KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
in de belettering: de verschillende schriftgroottes helpen de le-
zer bij het differentieren tussen de verschillende koninkrijken,
staten en andere administratieve gebieden.
Symboolgebruik
Door het gebruik van kaartsymbolen gaan fantasiekaarten nog
meer op geografische kaarten lijken. Symbolen voor rivieren
en gebergtes dienen als barrieres of waterscheidingen waar
men overheen moet om een bepaalde toestand te bereiken. We
komen in de Atlas van de Belevingswereld van Niet Weten tot
Weten door de Stroom van Ideeen over te steken, waarna we
onze weg vervolgen via de plaatsen Hypothese, Methode en
Test. De onder de stad Wijs gelegen bergstreek Onderwijs
Scheidt die stad van de Steden Niet Weten, Onzin en Fantasie
(figuur 6). Rivieren kunnen ook als verbinding fungeren, zoals
in de Carte du Tendre, maar dat aspect wordt meestal niet
meegenomen, behalve op Nederlandse kaartvoorbeelden.
Symbolisatie kan op twee manieren worden opgevat: In de
voorbeelden van fantasiekaarten worden begrippen eerst aan
geografische objecten gerelateerd, en vervolgens worden die
geografische objecten aan kartografische Symbolen verbonden.
Voor de eerste stap heeft men kennis nodig uit het verleden die
nu verloren lijkt te zijn gegaan, we weten niet meer waarom het
ene begrip destijds aan een berg of het andere aan een rivier of
meer werd verbonden. De tweede stap droeg bij tot het con-
temporaine begrip van deze morele schema's als landkaarten,
ook al begrepen de producenten de implicaties van die Symbo
len en hun connotaties misschien onvoldoende. Wat het eerste
betreft, de bijbetekenissen voor bergen, passen, bruggen, moe-
rassen of bergtoppen zijn vroeger misschien niet dezelfde ge-
weest als nu.
Zo worden bergen in de 17c eeuw opgevat als ontoegankelijke
gebieden: In het Reich der Liebe vinden we de Hopeloze Ber
gen en de Bergen van de Oude Dag. Grenzen vallen vaak samen
met bergketens, omdat een van de natuurlijke locaties ervoor
uit ontoegankelijke gebieden bestaat. In een bergketen kon een
pas toegang geven tot het land verderop: in Schlaraffenland bij-
voorbeeld de Poort van de Ontbering (Porta Carentia). Een
nauwe pas was trouwens überhaupt populair, we vinden ze in
bij na alle kaarten van het leven en de liefde: het vormde het
universele symbool voor de steile en smalle weg naar de Verlos
sing, in tegenstelling tot de brede en gemakkelijke weg die ons
de verkeerde kant op voert.
Daarnaast hebben bergen een betekenis als indicatie van een
grote hoeveelheid: Bergen van Werk Atlas van de Belevingswe
reld). In de betekenis van hoogtepunt zijn er uit de 17c eeuw
nauwelijks voorbeelden; wel in de 2oe eeuw, waar de derde di-
mensie al duidelijk wordt verstaan als waarde-oordeel. Vulka
nen van Passie en Toppunten van Wanorde uit de Atlas der Be
levingswereld vormen een goed voorbeeld. We vinden ook de
Brug van de Hoop over de Rivier der Tranen, tussen het Ge-
bied van de vast(geroest)e ideeen en het Land van de Gelukkige
Liefde. Moerassen worden niet opgevat in hun huidige positieve
wetlands-betekenis maar meer als moerassen van vertwijfeling.
Grenzenvooral door de mens gemaakte, zijn op de fantasie
kaarten nog niet zo absoluut als degene waar we nu aan ge-
wend zijn: gebieden lijken meer in elkaar over te lopen, ook al
worden ze elk afzonderlijk verondersteld homogeen te zijn, zo
als geldt voor de meeste fantasiekaarten van voor de 2oe eeuw.
In de Atlas van de Belevingswereld is het regiobegrip meer no-
daal dan homogeen.
2003-XXIX-2
Kleine variaties in bestaande plaatsnamen versterken de over-
eenkomst met kaarten van echte' gebieden. Deze kunstgreep
wordt in Schlaraffenland veel gebruikt, vooral daar waar
plaatsnamen in een andere context ook een betekenis kunnen
hebben. Ook geografische overeenkomsten worden gebruikt:
de locatie van Nederland aan de mond van de rivier de Rijn,
waar alles wat er bovenstrooms in gestört is wordt gesedimen-
teerd; dit wordt in Schlaraffenland als een metafoor voor latri-
ne gebruikt.
Wat er ontbreekt, als we de morele fantasiekaarten met 2oe-
eeuwse geografische kaarten vergelijken is de logische geome-
trie, gebaseerd op een geformaliseerd coördinatensysteem en
een continuüm van de geografische schaal [Fabrikant, 2001B]
Bertin [1977] heeft ons geleerd dat het kaarrvlak continu en
homogeen moet zijn, waardoor elke visuele variatie significant
wordt. Er wordt echter geen bewust gebruik gemaakt van 'wit-
te' gebieden op deze fantasiekaarten, om ze als onbekende ge
bieden, of gebieden zonder informatie aan te geven. De 'terres
inconnues op de Carte du Tendre hebben dezelfde vegetatie
als de rest van de kaart, alleen ontbreken er plaatsnamen. De
informatiedichtheid in het Hemelrijk, bovenaan de kaart van
Schlaraffenland, is even hoog als die van andere streken, ook al
heet dat rijk Terra Sancta Incognita (onbekend heilig land).
Het gebruik van fantasiekaarten
Als we hier mögen 'hineininterpretieren' zouden we zeggen
dat de fantasiekaarten gebruikt zullen zijn om in te bladeren,
en niet voor het uitzetten van de koers door het leven. Men zal
deze kaarten niet geraadpleegd hebben om de volgende stap te
plannen in een relatie, of om uit het debiteurencachot te ko
men. Dit soort kaarten is aardig geweest om er in gezelschap
naar te kijken, en de deelnemers hebben vast aanknopingspun-
ten gevonden met situaties waarin anderen of zijzelf zieh be-
vonden. En misschien hebben de kaarten wel een vermanend
effect gehad. Het feit dat de kaarten van het Rijk der Liefde of
van het Huwelijk steeds maar weer werden herdrukt en dat het
bijna 50 jaar lang gebruikelijk was om de kaart van Schla
raffenland bij te binden in de Duitse geografische wereldatlas-
sen, vormt ten minste een bevestiging voor hun gebruik.
Synthese van de ordenende kwaliteiten van de
kartografische weergave
Wanneer we een overzicht geven van de resultaten van boven-
staande analyse, constateren we dat de ontwerpers van deze
kaarten blijkbaar van oordeel waren dat:
er een heel Sterke richting impuls nodig was voor het lezen
van deze kaarten;
de gebruikers zouden vinden dat elke afwijking van die
hoofdrichting nare gevolgen zou hebben;
de windrichtingen hierbij nauwelijks een rol speelden;
men eerst het kaartgebied onderverdeelde in verschillende re-
gio's die men vervolgens homogeen opvulde;
topologie niet echt een rol speelde in het versterken van de
boodschap;
toponymie daarentegen een zeer belangrijke rol speelde bij
het lezen van de kaarten;
coördinaten of referentiesystemen in het algemeen geen be
tekenis hadden, zeker ook niet omdat er tegelijkertijd ver
schillende schalen op de kaarten konden worden toegepast;
het gebruik van kartografische Symbolen als betekenisdragers
de impact van deze kaarten versterkte: rivieren, bergen, pas
sen, bossen, woestijnen en moerassen zouden beschouwd
31