Nur leer scheinende Karten... KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT ARTIKEL F.J. Ormeling sr. In het voorwoord van de eerste druk van zijn bij J.B.Wolters, Groningen, in 1877 versehenen atlas Steide redacteur P.R. Bos (1847-1902) nadrukkelijk dat hij een dui- delijke, goed leesbare atlas wilde bren- gen, vooral niet overladen met namen. Hij volgde het devies van de Duitse geo- graaf/natuur-onderzoeker Alexander von Humboldt (1769-1859): Nur leer scheinen de Karten prägen sich dem Gedächtnis ein. De opvolgers van Bos zijn steeds trouw gebleven aan deze beginselverklaring. Zij hebben de 'kunst van het weglaten' steeds met verve beoefend en daardoor zijn hun atlaskaarten goed leesbaar ge bleven. Terwijl grote handatlassen zoals de Times Wereldatlas het tienvoudige aan namen bevatten telt de thans 125-jarige Grote Bosatlas er slechts circa 20.000. Deze beperking heeft zonder twijfel in belangrijke mate bijgedragen tot het suc- ces van dit kaartwerk. De vraag kan worden gesteld bij welke gelegenheid Von Humboldt het motto waarmee de eerste druk van de Bos de wereld inging heeft verkondigd. Voor de beantwoording is bestudering van de ge- schiedenis en ontwikkeling van school- atlassen gewenst. AI spoedig wordt dan immers duidelijk dat Von Humboldt niet de eerste was die het gevaar van de dreigende volte en onleesbaarheid van kaarten heeft ingezien. Atlasredacteur Johann Huber uit Hamburg, om maar een voorbeeld te noemen, gaf in 1719 een 18 kaarten teilende atlas uit, de Atlas Methodicus, waarin ter wille van de lees- baarheid toponiemen slechts door begin- letters werden weergegeven. Deze wer den verklaard in een register dat door de leerlingen afzonderlijk geraadpleegd moest worden. Omstreeks 1800 experi- Prof.dr. F.J. Ormeling sr. (overleden I mei 2002) was van 1956 tot 1977 redacteur van de Bosatlas. menteerde uitgeverij Gaspari te Weimar met een andere va- riant. Zij publiceerde atlasjes met toenemende namendichtheid, een eerste verschijning van de zogenaamde 'Stufenatlanten' waarin de leerstof in trappen wordt aangeboden, al naar gelang de leeftijd van de leerlingen, zoals thans nog in de Kleine re- spectievelijk Grote Bosatlas geschiedt. De Verdienste de onderwijskartografie een stevige basis te heb ben gegeven komt toe aan de officieren Theodor von Liechtenstern (1800-1848) en Emil von Sydow (1812-1873), do- centen aan militaire academies respectievelijk te Berlijn, later Magdeburg, en Erfurt. Hun atlassen, die vele edities beleefden, munttert onder andere uit door strenge selectie van gegevens. 'Soviel wie nötig, so wenig wie möglich!' De atlas van Von Liechtenstern werd na zijn dood (1848) bewerkt en voortgezet door Henry Lange (1821-1893), alumnus van de Geographische Kunstschule van Heinrich Berghaus te Potsdam. Zijn bewer- kingen, versehenen bij Westermann Verlag te Braunschweig, kunnen als directe voorlopers beschouwd worden van de atlas sen van Carl Diercke (1842-1913), die in 1883 de rij openden van de veelzijdige schoolatlassen die in onze tijd een optimale vorm bereiken. Het was 00k de genoemde Von Liechtenstern die ons op het spoor bracht van de uitspraak van Von Humboldt. In een arti- kel uit 1842 citeert hij Von Humboldt die naar aanleiding van de verschijning van een Schulatlas für Gymnasien und Bürger schulen te Leipzig in een schrijven de redacteur, een zekere Dr. Carl Vogel, complimenteert met de "Klarheit und Spar samheit der Benennungen". En, zo voegt hij daaraan toe: "Die Überfullung von Schulkarten wodurch alle Übersicht verschwin det ist mir ein Gräuel. Nur leer scheinende Karten prägen sich dem Gedächtnis ein!" Hier is dus slechts sprake van een citaat. De eigenlijke brief van Von Humboldt kon ondanks naspeuringen van de Staats bibliothek te Berlijn (Dr. Lothar Zögner wordt hier bedankt voor zijn langdurige inspanningen) en de Universitätsbiblio thek te Halle niet achterhaald worden. Nu de herkomst van Von Humboldt's motto is getraeeerd kan men zieh afvragen hoe het contact met redacteur P.R. Bos tot stand is gekomen. De beantwoording van deze vraag lijkt niet 7

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 2002 | | pagina 9