Atlas Topographique
BELGIQUE
Topografische
x
BESPREKINGEN
1:50 000
Nederland Atlas 1:50000
I f..
1 »- %Jc-
i\
H js*-
/Vv*
2003-XXIX-2
Topografische Atlas Belgie 1:50.000
Brüssel TieltNationaal Geografisch
Instituut Uitgeverij Lannoo
Touring, 2002
Kartografie ngi Brüssel, teksten ngi (8
pp.) en Marcel Gevaert (13 pp.)
294 kaartpagina's en 32 pp. plaats-
namenindex, 32 x 24 cm
ISBN 9 583 48539, prijs 44,95
ANWB Topografische Atlas Nederland
1:50.000
Den Haag: anwb, 2002
Kartografie Topografische Dienst
Nederland
274 pp. kaartpagina's en 13 pp. plaats-
namenindex, 34 x 24 cm
18 pp. uitleg legenda en 6 pp. uitleg
kartografie en topografische kaart
ISBN 90 18 01578 4, prijs 49,95
Omdat beide uitgaven een vergehjkbaar
product brengen en ongeveer gelijktijdig
op de markt versehenen is dat een goede
gelegenheid om er een vergelijkende be-
spreking aan te wijden. Bij die vergelij-
king komen de verschillen in de legenda
aan de orde, de kartografie en de ge-
bruiksmogelij kheden
Legenda
Brengen beide uitgaven vergelijkbare in-
formatie? Wanneer we de legenda's naast
elkaar leggen blijkt dat de Belgische le
genda geen hoogbouw onderscheidt, het
later geindustrialiseerde Nederland geen
schoorstenen (die worden als markant
object ingeschaald), noch zichtbare pijp-
leidingen, waterleidingen, kabelsporen
of kabelbanen (die ontbreken wellicht
00k). In Belgie is men niet gei'nteres-
seerd in het voor de waterhuishouding
relevante microrelief (zoals wij onze dij-
ken van 1-2,5 en van >2>5 m hoogtever-
schil kennen) noch in windmolentjes en
oliepompinstallaties. Wij kennen geen
apart symbool voor rotsen en koeltorens.
In Belgie wordt de bevaarbaarheid van
een waterloop met verschil tussen licht
en donkerblauw aangegeven, en zijn er
vijF breedteklassen om de breedte van
waterlopen aan te geven. Nederland
kent er slechts drie, maar heeft aparte
Symbolen voor dok, veren en peilscha
len. In Nederland onderscheiden we het
aantal sporen van een railverbinding,
Belgie heeft een apart symbool voor een
hogesnelheidstrein, en voor al of niet
geelektrificeerde overwegen. Geen van
beide hebben we al aparte Symbolen
voor moskeeen op de kaart gei'ntrodu-
ceerd. De Symbolen voor de administra-
tieve infrastruetuur zoals voor gemeente-
huis, postkantoor, politiebureau ontbre
ken op de Belgische kaart, evenals de
minirotondes. Misschien hebben ze die
nog niet. Felix Belgica!
Qua terminologie zitten we dicht bij el
kaar, al hebben wij het over voetbrug en
onze zuiderburen over loopbrug. Met
betrekking tot het grondgebruik is het
voornaamste verschil het niet onder
scheiden van bouw- en weiland op de
Belgische kaarten. Grasland wordt alleen
apart aangegeven voor sportcomplexen,
parken en golfterreinen. Daardoor sprin
gen vooral die laatste uit de kaart! Men
zou de Belgische atlas zö als 'Gids voor
de golfterreinen' kunnen verkopen! In
de ANWB-uitgave is de legenda nog eens
toegelicht in een sectie waar de Symbo
len in een context zijn geplaatst, met fo-
to's van de objecten ter uitleg.
Behalve met de Symbolen uit de legenda
kan de informatie op de kaart verder
worden verduidelijkt door toevoeging
van soortnamen, zoals 'begraafplaats',
'suikerfabriek' of'dierenpension'. In Ne
derland worden daartoe een kleine 300
verschillende begrippen gebruikt. In Bel
gie is de differentiatie daarin veel min
der; daar worden in het Nederlands en
in het Frans minder dan 70 verschillen
de begrippen gebruikt. Dat komt ener-
zijds door een intensiever gebruik van
afkortingen en anderzijds doordat meer
objecten in plaats van met een soort-
naam met de naam van de instelling/het
object zelf en de soortnaam benoemd
zijn: Blauwe Toren, Kast.; St.Anna ter
Woestijn, Hve of O.L.V. van Stoepe,
Kap.
Over het algemeen zijn de legenda's
goed vergelijkbaar, en 90% van dezelfde
m
lannoo
begrippen worden met vergelijkbare
Symbolen weergegeven. Anders om-
schreven hebben ze dezelfde mate van
taxonomisch detail.
Kartografie
Beide kaarten zijn gegeneraliseerd uit
een basisbestand 1:10.000; bij de Belgi
sche kaart lijkt de topografische detaille-
ring echter groter. Dat is bijvoorbeeld
vast te stellen door het aantal gebouwen
te teilen dat voor hetzelfde gebied wordt
weergegeven. We weten daarbij niet of
de bron uit hetzelfde jaar stamt, dus de
methode is niet helemaal 'foolproof
Maar over het algemeen lijken op de
Nederlandse kaart zo'n 80% van de los-
staande gebouwen aangegeven die op de
Belgische kaart staan. Met betrekking
tot de wegen in bossen en parken is het
ongeveer hetzelfde.
De Belgische topografische kaart 1:50.000
heeft terecht een prijs gekregen op de
Internationale Kartografische Conferen-
tie in Peking in 2001. Dat is vooral van-
wege de fijne en gedetailleerde karto
grafie en de kleurenharmonie. De be-
schrifting op de Belgische kaart is iets
minder goed uitgevoerd. Zo volgen de
blauwe namen de bijbehorende waterlo
pen minder goed, en wordt bij de zwarte
namen minder met de kaartobjecten in
de omgeving rekening gehouden. Dat
wreekt zieh bij de vierkleurendruk van
de atlas.
De Belgische atlas is in vier kleuren ge-
drukt, en heeft dus geen aparte weergave
van het grijs van bebouwing en wegen
en het bruin van de hoogtelijnen. Op de
losse topografische kaarten lijkt er sprake
AN Wb
V, .T s
48