4
VAN DE REDACTIE
Het körnende samengaan met het tijdschrift Geodesia tot een
nieuw tijdschrift voor geo-informatie, Geo-Info, en de produc-
tie van een in oktober 2003 op het eerste congres van de nieu-
we vereniging gin (waarin de nvk op zal gaan) uit te reiken
'nul-nummer' van Geo-Info heeft vertraging in de productie
van dit derde nummer ten gevolg gehad. We hopen echter nog
steeds om 00k het zesde jaar in rij het laatste nummer nog on-
der de kerstboom te kunnen bezorgen! Niemand realiseert zieh
meer dat dat vroeger wel eens problematisch was.
Dit nummer Staat in zoverre 00k al in het teken van de kö
rnende verandering, dat het de tot artikelen omgewerkte lezin-
gen bevat die op de allerlaatste Algemene Ledenvergadering
van de nvk, gehouden in mei jl in Zeist, in het conferentie-
centrum Woudschoten, werden gepresenteerd. De titel van
het middagprogramma was daar Kartografie in beweging. Te-
rugblikken, maar vooral vooruitzien was daarbij de boodschap,
en dat is in deze bijdragen gebeurd: welke bijdrage heeft de
nvk van 1958-2003 aan de kartografie-beoefening in Nederland
kunnen leveren, en hoe zullen haar leden dat straks binnen
nieuwe verbanden voortzetten?
Jan Piket geeft in zijn overzicht een beoordeling van de laatste
45 jaar kartografisch verenigingsleven, en deelt plussen en min-
nen uit: jammer dat de band met de geografie is losgelaten en
dat die met de historisch-kartografen losser werd. Dat zijn za-
ken die in de nieuwe constellatie veel aandacht behoeven. Als
positieve punten, die we zeker moeten behouden, noemt hij
scholing, samenwerking, internationale contacten en contac-
ten met beiendende vakken. Dat laatste is in de nieuwe vereni
ging gegarandeerd, de aandacht voor scholing, de Sterke bui-
tenlandse orientatie van de nvk en de samenwerking tussen
verschillende bedrijven en instellingen in eigen land moet de
kartografische inbreng vormen in de nieuwe vereniging.
Peter Geudeke geeft in zijn bijdrage Over het Kartografisch
Tijdschrift aan hoe dat tijdschrift bijdoeg tot het geven van een
eigen identiteit aan de kartografen, en tevens een bijdrage
heeft geleverd tot verdere professionalisering. Hij geeft aan dat
00k in het nieuwe tijdschrift plaats moet zijn voor weten-
schappelijke, diepgaande kartografische bijdragen.
Ferjan Ormeling laat zien wat het kleine aantal kartografen tot
stand bracht op opleidingsgebied: op een gegeven moment
waren er opleidingsmogelijkheden op mbo-, hbo- en universi-
2003-XXIX-3
tair niveau, studiedagen en zomercursussen, alles voor en door
kartografen! Door de kleine aantallen hebben we dat 'studie-
huis' niet overeind kunnen houden, maar datzelfde speelt 00k
bij de geödeten. Een van de redenen voor het samengaan is het
bundelen van de krachten om onze Nederlandse expertise op
het gebied van de geo-informatie 00k in de toekomst op peil
te houden.
Het artikel van Nico Bakker is een aangepaste weergave van
zijn lezing op de NVK-studiedag Kartografische Dataformaten en
conversies in november 2002. Hij Staat 00k in dit nummer om-
dat de ontwikkelingen rond de topografische kaart bij uitstek
een illustratie vormen van de nieuwe trend tot samengaan van
al degenen die zieh met geo-informatie bezighouden: het wer
ken met standaarden, uitwisseling, koppelbaarheid aan andere
bestanden, al de door de Computer ingezette veranderingen en
nieuwe mogelijkheden komen daarin terug.
Elger Heere geeft het nummer een historische dimensie door
te kijken naar de rol van gis bij de analyse van historische
ruimtelijke gegevens, toegepast op zijn onderzoek naar preka-
dastrale kaartboeken.
Barend Köbben, Jeroen van den Worm en Wim Feringa bren-
gen iets van die internationale orientatie van de Nederlandse
kartografie-beoefenaren in beeld door de consulting-activitei-
ten van de voormalige kartografie-afdeling van het ITC te berde
te brengen: ze voeren ons naar Nepal, Maleisie, Togo en Mala
wi. De lijnen tussen veel Nederlandse kartografen en de inter
nationale kartografie zijn altijd veel korter geweest door hun
vooraanstaande positie in de ica dan voor geödeten en land-
meters, en dat is 00k te merken geweest aan de inhoud van het
Kartografisch Tijdschrift. Ook die internationale orientatie
vormt iets waar we ons in de nieuwe constellatie sterk voor
moeten maken.
Naast de internationale orientatie heeft het KT ook altijd veel
aandacht gehad voor de opleiding van jonge kartografen, on-
der andere door zijn rubriek Kemkatern. In die rubriek bren
gen Tjeerd Tichelaar en Johan Russchen ditmaal een bijdrage
over kaartredactie.
Daarmee zet dit nummer dus een aantal bakens uit voor de
kartografische inbreng in de toekomst van de nieuwe vereni
ging Geo-Informade Nederland.