77
KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
2002-XXVIII-4
ze wellicht ongevoelig voor allerlei klei
nere landschapsveranderingen. Her blijft
echter opmerkelijk dat er in 1955 door
Noordhoff nog steeds een kaart van
Noord-Holland zonder Wieringermeer-
polder wordt aangeboden. Een andere
winkeldochter is De aarde in halfronden
van R. Bos uit 1909 (het jaar van uitgave
Staat in grote letters op de kaart), waarin
de Nederlandse gebieden en vooral
Oost-Indie opvallen door hun rode
kleur. In i960 stond deze kaart nog
steeds in de fondscatalogus.
Door de combinatie van de economi-
sche crisis en de invoering van een nieu-
we spelling in 1934 kregen veel school-
uitgevers in de loop van de jaren dertig
met zwaar weer te maken [Smit, 1986].
In tabellen 1 en 2 is te zien dat beide uit-
gevers in de tweede helft van de jaren
dertig slechts enkele nieuwe kaarten op
de markt hebben gebracht. De Tweede
Wereldoorlog bestendigde deze situatie.
Ook de tweede helft van de jaren veertig
was een zeer stille periode. Pas na 1950
Steeg het aantal uitgegeven wandkaarten
weer sterk. Een inhaalvraag zal hier na-
tuurlijk een rol hebben gespeeld. De ja
ren vijftig en zestig van de vorige eeuw
kunnen als de laatste bloeiperiode van de
Nederlandse schoolwandkaart worden
beschouwd.
Assortiment
Natuurlijk had zowel Noordhoff als
Wolters diverse wandkaarten in elk van
de vier categorieen van tabel 1 en 2.
Toch zijn er wel enkele opvallende ver-
schillen tussen het wandkaartenassorti-
ment van beide uitgevers. Wandkaarten
die Nederland, Nederlands Oost-Indie,
Europa of de wereld als onderwerp heb
ben, zijn meestal van groot formaat (150
250 cm in de hoogte en/of de breedte).
Daarentegen zijn wandkaarten die een
Nederlandse provincie, een Europees
land of een werelddeel (exclusief Europa)
als onderwerp hebben doorgaans van
klein formaat (80 cm bij 100 cm, liggend
of staand, is een karakteristieke grootte).
Grofweg gezegd had Wolters een ruimer
assortiment aan groot formaat kaarten,
terwijl bij Noordhoff meer energie werd
gestoken in kaarten van klein formaat.
Wolters had vaak wel drie keuzemoge-
lijkheden voor elk van de vier groot for
maat onderwerpen. Vooral bij Neder-
land-kaarten, Nederlands Oost-Indie-
kaarten en godsdienstlandkaarten is het
verschil met Noordhoff duidelijk. Een
blik op tabel 1 laat al zien dat bij Noord
hoff de klein formaat kaarten overheer-
Figuur 3. Schoolwandkaart van de provincie Zeeland uitgegeven door P. Noordhoff te Groningen-
Djakarta, vierde druk door K. Zeeman, schaal 1:100.000, [1955].
sten. Noordhoff had twee complete series provinciekaarten, te-
gen Wolters een. Wolters had een serie van acht Europese lan
den (pas vanaf 1924), Noordhoff had al vanaf 1904 een serie van
veertien landen (later uitgebreid tot vijftien met een Alpen-
kaart). Een vergelijkbaar beeld geldt voor de werelddelen. Maar
niet alleen was het assortiment aan kaarten van de provincies,
landen en werelddelen groter, de kaartseries van Bos, Zeeman
en De Ley werden ook nog eens regelmatig herdrukt. Kwanti-
tatieve gegevens ontbreken, maar waarschijnlijk zijn de kaarten
uit deze drie kaartseries de meest verkochte wandkaarten in Ne
derland geweest. Andere voorbeelden van bij Noordhoff ver
sehenen kaartonderwerpen, op klein formaat en niet te vinden
in het fonds van Wolters, zijn de Noord-Amerikaanse spoor-
wegenVerenigde Staten, Curagao en een Zendingskaart.
Rond 1932 had Wolters maar liefst negen wandkaarten in het
assortiment die betrekking hadden op Nederlands Oost-Indie
(in tegenstelling tot twee bij Noordhoff). Alleen al hieruit kan
een sterke gerichtheid van Wolters op dit gebied worden afge-
leid. Deze uitgever had dan ook al in 1920 een vestiging in
Batavia. Noordhoff kon niet achter blijven, en opende in 1931
een kantoor in Indie [Smit, 1986]. Een door Wolters uitgegeven
serie (1928, 1930) van vier wandkaarten van C. Lekkerkerker
(Sumatra en de drie provincies van Java) is bijzonder, omdat
deze kaarten tweetalig (Nederlands en Maleis) zijn uitgevoerd
om het gebruik op Indische Scholen te bevorderen.
Zeeman
Het hierboven genoemde succes van de Bos-Zeeman-De Ley
wandkaarten van de provincies, de Europese landen en de we
relddelen is voor een deel toe te schrijven aan het vakman-
schap van K. Zeeman (zie bijvoorbeeld de discussie bij figuur 1
en 2). Maar niet alleen Noordhoff heeft hiervan geprofiteerd,
Zeeman heeft ook voor concurrent Wolters veel werk verricht.
In tabel 2 is te constateren dat de twee Nederland-kaarten