KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT 2003-XXIX-2 wandkaarten van de overleden R. Noordhoff (Nieuwe Wand- kaart van Nederland, Nieuwe Wandkaart van Europa, Nieuwe Wereldkaart) zou bewerken, en tevens betrokken zou worden bij nog te verschijnen wandkaarten van deze drie onderwer- pen. Maar 00k werd afgesproken dat Zeeman geen concurre- rende kaarten bij andere uitgevers zou laten verschijnen. Deze mondelinge afspraak heeft nog zo'n halve eeuw invloed gehad op het assortiment van aardrijkskundige wandkaarten van Wolters en Noordhoff 7). Zo heeff bijvoorbeeld Zeeman tien- tallen jaren lang talloze wandkaarten voor Noordhoff vervaar- digd, maar nooit een Nederland-, Europa- of Wereldkaart. Het eerste contact tussen Noordhoff en Zeeman ontstond rond 1920 toen deze uitgever een bewerker zocht voor Aard- rijkskunde op Economischen Grondslag voor m.u.l.o. van R. Bos. De economische benadering in Moderne Geographie zal de re den geweest zijn om Zeeman daarvoor te vragen. In januari 1922 (een week na het overlijden van R. Bos) heeft Zeeman erin toegestemd alle atlassen, leerboeken en wandkaarten van R. Bos onder zijn beheer te nemen. Versluys, Wolters, Noord hoff; de herziening was begonnen. Van Bos naar Zeeman De in 1890 gestarte 'methode R. Bos' groeide geleidelijk uit tot een zeer bekende en complete aardrijkskundemethode be- stemd voor het lager en uitgebreid lager onderwijs. Een toe- lichting van R. Bos in 1921 (het jaar van zijn overlijden) bij zijn wandkaarten geeft een goed idee van waar het in deze me thode om ging: "uiterst goedkoop, heel sober van inhoud, in sprekende kleuren en in overvloed duidelijk". Dat een dergelij- ke benadering niet door iedereen werd gewaardeerd hebben we hierboven al gezien. Tot de methode behoorde een groot aantal schoolwandkaarten7' en de twee bekende atlassen (al of niet ge'illustreerd): Atlas der Geheele Aarde en Schoolatlas van Nederland en zijne Overzeesche Bezittingen. Ook de door uitge- verij Noordhoff fraai uitgevoerde Economische Atlas der Geheele Aarde (titel van de door Zeeman verzorgde, tweede druk; fi- guur 3) behoorde tot deze methode. Verder een waaier aan (eerste, tweede enz.) tekenatlassen en aardrijkskundige teken- boeken (al of niet met omtrekken) soms voorzien van een een- voudige uitvoering ('voorloper'). Daarnaast ook nog leesboe- ken en een serie leerboekjes voorzien van vragenboekjes. De meeste onderdelen werden bovendien een groot aantal keer herdrukt. De auteurs van deel VI van de Atlantes Neerlandici moeten bij de beschrijving van de (teken)atlassen en tekenboe- ken van deze methode soms de wanhoop nabij geweest zijn. Vanaf ca. 1928 was er steeds meer sprake van de 'methode Bos- Zeeman'. Na 1945 is de methode in sterk afgeslankte vorm voortgezet. Voornamelijk de wandkaarten en de Bos-Zeeman Atlas der Gehele Aarde hebben het tot de fusie met Wolters (1968) kunnen volhouden. Zeeman heeft de meeste onderdelen van de methode R. Bos bewerkt en soms geheel gemoderniseerd. "Ik heb het boekje geheel omgewerkt, van de tekst van wijlen den Heer Bos is heel, heel weinig overgebleven." Bij kaartherzieningen werd bij elke nieuwe druk weer wat verbeterd, zodat na enkele nieuwe drukken vaak gesproken kon worden van een geheel vernieuw- de kaart. Een voorbeeld van een herziening van de wandkaart van Frankrijk is gegeven in figuur 4. Een vergelijking van de twee fragmenten laat de volgende, karakteristieke herzieningen zien: 1. vervanging van de 'antieke lijst' door een moderner ka- der; 2. toevoeging van een graadnet; 3. gedetailleerdere teke- ning bijvoorbeeld van rivieren en kustlijnen; 4. meer kaartob- jecten; 5. verbeterde reliefweergave door toevoeging van scha- duwering en hoogtecijfers. Zeeman had er geen moeite mee dat op een vernieuwde kaart toch de naam R. Bos vermeld bleef: "De oorspronkelijke auteur heeft er toch niets aan ge- daan, de kaart is geheel opnieuw door mij in compositie gezet en getekend. Maar het is de serie R. Bos, gevoeligheden mij- nerzijds speien geen roh" Praktijk Net zoals dat het geval was voor de eerste vier redacteuren van de (P.R.) Bosatlas, vond het tijdrovende herzieningswerk van Zeeman aan atlassen, leerboeken en wandkaarten gewoon thuis plaats als een soort 'veredelde vrijetijdsbesteding'8). De communicatie met zijn uitgevers ging daarbij grotendeels schriftelijk: brieven, manuscripten, drukproeven, presentexem- plaren enz. De inkomsten van deze vrijetijdsbesteding was voor Zeeman bijzaak: "Gelukkig dat ik geen broodtekenaar ben, en ik er een grote voldoening in vind, als wat van de pers afkomt, nuttig is voor onze Scholen." Een kaart diende volgens Zeeman de werkelijkheid op de voet te volgen. "Me dunkt, dat we die [wandkaart] wel kunnen vol- tooien, want de grenzen zijn daar nu wel bekend, sedert eergis- teren te Parijs verschillende vredesverdragen zijn gesloten." In- formatievergaring was daarom een van zijn specialiteiten ge worden. Een zeer groot aantal informatiebronnen is dan ook door Zeeman gebruikt: buitenlandse consulaten, de krant, Ka mers van Koophandel, de Autokampioen en vele andere tijd- schriften, de jongste Russische atlassen, Statesman's Yearbook, het Geologisch Instituut enz. enz. "Ik heb me kosten noch moeite gespaard om behoorlijk op de hoogte te zijn; wat heb ik niet een plattegronden van Steden gekocht, en wat heb ik niet een inlichtingen gevraagd." In recensies werd de actuali- teit van Zeemans kaarten dan ook vaak geprezen. Ook maakte hij vele reizen per auto om de situatie zelf ter plaatse op te ne men. "En zo ging ik toch naar de bocht bewesten Grave en klom de droge dijk op: alles grasland, geen water te beken nen!" Zijn voormalige woonhuis in Hilversum waar al die in- formatie werd verwerkt, heet volgens een plaat boven de voor- deur nog steeds 'Op de Hoogte'. Naast het door hemzelf bij een verzamelde documentatiemate- riaal, kreeg hij van zijn uitgevers ook nog regelmatig studie- boeken, naslagwerken en binnen- en buitenlandse atlassen toe- gestuurd. Zeeman moet na enige tijd over een indrukwekkend archief beschikt hebben. "Tot ca. 1950 waren er in Nederland misschien niet meer dan een vijftal particuliere bibliotheken met een assortiment van buitenlandse hand- en schoolatlassen (Schokkenkamp, De Smit, Boerman, Zeeman, Niermeyer)" merkt Koeman op9). Zeker in die tijd was een dergelijk geo- grafisch en kartografisch kenniscentrum in de handen van ie- mand met een goed geheugen en een j arenlange ervaring in de onderwijspraktijk geld waard voor schooluitgevers. Zeeman werd dan ook diverse keren door deze uitgeverijen om advies gevraagd over het al of niet uitgeven van aangeboden manu scripten. De adviezen van Zeeman waren vaak zeer kritisch. Noordhoff vroeg in 1932 advies over een eventuele (vervolg)uitgave van een atlas van D.E. Zuidhof De Wereld in Rechte Lijnen, waarin provincies, landen en werelddelen door schematische diagrammen werden voorgesteld. Het antwoord van Zeeman was niet mals: "Ik kan die uitgave niet aanbeve- len; een 25 jaar geleden verscheen ook zoo'n kubistische uitga ve10); die is spoorloos verdwenen. U kunt hoogstens een paar 22

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 2003 | | pagina 24