49 KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT 2003-XXIX-2 van een druk in zeven kleuren (rood, blauw, geel en zwart, paars, bruin en grijs). Het verrasteren heeft geleid tot een wat rafelig kaartbeeld, en bemoei- lijkt de leesbaarheid van de namen: om- dat het grijs in de atlas met gerasterd zwart is weergegeven komen de namen daar minder goed tegen uit. De Neder- landse atlas is 00k in vier kleuren ge- drukt, evenveel als op de losse kaartbla- den. Toch is de leesbaarheid van de af- zonderlijke dementen hier veel beter. Gebruiksmogelijkheden De atlassen zijn een veel handzamer pre- sentatievorm dan de losse bladen van de topografische kaart. Om toch een zo goed mogelijk overzicht te bieden moe- ten de kaarten in de atlas een zo groot mogelijk formaat hebben. Daar wint de Nederlandse uitgave het, met de weerga- ve van 352 km1 per dubbele pagina, te gen de 252 km2 in de Belgische tegen- hanger. Beide atlassen beginnen met een indexblad, waarop de gewenste uitsnede snel is terug te vinden. Tussen de opeen- volgende bladen in de Belgische versie is er zowel een horizontale als verticale overlap van 1 cm, wat zeer plezierig is voor de lokalisering van objecten die precies op de kadergrenzen liggen. De overlap met het aanpalende buitenland is in de Belgische atlas moeilijker te le- zen: men heeft daar een gerasterde moei- lijk leesbare weergave van de betreffende topografische kaarten gebruikt (met hun eigen, niet verklaarde, legenda), en längs de grens een paarse bies die informatie afdekt. De Nederlandse atlas heeft het weergegeven buitenland met dezelfde Symbolen en uitvoering getekend als de eigen kaart. Het register geeft in beide gevallen alleen de plaatsnamen; die worden in Belgie echter veel ruimer geinterpreteerd dan in Nederland. Er staan ca 19.000 namen in het Belgische register, 00k die van alle losstaande gebouwen die op de kaart vermeld staan. In het Nederlandse regis ter staan slechts circa 6000 namen, al leen van Steden, dorpen en de meeste ge buchten. Het register van de vorige uit gave van de Nederlandse topografische kaart 1:50.000, van Wolters-Noordhoff in 4 delen, omvatte alle namen op de kaart, 00k van de waterlopen. Dat had voor deze uitgave echter mogelijk een honderdtal extra pagina's noodzakelijk gemaakt. In beide landen vindt men afkortingen op de kaart, zij het in Belgie een stuk meer dan in Nederland, waar meer Sym bolen zijn toegepast dan op de Belgische kaart waar afkortingen als Symbolen ge bruikt worden. In de legenda van de Belgische atlas worden die afkortingen verklaard; in enkele combinaties echter niet, zoals Vml.Abd. In de Nederlandse atlas is men gewoon vergeten de afkor tingen te verklaren. Sommige mögen wellicht duidelijk zijn uit de context doordat ze bij specifieke Symbolen staan met dezelfde betekenis, zodat er een ze- kere redundantie optreedt. Maar wie weet dat Gd een grondduiker is, Gp een grenspaal, Hp een hoekpuntpaal, PI een paal, Sch sl een schutsluis en S1 een sluis, Usln uitwateringssluizen en Wt een wa- tertoren moet van goede huize komen. Wat verder ontbreekt in de ANWB-uitga- ve is een uitleg van de corpsgroottes van de plaatsnamen, die gerelateerd is aan de inwoneraantallen en als zodanig extra in formatie geeft. In Belgie zijn de corps groottes gerelateerd aan de administra- tieve functies van de plaatsen, en dat is wel verklaard. Voor het gebruik is het van belang te weten wanneer de kaarten zijn opgeno- men. In de Belgische atlas is dat moeilijk terug te vinden, maar in het colofon treffen we tenslotte aan dat de kaarten tussen 1993 en 2001 werden gerealiseerd. Of dat betekent dat ze toen werden op- genomen of voor het eerst uitgegeven is niet duidelijk. De Topografische Dienst Nederland zegt dat ze een vierjarige her- zieningscyclus volgt met uitzondering van enkele bladen die om de acht jaar worden herzien. De Nederlandse atlas bevat een overzichtskaart waarop het jaar van uitgave van de gebruikte bladen Staat aangegeven. Daaruit valt op te ma- ken dat 45% van de bladen tussen 1993 en 1998 is uitgegeven en 55% tussen 1998 en 2002. Tenslotte De mogelijkheden voor gebruik laten niet veel ruimte voor het waarnemen van verschillen. De Nederlandse kaarten hebben een iets rüstiger, beter leesbaar kaartbeeld maar zijn minder gedetail- leerd. Het afgebeelde gebied is echter groter, zodat men minder van bladzij hoeft te wisselen. Moet men wisselen dan is de overlap van de Beigen zeer nut tig. De ingang via het register is in de Belgische editie veel beter, de Neder landse oplossing heeft de voorkeur waar het tochten in het grensgebied betreff. Beide uitgaven bieden waar voor het geld, hoewel er 00k bij beide ruimte is voor verbetering. F.J. Ormeling Cartografie van de liefde, een atlas voor het hart D. Issidorides Kartografie van E. d'Ailly en W. Morsch Amsterdam: Meteor Press, 2003 Formaat 26 x 20 cm, 96 pp. met 50 kaarten en register ISBN 90 765 22 06-5. Prijs 20,-. Deze atlas wil een reis in beeld brengen die gaat van de oorsprong van het leven naar de verwezenlijking van de ideale liefde. Hij is dus te vergelijken met een wegenatlas, en dat wordt versterkt door een over de meeste bladzijden lopende doorgaande route van conceptie, geboor- te, doktertje speien, disco, verliefdheid, huwelijk, echtscheiding, herkansing, herinneringen en dood. Onafhankelijk daarvan wordt een landschap gekarteerd dat de verschillende aspecten van de lief de uitbeeldt, en cyclisch behandeld wordt, tegen de klok in. Die als regio's afgebeelde aspecten zijn gelegen rond een soort Middellandse Zee, in het mid- den waarvan men het eiland van de wäre liefde vindt. Als losse bijlage is er 00k een overzichtskaart van dit Liefderijk, dat 00k in gegeneraliseerde vorm op het schutblad wordt afgebeeld. Deze bespreking zal ingaan op twee za- ken, de kaarten en het atlaskarakter. Een atlas is een bewuste combinatie van kaarten waarmee je een verhaal vertelt. De aard van de vertelling wordt bepaald door de accenten die je legt en de volg- orde. De accentuering kan bestaan door van een bepaalde regio meer of minder kaarten te brengen, of door het op een grotere schaal af te beeiden dan andere gebieden. Over het algemeen is wat het eerst afgebeeld wordt in de atlas het be- langrijkste, want het zit vooraan. Ook de meeste wegenatlassen kenmerken zieh door zo'n verschil in nadruk: eerst het 'eigen gebied met kaarten op een relatief grote schaal, en dan de rest op een klei nere schaal, en marginale gebieden nog veel kleiner. De Cartografie van de liefde is niet zo op- gebouwd. Alle regio's hebben dezelfde schaal, en binnen alle regio's benadruk- ken de inzetkaartjes de belangrijkste as pecten van die gebieden. Binnen de re gio Overleven wordt bijvoorbeeld de stad Breinopolis in detail getoond en dat legt ons de kenmerken van onze twee hersenhelften uit. Bij de regio van de (wetenschappelijke) Verklaringen (van de liefde) zoomt men in op de fysiologi- sche aspecten van de aantrekkingskracht.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 2003 | | pagina 51