sM® 7 KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT 2003-XXIX-2 het ontwikkelen van oplossingen en het opbouwen van kennis [Kraak, 2000] SOM visualisatietechnieken Het gebruik van de som is bedoeld als aanvulling op exploratieve data-analyse- technieken door een gereedschap aan te bieden waarmee ruimtelijke patronen kunnen worden geexploreerd. Het brengt verschillende fases in de transfor- matie van data naar informatie met el- kaar in verband, en bevat kennis uit di verse gegevensverwerkende disciplines. Een aantal visualisatietechnieken kan worden afgeleid uit de som: visualisatie van Clusters met de 'Unified Distance Matrix', projecties, visualisatie van componentvlakken in aparte, met elkaar verbonden vensters, 2D en 3D oppervlakteplots. Deze technieken gebruiken visuele attri- buten en eigenschappen van positie om de visualisatie te verduidelijken. Er zijn 00k een aantal gebruikersinteracties mo- gelijk die een zekere mate van controle over de visuele attributen geven. Ruim telijke metaforen die inherent zijn aan alledaagse concepten van menselijke orientatie en navigatie worden gebruikt om te helpen bij de verkenning en inter- pretatie van de representatie [Fabrikant, 2001]De ruimtelijke metaforen worden gecombineerd met bepaalde representa- tievormen en het gebruik van visuele va- riabelen zoals kleur, vorm, belichting, positie, grootte en richting om explora- tie en interpretatie via interactie (zoals verschaling, verandering van perspec- tief/rotatie, selectie/bevraging, doorbla- deren, coördinaatcontrole) in de infor- matieruimte te ondersteunen. Visualisatie van Clusters Een methode om de som te visualiseren is de 'Unified Distance Matrix' of 'U- matrix' methode [Ultsch, 1993]. Daar- mee kan de structuur van de invoer- ruimte van een 'self-organizing' map worden gevisualiseerd en kan een indruk worden verkregen van anders onzichtba- re structuren in een multidimensionele dataruimte. De gemiddelde afstand tus- sen naburige vectoren wordt voorgesteld door grijswaarden. Een clusterlandschap gevormd over de som visualiseert dan de classificatie. De U-matrix toont afstan- den tussen naburige eenheden en visuali seert zo de clusterstructuren van de kaart. Höge waarden binnen de U-ma trix betekenen een grote afstand tussen naburige kaarteenheden, en duiden op Figuur 3. Projecties in twee- en driedimen- sionale ruimten. Ootrparsum peÄneim -2 Hotten Marino Gaor Oldeazaal Öopfie :äPhplÄ»ftwijk tfangelo -je^t ^..Jertfooin*' Kar*en We«Pselq.R^|e* Haspelt Genarnuiden Staphorst Ewolle Aflrwelü Enfotoede 10 12 Eichede Diepenheim Hi?ü3n Markelo fleriberg lalfsefrSoergen Qp^iHam Vnezenveen em9 'v^eserselo 12 10 ArristDelcJen HSsselt a Äisafelmuiden *6 i jfph orst Gerjemuiden Rijssen clustergrenzen. Clusters zijn uniforme gebieden met läge waar den. Figuur 2 toont een voorbeeld. Projecties Een dataset kan 00k verkend worden met behulp van projec- detechnieken met de som. In de visualisatie in figuur 3 is elke kaarteenheid weergegeven door een punt (dat met zijn buren verbonden kan worden door lijnen) in een projectie die de af- standen tussen data-eenheden zo goed mogelijk bewaard. Deze techniek gebruikt het sOM-grid en laat groepen van objecten zien, elk met een unieke positie, kleur en vorm. De som kan worden gevisualiseerd met vrij gekozen coördinaten, in een 2D- of 3D-ruimte. De gebruiker heeft een aantal visuele moge- lijkheden ter beschikking: controle over de coördinaten van elke eenheid (in 2D of 3D), type, kleur en grootte van het symbool waarmee elke kaarteenheid wordt voorgesteld, en type, kleur en dikte van de lijnen om de kaarteenheden te ver binden. Visualisatie van componentvlakken Visualisatie van componentvlakken laat de waarden zien van de prototype-vectoren van de kaarteenheden voor elke compo- nent. Elk componentvlak toont de waarden van een variabele met behulp van een kleurcodering. Dit geeft de mogelijkheid om visueel elke cel (die overeenkomt met elke kaarteenheid of data-eenheid) te onderzoeken. Elke cel in figuur 4c correspon-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 2003 | | pagina 9