sä—r-=ar
76
KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
2002-XXVIII-4
n uos ZEEiAND
MW» MM skenm
Figuur 2. Schoolwandkaart van de provincie Zeeland uitgegeven door P. Noordboff te Groningen-
Bataviaderde druk door K. Zeeman, schaal 1:100.000, [1934].
mige gevailen vrij willekeurig gekozen lijken te zijn. De infor-
matieve waarde van deze aanduidingen is dan 00k niet groot.
De omschrijving verändert wel eens in de fondscatalogus en/of
op de kaart in het geval van een herdruk, en niet altijd is dui-
delijk of het daadwerkelijk een onderdeel is van de kaarttitel of
alleen als verduidelijking is toegevoegd in de fondscatalogus.
In de tabellen is de meest aannemelijke omschrijving op de
eerste druk van de kaart gebruikt. In een enkel geval was een
wandkaart leverbaar zonder namen ('blind') of met namen.
De eerste vermelding van een wandkaart in een fondscatalogus
kan in een later jaar vallen dan het jaar van uitgave, aangezien
in bepaalde perioden - niet elk jaar een nieuwe fondscatalo
gus verscheen en sommige catalogi niet beschikbaar bleken.
Deze onzekerheid (circa 1 tot 3 jaar) is in de tabellen aangege-
ven met puntjes. Ook in de drukaanduidingen van de her-
drukken zit soms een vergelijkbare onzekerheid. Een druk
raakt soms uitverkocht, terwijl de volgende herdruk nog niet
beschikbaar is ('ter perse' of'in herdruk'). Dit wordt in de ta
bellen aangeduid door een lege ruimte tussen twee drukaan
duidingen. Om ruimte te sparen is vooral in de Wolters-tabel
van enkele kaartseries niet elk kaartonderwerp genoemd maar
alleen de titel van de kaartserie. In dat geval betekent een her-
haling van drukvermelding dat niet alle kaartonderwerpen van
de serie in hetzelfde jaar werden herdrukt.
'Oude fonds'
In een catalogus met de uitgaven van Wolters van 1836 tot
1906 [de Buck, 1969] worden de uitgaven van voor 1906 aan
geduid met de term 'oude fonds'. Uit deze catalogus kan wor
den afgeleid dat een groot deel van de wandkaarten uit het
'oude fonds' zelfs in het archief van Wolters ontbreekt. Een
vergelijking van de twee tabellen laat zien dat Wolters vanaf
circa 1870 wandkaarten uitgaf, ongeveer 25 jaar voor Noord-
hoff daarmee begon, en circa vijftien jaar na het verschijnen
van de eerste atlas bij Wolters (1855). De
opname van atlassen en wandkaarten in
het fonds in deze periode hangt samen
met het van kracht worden van een
nieuwe wet op het lager onderwijs
(1857), waarbij aardrijkskunde een ver-
plicht vak werd. De invoering van de
leerplicht in 1900 veroorzaakte een Ster
ke toename van het aantal leerlingen op
de Scholen. Wellicht was dit voor
Noordhoff aanleiding om in de jaren
hierna een groot aantal wandkaarten aan
het fonds toe te voegen (zie tabel 1). In
1906 werd er een ingrijpende reorganisa-
tie bij Wolters uitgevoerd. Dit kan ver
klaren dat diverse wandkaarten van
Wolters in die periode uit de fondscata
logus verdwenen (zie tabel 2). Een aantal
daarvan (de vier Nederland-kaarten van
J. Huizinga) doken kort daarna weer op
in de fondscatalogus van Noordhoff, en
bleken samengevoegd te zijn met de nieu
we serie provinciekaarten van R. Bos.
Herdrukken
Een uitgever van wandkaarten zal het
aantal exemplaren dat van een bepaald
kaartontwerp gedrukt moet worden
steeds af laten hangen van de marktom-
standigheden. Toch kan het aantal keren
dat een kaart herdrukt wordt als een
ruwe indicatie voor de verkochte aantal-
len van die kaart worden beschouwd en
dus voor het succes van die kaart in on-
derwijskringen. De succesvolle wand
kaarten zijn dan ook in tabellen 1 en 2
eenvoudig te herkennen. Zeker als een
kaart in circa tien jaar drie maal herdrukt
moet worden, voorziet deze blijkbaar in
een behoefte. Voorbeelden daarvan zijn
de tweede tot vijfde druk van de Wereld-
kaart van Luinge, Stegeman e.a. (tabel 1)
en de eerste tot vierde druk van de Nieu
we wandkaart van Europa van Noordhoff
en Zeeman (tabel 2). Kaarten die een
groot aantal keren zijn herdrukt (bijvoor-
beeld meer dan vijf maal) lijken door-
gaans geheel niet meer op de uitgangs-
situatie, de eerste druk.
Tabellen 1 en 2 kunnen echter ook ge
bruikt worden om de winkeldochters op
te speuren. Als wandkaarten decennia-
lang in dezelfde druk werden aangebo-
den moet dat wel betekenen dat het met
de verkoop geen storm liep. Daarnaast
betekent het dat de bruikbaarheid van
de kaart niet veel verminderde ondanks
alle veranderingen in het (politieke)
landschap. De provinciekaarten van
Schoonbeek waren (in tweede druk)
leverbaar van 1911 tot 1955. De zeer een-
voudige opzet van deze kaarten maakte