26 KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT De digitale 'quad-eenheid' geeft tegelijkertijd de Signalen weer van de videocamera, de draadloze microfoon die de testper- sooon draagt en de Computer. De Signalen zijn gesynchroni- seerd en verschijnen in een in vieren gesplitst scherm van een televisiemonitor (figuur i linksonder). Het beeld toont de test- persoon in perspectief, zodat de gelaatsuitdrukkingen en een behoorlijk deel van de lichaamsbewegingen te zien zijn. Alles op de Computermonitor (muisbewegingen, animatiescenes) is eveneens te zien. Het beeld van de tv-monitor wordt opgeno- men op de Videorecorder. Voor verdere systeemspecificaties wordt verwezen naar Van Elzakker [1998]. Karakteristieken van de animaties Voor de test zijn drie in complexiteit varierende datasets gese- lecteerd: demografische veranderingen in Overijssel van 1811- 2001, sterfte door aids in de Verenigde Staten van 1981-1992 en de groei van de stad Enschede tussen 800 en 1998. Het karakter van de kaarten (type en complexiteit) bei'nvloedt de kaartgebruikstest. Daarom is speciale aandacht besteed aan het ontwerp. De animaties zijn eerst volgens de kartografische ontwerpprincipes vervaardigd om verkeerde interpretatie bij gebruikers te minimaliseren. Nadat verschillende kartografen en geodata-gebruikers ernaar hadden gekeken, zijn de ontwer- pen vervolgens aangepast om de animaties geschikt te maken voor de beoogde gebruikers. De drie typen animaties voor een bepaalde dataset hebben hetzelfde niveau van informatiedicht- heid en complexiteit, maar onderling varieren de datasets van simpel twee- tot driedimensionaal. Respondenten moeten de- zelfde exploratieve taken doen binnen de voorgeschreven tijd. De animatievariabelen zijn in eerste instantie op dezelfde ma- nier afgesteld, dus bij het afspelen blijven bijvoorbeeld de ani- matiesnelheid, de richting en de perspectieven van elk type animatie hetzelfde. Maar afhankelijk van het type animatie kunnen de gebruikers bij het uitvoeren van taken daarin ver- andering aanbrengen. De respondenten De respondenten waren M.Sc. Studenten in Geo-informatica van het ITC. In totaal hebben er 35 Studenten deelgenomen, al len met een behoorlijke achtergrond - en gemiddeld vijf jaar 2003-xxix-i Figuur 1. Opzet van het kartografisch on- derzoekslaboratori- um. Boven: plattegrond en foto van de appara- tuur. A videocame ra, B digitale quad- eenheid, C Videore corder, D - TV monitor, E Compu ter met iy inch moni tor, F - respondent. Linksonder: TV mo nitor met in vieren gedeeld venster. Rechtsonder: Videoca mera met —recorder en digitale quad-een heid. werkervaring in een geo-informatie discipline: de professionele achtergrond varieerde van stedelijke of rurale plan ner, manager, onderzoeker of program- meur op een demografische bureau, geo- loog, geodeet en kartograaf. Allen heb ben tenminste enige ervaring met kaarten, ze hebben een gevarieerd aantal kaartproducten gemaakt of gebruikt om hun vakkennis aan het publiek te tonen of om experts en specifieke doelgroepen te ondersteunen in het nemen van be- slissingen. Alle respondenten gaven aan bekend te zijn met animaties, hoewel geen van hen ze in de praktijk van hun werk hadden gebruikt. De respondenten kunnen daarom worden beschouwd als homogeen met betrekking tot hun ach tergrond (geo-expertise), huidige carrie- re- en Studiestatus, hun bekendheid met kaarten en visuele producten in het alge- meen. De testprocedure De testprocedure was bedoeld om de respondenten voor te bereiden en in Staat te stellen om een vrije en onbeperk- te visuele exploratie te ondernemen met behulp van de animaties. Er waren drie stadia: een oefensessie, de eigenlijke test waarbij gebruik werd gemaakt van de hardop-denken methode en tenslotte een retrospectieve test. De oefensessie Dit is een introductie die de responden ten laat wennen aan de testomgeving. Er werd gevraagd naar een aantal persoon- lijke gegevens, zoals professionele achter grond, werkervaring, ervaring met kaar ten en animaties. Daarna volgde de ken- nismaking met het laboratorium en de apparatuur. Iedereen kreeg een animatie te zien met gegevens die geen verband hielden met de gegevens uit de eigenlijke test en kon wennen aan de animatiege- reedschappen van de Quicktime media- speler en de Cortona 3.2 VRML-client. De oefensessie was cruciaal om de respon denten voor te bereiden op de test en te laten wennen aan de testomgeving. Tij- dens het gebruik van de testanimatie zijn de respondenten erin getraind om hard- op te denken längs een specifieke ge- dachtenlijn, die helpt om de eerste ob- servaties en interpretaties en gedachten ten aanzien van de animatiefunctionali- teit uit te spreken. De hardop-denk methode Dit is een populaire methode om infor- matie te vergaren over het actuele ge bruik van een systeem [Nielsen, 1993]. De respondenten worden geobserveerd gedurende de tijd dat ze met het systeem

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 2003 | | pagina 32