KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
Geographie complete du Royaume. Het is een heel klein atlasje
(slechts 15 cm op 11,5 cm groot) geschreven, getekend en uitge-
geven door C. Callewaert te Brüssel. Zoals alle adassen die tot
nu toe werden vermeld, beslaat de ene bladzijde een kaart, en
de overstaande bladzijde begeleidende tekst. Deze atlassen doen
dus tegelijk dienst als atlas en als leerboek. Op sommige pagi-
na's staan vragen ('Exercices') voor de leerlingen om de kaart
beter te kunnen analyseren (zie hiervoor). Het is een atlasje be-
stemd voor het lager onderwijs, en is dankzij zijn uitstekende
kartografische en informatieve kwaliteit zeker het vermelden
waard.
In 1867 verscheen voor het eerst de Atlas de Geographie
physique, politique et historique van Alexis-M.G. Dit is de eerste
Belgische schoolatlas die qua samenstelling (enkel kaarten en
tekeningen, geen tekst) en formaat (22 x 32 cm) vrij goed aan-
leunt bij de huidige schoolatlassen. Bij deze schoolatlas hören
handboeken, wandkaarten en oefenschriftjes. Voor de weerga-
ve van gebergten worden hellingschrapjes toegepast. De
schrapjes zijn in bister aangebracht zodat, zeker in bergrijke
gebieden, de kaart duidelijk en leesbaar blijft. Bij de over-
zichtskaarten van Azie, Amerika, Afrika en Oceanie werd een
inzetkaartje geplaatst van Frankrijk en Belgie op dezelfde
schaal als de overzichtskaart, zodat vergelijking van lengte en
oppervlakte mogelijk was. In deze atlas werden 00k enkele to-
pografische kaarten van Belgie opgenomen met schaal
1:160.000 en 1:40.000 zodat de leerlingen gewoon raakten aan
deze grotere schalen, die tot dan toe nooit in een atlas werden
opgenomen.
De Algemeene atlas der natuurkundige en staatkundige aardrijks-
kunde ten gehruike bij het middelbaar en normaal onderwijs
(Namen, 1891) is de eerste Belgische Nederlandstalige schoolat
las die qua samenstelling en formaat lijkt op de huidige Belgi
sche schoolatlassen. Deze atlas naar de hand van J. Roland werd
voor het eerst eind de jaren tachtig van de 19c eeuw uitgegeven
door uitgeverij Wesmael-Charlier, Namen. Na enkele drukken
kwam er een tweede auteur bij, namelijk E. Duchesne. Het was
de Nederlandstalige tegenhanger van de Franstalige Atlas gener al
de geographie physique et politique a l'usage de l'enseignement moyen
et de l'enseignement normal of 00k kortweg l'Atlas Roland ge-
noemd. Naast talrijke overzichtskaarten, komen er 00k een be-
hoorlijk aantal thematische kaarten in voor, vooral in verband
met bodemgesteldheid, 'voortbrengselen', nijverheid en handel.
De atlas is opgebouwd uit een bundel stevige samengevouwen
bladeren, längs een zijde bedrukt. De weergave van de gebergten
is vrij primitief, er komen veel pasproblemen voor en de schaal
(overal grafisch) wordt wel eens vergeten.
Er dient 00k vermeld te worden, dat onder meer na de ie
Wereldoorlog, bij gebrek aan Nederlandstalige atlassen, onder
andere Duitstalige atlassen werden gebruikt in het Vlaamse
onderwijs. Zo werd bijvoorbeeld aan de Normaalschool aan de
Heuvelpoort te Gent de Schul-Atlas für Höhere Lehranstalten
van C. Diercke en E. Gaebler, uitgegeven door Westermann
G., Braunschweig, gebruikt na woi.
Reeds voor de Eerste Wereldoorlog was er in Brüssel (1911) een
Franstalige, voor de Belgische markt bewerkte uitgave versehe
nen van de beroemde Duitse Methodischer Schulatlas, van
Sydow-Wagner, de Atlas classique de geographie, met als redac-
teur P.Michotte, hoogleraar geografie te Leuven. Het is de
voorloper van licentie-uitgaven van buitenlandse schoolatlas
sen gericht op het Belgische onderwijs.
Eind jaren 1930 evolueerde de Algemeene atlas der natuurkun
dige en staatkundige aardrijkskunde ten gebruike bij het middel
baar en normaal onderwijs tot de veelgebruikte Algemene Atlas.
2002-XXV111-4
Verzameling Roland. De oorspronkelijke auteurs zijn J. Roland,
E. Duchesne en J. Halkin. Aan de laatste edities (begin jaren
tachtig van de 20e eeuw) werkten M. De Roeck, J. Tilmont,
C. Debulpaep en J. Lambion mee. Het betrof een degelijke
schoolatlas, maar het kleurgebruik liet al eens te wensen over.
In sommige uitgaven leidde dit soms tot zeer siechte relief-
weergaven, 00k al omdat geen gebruik werd gemaakt van scha-
duwering. Het is tevens een van de eerste atlassen van Belgi
sche makelij met een degelijke index achteraan. Vanaf 1982,
toen de atlas werd uitgegeven door Wesmael-Charlier en
Wolters Leuven samen, onderging de atlas een (positieve) me-
tamorfose: geen schreeuwerige kleuren meer, talrijke actuele
thematische kaarten, zeer degelijke struetuur en vormgeving.
Toen Wesmael-Charlier failliet ging, werd deze schoolatlas op-
gekocht door Wolters Leuven; hij heet voortaan Wolters'
Algemene Wereldatlas. Dit is de Vlaamse versie van de Neder-
landse Grote Bosatlas.
Wanneer men de situatie in de Vlaamse secundaire Scholen
bekijkt in de jaren 1970, dan steh men vast dat er toen niet
minder dan 8 verschillende schoolatlassen werden gebruikt! De
meest gebruikte daarvan zijn in dalende volgorde De kleine
Wereldatlas, Wolters Leuven, de eerder vermelde Algemene
Atlas. Verzameling Roland, de Vereenvoudigde atlas. Verzameling
Roland en de Atlas Belgie en de Wereld van uitgeverij De Sikkel.
Menigen zijn het erover eens dat deze laatste de beste school
atlas is die Viaanderen ooit gekend heeft. Zowel kartografisch,
inhoudelijk als didactisch is het een atlas van hoogstaand ni-
veau.
De toenemende concurrentiedruk en rationalisering hebben
ervoor gezorgd dat het aanbod momenteel is afgeslankt tot
drie schoolatlassen. Wolters' Algemene Wereldatlas en Wolters'
Kleine Wereldatlas worden uitgegeven door uitgeverij Wolters
Plantyn, en de Standaard Atlas Mens en Aarde wordt uitgege
ven door de Standaard Educatieve Uitgeverij.
De huidige Vlaamse schoolatlassen gebruikt in het
secundair onderwijs
De drie atlassen kunnen met elkaar vergeleken worden qua in-
houd en vorm. Naast deze onderlinge vergelijking kunnen zij
00k geplaatst worden naast de situatie van dertig jaar geleden,
toen nog acht atlassen in omloop waren.
Wat de opbouw betreff, begint men in de twee atlassen van
Wolters Plantyn met de kaarten van Belgie en 'zoomt men uit'
naar kaarten over de aarde. Bij de Standaard Atlas Mens en
Aarde vertrekt men van de aarde, vervolgens Europa algemeen,
dan Belgie, waarna men terug uitzoomt' naar Europa regionaal
en de andere werelddelen. Bij de verdeling van het aantal kaar
ten over de verschillende geografische gebieden vindt men de
grootste fluetuaties tussen de drie atlassen bij de kaarten van
Belgie, Europa regionaal en de kaarten over de aarde. In verge
lijking met dertig jaar geleden merkt men dat over het alge
meen het aantal kaarten over de Europese regio's is afgenomen
ten voordele van de kaarten over de aarde.
Het aantal thematische kaarten bij de drie atlassen bedraagt
meer dan 80% van het totaal aantal kaarten, wat ongeveer 5%
meer is dan het gemiddelde 30 jaar geleden. In de Standaard
Atlas Mens en Aarde heeft men soms de neiging om teveel in-
formatie op een kaart te plaatsen, wat de kaart overladen
maakt en waardoor de didactische waarde ervan afneemt.
In de Wolters' Kleine Wereldatlas zijn minder soorten kaart-
typen en minder diagrammen te vinden dan in de twee andere
atlassen. Dit is echter logisch aangezien deze atlas gericht is
71