KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
2002-XXVIII-4
In 1911 raakt Turkije in oorlog met -
Italie, dat het nog Ottomaanse Tripoli-
tanie inneemt. De strijd verplaatst zieh
het jaar daarop naar de Dardanellen, die
door de Italianen worden gebombar-
deerd om Turkse oorlogsschepen de
doorvaart te belemmeren naar het
Noord-Afrikaanse strijdtoneel. Het ei-
land Rhodos en de twaalf zuidelijke Spo
raden (Dodekanesos) worden om dezelf-
de reden door de Italianen bezet. De
strijdende partijen in Macedonie maken
van de gelegenheid gebruik om een po-
ging te ondernemen zieh van de Türken
te ontdoen alvorens elkaar weer in de
hären te vliegen. Van de weeromstuit
komen 00k de Albanezen in opstand te-
gen het zichtbaar tanende gezag van de
Turkse overheersers. De Albanezen wor
den tijdelijk tevreden gesteld met een ze-
kere mate van autonomie, maar worden
meegezogen in de oplaaiende burgeroor-
log in Macedonie wanneer Montene-
grijnse guerrillastrijders zieh in Albanie
op de Türken störten. Ondertussen
doen Grieken uit Kreta een poging het
autonome Turkse eiland Samos in te ne-
men; de poging wordt verijdeld door de
Britten en de Fransen, als wäre het om
aan te tonen dat deze de Türken toch
noch enige bescherming bieden. Dit-
maal is een nieuwe Balkanoorlog niet
meer af te wenden: Servie, Montenegro,
Bulgarije en Griekenland brengen geza-
menlijk driekwart miljoen man onder de
wapenen, en eisen in een Ultimatum dat
Turkije binnen drie dagen volledige on-
afhankelijkheid verleent aan Albanie,
'Oud-Servie' en Macedonie. Turkije
weigert, en is in oorlog.
In de oorlog die de geschiedenis in zal
gaan als de Eerste (sie!) Balkanoorlog,
wordt Turkije, dankzij de Jong-Turken
Europeser dan ooit, bijkans Europa uitge-
dreven. Bulgaarse troepen rukken op in
Thracie en naderen de Turkse hoofdstad
Konstantinopel dicht genoeg om de wa-
tertoevoer af te sluiten. Servische troepen
nemen de Turks-Macedonische Steden
Üsküb (Skopje) en Monastir (Bitolia) in,
en verenigen zieh bij Kumanova (Ku-
manovo) met de Montenegrijnen. De
Grieken, tenslotte, maken zieh meester
van de als 'Noord-Grieks' beschouwde
Macedonische havenstad Saloniki (Thes
saloniki), en rukken op naar Epirus. Al
banie, terecht bevreesd dat het als Türks
territorium zal worden ingenomen door
en verdeeld tussen de Grieken, Serviers en
Montenegrijnen, verklaart zichzelf - ove-
rigens tevergeefs onafhankelijk.
De 20e editie van de atlas, die uitkomt in
1912, verraadt, begrijpelijk gezien de pro-
ductietijd, nog niets van het oorlogsgeweld; alleen wordt Kreta
met een vooruitziende blik door middel van een grenslijntje van
Turkije afgescheiden en wordt de hoofdstad Vathy, waarmee de
autonomie van Samos werd onderstreept, van de kaart verwij-
derd. De uitkomst van de oorlog is ongewis, terecht wordt de
moeite niet genomen het namenbeleid te heroverwegen.
Wanneer de oorlog met Turkije wordt beeindigd en dit land,
op de knieen gedwongen, in 1913 in Londen een vredesverdrag
tekent waarin (eindelijk) de aansluiting van Kreta bij Grieken
land de iure wordt erkend, en de grens van het Ottomaanse
Rijk wordt teruggeschoven tot een dwars door Thracie getrok-
ken rechte lijn tussen de plaatsjes Enos (aan de Ege'ische zee)
en Midia (aan de Zwarte Zee), keert Bulgarije zieh tegen Ser
vie en Griekenland, die zieh met elkaar hebben verbonden in
een nieuwe alliantie. Turkije is af, het spei gaat door onder de
naam 'Tweede Balkanoorlog'. Roemenie sluit zieh aan bij de
Servisch-Griekse alliantie met de bedoeling Bulgarije het zui
delijke deel van de Dobroedsja afhandig te maken. Tegen de
spelregels in begeeft 00k Turkije zieh weer in de strijd: de ver-
leiding om zieh op het al van drie kanten belaagde Bulgarije te
werpen en het door de Bulgaren bezette deel van Thracie te
heroveren is te groot. De oorlog duurt slechts een maand, maar
kost Bulgarije bijna al het op de Türken veroverde grondge-
bied: alleen het oostelijke deel van het Macedonisch-Thracische
Ege'ische kustgebied blijft onder de voorwaarden van het in
Boekarest getekende vredesverdrag Bulgaars. De zuidelijke
Dobroedsja moet worden afgestaan aan Roemenie. Servie en
Griekenland proberen zieh na Boekarest nog te goed te doen
aan Albanie, en bezetten resp. Shkoder en Noord-Epirus, maar
worden teruggefloten door Oostenrijk-Hongarije en Italie.
De 2ie druk van de Bosatlas komt uit in 1914, het jaar waarin
de wereld zal worden opgeschrikt door de moord, gepleegd
door een Servische nationalist in de Bosnische hoofdstad
Szegedm .Arsd
Maria Theresiopel
(Szabadka) OOSTENRIJK-HONGARIJE
RUSLAND
Temesvar Hermannstadt Kronstadt!
Neusatz
.Versecz
(Wersjits)
Banjaluka
Sarajevo
ROEMENIE
Craiova
Boekarest.
(Bucuresci)
Giurgewo
Be°grad) (Smederevo)
SERVIE
stantsa
tendsje)
Svistov (Roesjtsjoek)
Soemla )Varna
Kazanlik
Krusevac
Movipasar P,even
3W Pristina
Philippopel
Moslar
Boergas
Cattar
Adrianopel
Figuur 4. De Balkan
in 1913.
Prrstina Göstenciii BULGARIJE Jambo1
A 'Skodra of V
Scutari Skoplje
Durresiof) -
B Durazzo y
ofüskubr.—
"N KonstantinobeiTr
Oh'riria Bitolia of 2 Seres. I
0hn*a Monastir- '"Uj
Saloniki Dede Agatsj (Scuta^^
Walona j f? g ^r'1
(Avlona)
Metsovon
Larissa Limno.
Volos
GRIEKENLAND
ALBANIE
CorfiflD
Corfu"
(Kerkyra)
"Joannina
(Jan i na)
Leukas Evripo, fuöoea
(Sta. Maura), Mesolongion 'x'W of Negroponte
Ithaku «Vli^solunghii Thebe .Chalkis
»WS? T"
Kephalliniai j-
(Cefalonia) ß^träs
Imbrosx^
Mytilin
(Pergamon)
TURKIJE
Smyrna
Zante
(Zakynthos)
Pätras i^,nc'ros Samoß
N.-KorintheSi^Tinos
/IMnofis 0 Mykono
P° lNaxos
PylosV \Sparta, Siphnös
rarino} - X TT) V»,
N!w
Kythira
(Cerigo)
Iwli
Santorim
\.Nio
Oos)
nassus)
Ko!V?
Astropaiia 9
Tilos -
j Rhodo
Anmytoirs,^™ «"P*»-»
(Cerigotto)* Kreta K
Candia
Kasos
51