'Scellinge'
WEM
KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
2003-XXIX-I
Scellinge; Vijf eeuwen kartografie
van Terschelling
M. Donkersloot-de Vrij
Utrecht: Uitgeverij Matrijs, 2002
166 pp.
ISBN 90-5345-211 -7. Prijs: 19,95
Er zijn verschallende studies versehenen
over de kartografie van de waddeneilan-
den, maar dit nieuwe boek van Donker-
sloot-de Vrij is her eerste boek dat volle-
dig aan een van de eilanden gewijd is, te
weten Terschelling. Waarom nu juist
van dit eiland? Het lijkt toeval, het is
een geliefd vakantie-eiland van de au-
teur.
Het boek is in twee delen te splitsen.
Het eerste deel verhaalt de (topografi-
sche) geschiedenis van het eiland, de
karteringsgeschiedenis, de kaartsoorten
en de kaartmakers. Het tweede deel is de
kartobibliografie van de kaarten van
Terschelling.
Het eerste deel kenmerkt zieh door een
vlotte, prettige, schrijfstijl. De eerste
hoofdstukken zijn rijkelijk gei'llustreerd,
zowel met afbeeldingen van de kaarten
als met prachtige zwart-wit foto's van
het eiland. De beschriften bij de afbeel
dingen verwijzen naar de kaartnummers
in de bibliografie. In de tekst is dit he-
laas niet gedaan, waardoor men soms
flink door het bibliografische deel moet
bladeren om de beschrijving van de
kaart te vinden.
Het hoofdstuk over de kaartsoorten
gaat, als vanzelfsprekend, relatief uitge-
breid in op de geschiedenis van de zee-
kaarten, maar 00k is er aandacht voor al-
gemene (topografische) kaarten, proces-
kaarten, cultuurtechnische kaarten,
kadastrale kaarten, militaire kaarten en
thematische kaarten. Een kaartsoort die
wat minder bekend is, maar van belang
voor Terschelling is de toeristenkaart.
Hier is dan 00k extra aandacht voor.
Kartobibliografieen vormen over het al-
gemeen niet de meest spannende lec-
tuur. De gestandaardiseerde wijze van
kaartbeschrijvingen maken dit soort
boeken tamelijk saai om te lezen, als je
niet naar speeifieke informatie op zoek
bent. Zo niet Scellinge. De auteur be-
schrijft ruim 100 kaarten, weliswaar op
de hiervoor bestemde manier, maar de
beschrijvingen gaan vergezeld van uitge-
breide toelichtingen op de kaarten.
Waar mogelijk wordt er iets gezegd over
de landmeter, de wijze van karteren en
worden de kaarten in hun context ge-
plaatst. Dit gebeurt op een boeiende wij-
Vijf eeuwen kartografie
van Terschelling
Marijke Donkersloot-de Vrij
ze, waardoor men het blijft lezen. Ook
dit deel is ruim gei'llustreerd. De oudst
beschreven kaart dateert uit 1524, de
meest recent versehenen kaart uit 2001.
Het zijn dus niet alleen oude kaarten
waar de aandacht naar uit gaat, hoewel
de nadruk wel ligt op kaarten tot de eer
ste helft van de 19c eeuw. Een aantal
kaarten is niet opgenomen in de biblio
grafie. Voor de overzichtskaarten, bij-
voorbeeld van het Waddengebied, moes-
ten de kaarten een zekere mate van be-
langrijkheid, zowel wat betreff
kaartinhoud als ouderdom of maker,
hebben om opgenomen te worden. Van
de kaarten van het eiland zelf zijn vooral
pianologische of cultuurtechnische kaar
ten van na 1850 niet opgenomen.
Scellinge is een mooi voorbeeld gewor
den van een historisch-geografische Stu
die naar een gebied aan de hand van
kaarten en een leuke bibliografie van
Terschelling. Het bevat weinig nieuws
op historisch-kartografisch gebied, maar
voor liefhebbers van Terschelling is het
boek een must.
E. Heere
An Atlas of Palestine
(The West Bank and Gaza)
Jad Isaac (Project Leader) Nader
Hrimat (Project Coordinator)
Bethlehem (Palestina): Applied
Research Institute - Jerusalem
(http://www.arij.org/), 2000
201 pp., 33,5 x 24 cm, 105 gekleurde
kaartpagina's, 79 satellietbeelden en
luchtfoto's, 3 digitale terreinmodellen,
15 kleurenfoto's, 1 kleurplaat,
gebonden, tekst in Engels.
Prijs: ca. 102,-
Een van de doelstellingen voor het uit-
brengen van nationale atlassen is altijd
geweest het tot uitdrukking brengen van
de eigen, zelfstandige identiteit van een
land of volk. Zoals Israel ook al jaren
zeer actief is op het gebied van nationale
atlassen, moet het uitbrengen van An At
las of Palestine (The West Bank and Gaza)
mede in dit licht worden bezien. Niet
voor niets Staat er in het voorwoord:
'This Atlas is another building block to-
wards Palestinian statehood' en zijn de
makers er expliciet trots op dat dit de
eerste grote atlas van Palestina is, die ge-
heel door Palestijnen is gemaakt. Maar
hoewel deze atlas door de verkoper op
de markt gebracht wordt als de nationale
atlas van Palestina, wordt deze aandui-
ding noch in de atlas zelf, noch door de
uitgever gebruikt. En dat is terecht, want
de inhoud is voor een nationale atlas on-
voldoende volledig en onvoldoende op
elkaar afgestemd.
De atlas bevat de uitkomsten van een
vijftal onderzoeksprojecten die in de
tweede helft van de jaren negentig met
hulp uit het buitenland zijn uitgevoerd
door het Applied Reseaerch Institute -
Jerusalem. Dit verklaart onder meer de
relatief grote nadruk op water en grond-
gebruik (de onderwerpen van twee van
de zes hoofdstukken) en de aanwezig-
heid van erg veel reliefkaarten in het
hoofdstuk over fysisch-geografische ken
merken. De drie andere hoofdstukken
gaan over geschiedenis en politiek, de
belangrijkste Palestijnse Steden in heden
en verleden en over de sociaal-economi-
sche omstandigheden. Maar vragen als:
Waar wonen de Palestijnen nu precies
en wat zijn hun levensomstandigheden?
en Wat zijn de middelen van bestaan?
komen er in de atlas maar bekaaid vanaf.
Natuurlijk is het zo dat we ons moeten
realiseren dat, door de omstandigheden
waarin de Palestijnen verkeren, niet alle
gewenste data direct beschikbaar zijn.
Maar vastgesteld moet dan toch worden
dat de inhoud van de atlas meer is be-
paald door het reeds bestaande onder-
zoeksmateriaal dan door de eventuele
doelstelling om een volledig inzicht te
verschaffen in de geografie van de Wes-
telijke Jordaanoever en de Gazastrook en
het Palestijnse volk.
Zo is er in het hoofdstuk over het
grondgebruik een apart gedeelte over re-
mote sensing, met vele interessante beei
den en interessante toelichtingen op de
aard en inhoud van die beeiden. Maar
veel leken, en dat zijn toch de potentiele
gebruikers van An Atlas of Palestine (The
West Bank and Gaza), zijn waarschijnlijk
meer gebaat bij een interpretade en ge-
neralisatie van die remote-sensingdata in
kaartvorm. Sterk punt van dit gedeelte
40