1 I KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT 2003-XXIX-I 4> 3 -C o CL 2 X 1 No. of test subjects: 10 Standard deviation: 1.39 No. of test subjects: 4 Standard deviation: 0.96 1.7 No. of test subjects: 8 Standard deviation: 0.72 0.83 Passive Interactive Inf-based Average r t r 1 j Passive Interactive Inf-based Average Passive Interactive Inf-based Average Overijssel demography US Aids Mortality Enschede urban growth Figuur 3. Bijdrage van elk type animatie aan de vorming van hypothesen in groep A. door de respondenten (een conceptuele representatie van het beeld), interpretatie het identificeren van betekenisvolle patro- nen, trends en anomalieen, en verklaring het genereren van hy pothesen over de oorzaken van de fenomenen in de interpreta- tiefase. Ervaringen met de interface Uit tests met respondenten van groep A blijkt dat er behoefite is aan interactieve gereedschappen voor de gebruiker van de animaties. Alle respondenten in deze groep gaven op enig mo- ment de wens te kennen om met de animatie te interacteren, als commentaar achteraf of tijdens de activiteiten die werden ondernomen gedurende de test. De resultaten laten ook zien dat van de 35 respondenten in de twee hoofdgroepen (A en B) er 30 uitdrukking gaven aan de behoefte om te kunnen inter acteren met de geanimeerde kaart. Vergelijkingen in groep A tussen de interactieve en de op in- terferentie-gebaseerde animaties maken duidelijk welke inter- actie gewenst is om de interface te verbeteren. Als wensen en noodzakelijke gereedschappen werden onder meer vaak ge- noemd: een kleiner temporeel interval of de mogelijkheid om de temporele resolutie te kiezen, het instellen van de snelheid van de animatie, de basisknoppen van mediaspelers inclusief een stopmechanisme, toegang tot de data en orientatie- en na- vigatiemogelijkheden. Een ander punt was het gebruik van in- zetkaarten om het complementaire beeld te kunnen relateren aan het hoofdbeeld. Figuur 4. Bijdrage van elk type animatie aan de vorming van hypothesen in de groe- pen A en B. No. of test subjects: 22 Standard deviation: 0.78 No. of test subjects: 13 Standard deviation: 1.084 -Ö 2.30 2.30 l.Jö n 3.07 Passive Interactive Inf-based Average Passive Interactive Inf-based Average Van de 35 respondenten in de groepen A en B die de op interferentie-gebaseerde animatie gebruikten, besteedden er 22 aandacht aan het complementaire inter- ferentiebeeld ter verheldering van de kijk op de data. De respondenten pikten de hints die geboden werden snel op. Ver- geleken met het gebruik van de andere animatietypes, leken de complementaire beeiden direct tot een actieve, exploratie- ve houding aan te zetten. Van alle res pondenten (groepen A en B) waren er verder 30 die gebruik maakten van of behoefte toonden aan de algemene functies identificeer, lokaliseer, vergelijk en/of associeer. Exploratief gedrag Hieronder wordt in eerste instantie het gedrag van de respondenten met de drie datasets gepresenteerd, gevolgd door een beschrijving van de hypothese-index (3), die het resultaat van de groepen rangor- dent. De respondenten van groep A hebben in totaal 9 hypotheses geformuleerd: drie bij het gebruik van de interactieve ani matie en zes bij de op interferentie-geba seerde animatie (figuren 3 en 4). De res pondenten die de passieve animaties ge bruikten, genereerden geen hypotheses. De resultaten zeggen ook iets over de ge- bruikte datasets, ze bevestigen de ver- schillende complexiteitsniveaus van de drie sets. De respondenten van groep B formuleerden in totaal 12 hypotheses: 3 bij de passieve, 3 bij de interactieve en 6 bij de op interferentie-gebaseerde anima tie (figuur 4). De kwaliteit van de geformuleerde hy pothesen is vastgesteld aan de hand van de exploratieve indicatoren originaliteit, redelijkheid, praktische toepasbaarheid. De 28

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 2003 | | pagina 34