KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
2003-XXIX-2
Klasse
van districten van totale opp.
minder dan 15%
15 tot 19,8%
19,8% en meer
33.3
33.3
33.3
20
36
44
De huidige grenzen worden op de balk
weergegeven door schuifjes (verticale
lijntjes met twee pijlkoppen). Als de ge-
bruiker een van die schuifjes met de
muis versleept, verändert de waarde van
de corresponderende klassengrens. Een
muisklik tussen twee schuifjes spiitst het
betreffende interval in tweeen: een nieu-
we klasse verschijnt. Het aantal klassen
kan worden gereduceerd door een grens
naar een naburige klassengrens te versle-
pen tot de twee klassen worden samen-
gevoegd. De kaart reageert onmiddellijk
op elke interactie van de gebruiker door
de districten opnieuw in te kleuren in
overeenstemming met de gewijzigde
klassenindeling. De statistieken die wor
den weergegeven onder de classificatie-
balk worden 00k dynamisch aangepast.
Een ander analytisch gereedschap dat ge-
relateerd is aan classificatie is weergege
ven in figuur 4. De daar afgebeelde cu-
mulatieve frequentiegrafiek wordt in de
statistiek gebruikt om de verdeling van
numerieke attribuutwaarden grafisch
weer te geven. De horizontale as geeft
het bereik van een attribuut weer. De
verticale positie van elk punt van de cur-
ve komt overeen met het aantal objecten
met een attribuutwaarde die kleiner of
gelijk is dan de waarde op de horizontale
as voor het betreffende punt. Bijzonder-
heden van de waardenverdeling zijn af te
lezen uit de vorm van de curve. Steile
Segmenten wijzen op Clusters van dicht
bij elkaar gelegen waarden. De hoogte
van zo'n segment toont het aantal ge-
clusterde waarden. Horizontale Segmen
ten worden veroorzaakt door natuurlijke
breekpunten in de reeks waarden. In
CommonGlS is de horizontale as van de
grafiek verdeeld in Segmenten. Breedte
en kleur van de Segmenten komen over
een met breedte en kleur van de klassen.
De posities van de klassengrenzen zijn
geprojecteerd op de curve en vandaar
van totale
bevolking
63
27
10
Tabel z. Classificatie
van hetpercentage in-
woners van 6<j jaar en
ouder per district op
basis van een even-
redig aantal waar-
nemingen per klasse.
Ook de relaties met de
oppervlakte en de
totale bevolking van
Portugal worden ver
meld.
Tabel 2. Classificatie
van het percentage in-
woners van 65 jaar en
ouder per district op
basis van het aandeel
in een evenret
van de totale bevol
king van Portugal.
Klasse
van districten van totale opp.
minder dan 10,45%
10,45 tot 15.65%
15,65% en meer
10.2
26.9
62.9
4.7
19.3
76.0
van totale
bevolking
32.4
33.9
33.7
ook op de verticale as, waar eveneens de kleuren van de ver-
schillende klassen terugkomen. De lengte van de verticale Seg
menten is proportioneel aan het absolute aantal objecten in
een klasse. De relatieve omvang van de klassen (als percentage
van de totale waarde van het attribuut) wordt onder de grafiek
weergegeven. Op die manier kan de omvang van de klassen
gemakkelijk worden vergeleken. De cumulatieve grafiek
wordt, net als de kaart, dynamisch veranderd als de gebruiker
de klassen wijzigt.
Het is mogelijk om het idee van de cumulatieve frequentiegra
fiek te generaliseren en soortgelijke grafieken te gebruiken om
willekeurige kwantitatieve attribuutwaarden samen te vatten.
Voorbeelden van dergelijke attributen zijn oppervlakte, inwo-
neraantal, bijdrage aan bruto nationaal product, aantal huis-
houdens enz. Het classificatiegereedschap van CommonGis
stelt de gebruiker in Staat om een curve voor elk kwantitatief
attribuut toe te voegen aan de cumulatieve frequentiegrafiek.
In figuur 5 is bijvoorbeeld de cumulatieve frequentiegrafiek
van het attribuut %_of_pop._by_age_>=65 gecombineerd met
de cumulatieve curven van oppervlakten en inwoneraantallen
van de districten. Elke curve heeft zijn individuele verticale as,
terwijl de horizontale as gemeenschappelijk wordt gebruikt.
De verticale as die wordt gebruikt voor gebieden laat de verde
ling van de totale oppervlakte van Portugal over de huidige
klassen zien, terwijl de as van de inwoneraantallen de analist
de gelegenheid biedt om de klassen ten opzichte van de bevol
king te vergelijken.
Laten we bijvoorbeeld de districten van Portugal op basis van
waarden van het attribuut %_of_pop._by_age_>=65 verdelen
in drie klassen met ongeveer hetzelfde aantal waarnemingen,
en deze vergelijken met de totale oppervlakte van de districten
in elke klasse en met de inwoneraantallen (zie tabel 1).
Uit tabel 1 kan worden afgelezen dat kleine aandelen ouderen
voorkomen in kleine, dichtbevolkte districten (zeer waar-
schijnlijk stedelijke gebieden). De districten met een groot
aandeel in de bevolking van personen van 65 jaar of ouder
hebben een groter oppervlak, maar een kleiner totaal aantal in-
Cumulatieve curven zijn niet alleen geschikt om karakteris-
tieken van reeds gedefmieerde klassen te vergelijken. Zij ma-
ken het ook mogelijk om in een classificatie specifieke crite-
ria mee te nemen, zoals evenredige distributie van de bevol
king over de klassen, of ongeveer gelijke verdeling van de
totale oppervlakte, of andere specifieke criteria die van be
lang kunnen zijn voor een toepassing. Dus om bijvoorbeeld
de klassen ongeveer gelijk te maken met betrekking tot de to
tale bevolking moet de gebruiker zieh bij het verslepen van
de klassengrenzen concentreren op de as van de totale bevol
king en de schuifjes een zodanige positie geven dat de Seg
menten ongeveer dezelfde lengte krijgen. De resultaten voor
het attribuut %_of_pop._by_age_>=65 zijn te zien in tabel 2
en in de kaart van figuur 6. De kaart laat zien dat districten
met een laag aandeel ouderen compacte Clusters rond de twee
grootste Steden van Portugal, Porto en Lissabon, vormen.
Districten met minder dan 15,65% ouderen in figuur 6 (de
eerste en tweede klasse samen) liggen längs de noordwest- en
westkust. Tweederde van de totale bevolking van Portugal
woont in deze districten, die samen slechts 24% van het ge-
hele territorium in beslag nemen. Het zuiden en landin-
waarts gelegen gebieden in het noorden en in het centrum
(76% van de totale oppervlakte van het land) worden vooral
11