aan talen die
worden geschreven in niet-Latijnse alfabetten: Grieks, Ara
bisch voor het Türks en Albanees, en Cyrillisch voor de Slavi
sche talen en het Roemeens (hoewel deze laatste taal zieh sinds
de jaren 1860 van een Latijns alfabet bedient). De Griekse na
men lijken te zijn getranslitereerd, terwijl voor de Cyrillische
en Arabische voor transcriptie is gekozen.
Nieuwe staten en nieuwe Bosatlassen (1879-1902)
De Russen dwingen Turkije in maart 1878 - P.R. Bos werkt
aan de tweede editie van zijn atlas - tot het tekenen van het
vredesverdrag van San Stefano, dat voorziet in de stichting van
een Groot-Bulgaars rijk onder Russisch toezicht. Het verdrag
wordt echter niet erkend door de grote Europese mogend-
heden, die het in juli van dat jaar te Berlijn bijstellen. Daar-
mee halen ze een streep door het Groot-Bulgarije waarmee
Rusland de ambities waarmee het zieh een kwart eeuw eerder
de Krimoorlog op de hals haalde alsnog wil waarmaken.