Zo moeilijk als het verzamelen van de eerste lodingen was, zo eenvoudig was hun kartering. Naarmate er meer lodin gen kwamen werd het ingewikkelder: De eerste paar diepzeelodingen konden bij de ontwikkeling van de General Ba- thymetric Chart of the Ocean door Prins Albert-I vrij eenvoudig geplaatst worden in de grote witte ruimte tussen de gebruikelijke dolfijnen en walvissen. Aanvankelijk gebeurde dit met een klein groepje deskundigen. Naarmate het aan- tal diepten toenam werd de kartering via een steeds groter wordende kring van medewerkers steeds verder gei'nstitutio- naliseerd. 15 KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT doen t.a.v. positie- en dieptenauwkeu- righeid. De verzamelde gegevens van het dcdb worden bij her ngdc opgeslagen te za- men met de gebco (databases van we- reldwijde geofysische gegevens, verza- meld tijdens wetenschappelijke zeerei- zen. Dat bestaat naast dieptegegevens uit magnetisme, zwaartekrachtvariaties en seismische informatie.). Deze geodas- database wordt door het ngdc van tijd tot tijd op cd-rom gepubliceerd, samen met bijbehorende toepassingssoftware. Tussen de cd-rom's door worden nieuwe gegevens via internet openbaar gemaakt. Ten behoeve van de gebco Digital Atlas (1997) werd door ngdc een uitdraai tot en met januari 1997 ter beschikking ge- steld. Het dcdb van de iho onderzoekt thans 00k de mogelijkheden om in de database 00k multibeam gegevens op te slaan. Voorlopig wordt in ieder geval een regi- stratie bijgehouden van beschikbare multibeam series.4' De kartografische eindproducten Het doel was en bleef vanaf de eerste dag: het uitbrengen van een gezagheb- bende wereldkaart met oceaandiepten. 2003-xxix-i Figuur 5. Dieptelij- nen GEBCO Digital Atlas. Geschiedenis van de GEBCO-kaart 1899 7e Internationaal Geografisch Congres te Berlijn. Op initiatief van Prins Albert I van Monaco wordt een kleine groep deskun digen bijeengebracht voor de eerste uitgave van de GEBCO. 1903 Aanvang le editie, 24 grote kaartbladen; wereldkaart serie 1:10.000.000, bevattend meer dan 18.900 diepten. 1912-1927 2e editie. Ontwikkeling van het echolood. Albert I vraagt het Internationaal Hydrografisch Bureau (IHB) het programma over te nemen. 1932-1955 3e editie. 370.000 lodingen worden door het IHO geplot op 1001 'minuutbladen' (plotting sheets) schaal 1:1.000.000, waar- uit de diepten werden geselecteerd voor de 18 bladen 1:10.000.000 die herzien worden. Door diverse oorzaken is deze serie nooit voltooid [IHO], 1955-1974 4e editie. 17 verschillende landen maken de minuutbladen. De productie en druk van de kaartbladen berust (sinds 1962) bij het Institut Geographique Nationale te Parijs. IHB is coördina- tor. Nederland is belast met 6 minuutbladen in de Caribische Zee en 7 in de noordelijke Stille Zuidzee, beoosten Nieuw Guinea. 1972 Tijdens de productie van de Vierde editie komt er, ondanks de grote inzet kritiek van wetenschappelijke zijde, o.a. tijdens de ICA-conferentie 1972 in Ottawa. Het gevoelen was dat 'de GEBCO in haar toenmalige vorm niet aan de eisen van de we tenschappelijke wereld voldeed'. Als een reactie daarop werd in 1973 de GEBCO-commissie omgezet in een 'Guiding Com- mitee' met gelijke vertegenwoordiging van IHO en IOC. Te- vens werd een 'füll time geo-science unit' (UNESCO) opge- richt, met regionale secties die de kaartering op zieh zouden nemen. Het IHB behield de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor de kartografische aspecten van de voorbereiding. De we tenschappelijke verantwoordelijkheid voor de inhoud werd se- dert 1974 gedragen door de adviserende wetenschappelijke organisaties SCOR IAPSO en CMG. Het betreft dan voorna- melijk het tekenen en generaliseren van de dieptelijnen. 1974 In dat jaar werden de specificaties gemaakt voor de 5e editie, die tot stand kwam tussen 1978 en 1983. 1975-1983 De 5e editie was voorlopig de laatste papieren versie. Hiertoe werden door 18 vrijwillige lidstaten 655 'Ocean Plotting Sheets gecompileerd. De kartografische productie en druk van de 18 kaartbladen was in handen van de Canadese Hydro- grafische Dienst. De eerder genoemde Atlas der Oceonen geeft van deze 5e edi tie een groot aantal voorbeelden. Van enkele bladen van de vijfde editie zijn inmiddels herziene versies uitgebracht.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 2003 | | pagina 21