Kartografische Sectie Nederlandse
Vereniging voor Kartografie 1958-1975-2003
Kartografie in beweging
J.J.C. Piket
5
KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT i 1 I jjl
visualisatie, ruimtelijke data exploratie, exploratieve analyse, Self-Organizing Maps TREFWOORDEN
visualisation, spatial data exploration, exploratory analysis, Self-Organising Maps KEYWORDS
visualisation, exploration de donnees spatiales, Self-Organising Maps MOTS-CLES
De oprichting van Geo-Informatie Nederland (gin), waar-
binnen kartografie samen met geovisualisatie een sectie zal
vormen, was de aanleiding voor het Symposium van de Ne
derlandse Vereniging voor Kartografie (nvk) op 22 mei 2003
onder het motto Kartografie in beweging. Dit motto doet
denken aan de nieuwjaarswens 1966 van een der pioniers van
de Kartografische Sectie, de kunstzinnige kartograaf Michels.
Als ervaren zeezeiler Steide hij op de drempel van het nieuwe
kalenderjaar drie vragen:
Vanwaar komen we?
Waar zijn we?
Waarheen gaan we?
Dezelfde vragen stellen we nu de nvk op de drempel Staat
van een nieuw begin binnen Geo-Informatie Nederland.
Drie vragen dus, waarop drie antwoorden, waarin we de ba-
lans opmaken van 45 jaar kartografisch verenigingsleven, po-
sitieve en negatieve resultaten tegen elkaar afwegen, en na-
gaan welke specifiek-kartografische taken resten binnen het
nieuwe samenwerkingsverband.
Vanwaar komen we?
Het antwoord op de eerste vraag Van
waar komen we? is drievoudig.
De Kartografische Sectie (KS) - voorloper
van de nvk, ontstond in een geografisch
milieu als sectie van het Koninklijk Ne-
derlands Aardrijkskundig Genootschap
(knag), de beroepsorganisatie van acade-
mische geografen, leraren aardrijkskunde,
en van ge'interesseerde liefhebbers van
oude kaarten, vooral van oude zeekaarten.
Afgezien van vaardigheden, nodig voor
kaartgebruik, was de kennis der theoreti
sche kartografie, als omschreven in het
Kartografisch Woordenboek [KW 1.1.2],
bij geografen veelal beperkt tot de begin-
selen van kaartprojecties en landmeet-
kunde. Het kaartgebruik behelsde lezen en interpreteren van
topografische kaarten, en voor specifieke doelen, van geologi
sche kaarten, navigatiekaarten en andere thematische kaarten.
Atlaskaarten en wandkaarten werden gebruikt bij aardrijks-
kundige Studie en onderwijs Over landen en werelddelen.
Het materiele bestanddeel van het ontstaansmilieu van de KS
bestond uit omvangrijke verzamelingen van kaarten en atlas
sen van het knag, de Koninklijke Bibliotheek, de Rijksuniver-
siteit Utrecht, Rijkswaterstaat, provincies en gemeenten. Ze
waren echter nauwelijks beschreven en ontsloten en daardoor
moeilijk toegankelijk. Ze zouden niettemin later een belangrij-
ke factor vormen voor de ontplooiing van de historische karto
grafie [KW 1.1.6].
De groei van de KS werd in Sterke mate gedragen door de
praktische kartografie [KW 1.1.3], in het bijzonder door karte-
rende instellingen: van de overheid [KW 1.1.17] als Topografi
sche Dienst Nederland, Rijkswaterstaat, Hydrografische
Dienst, provincies, gemeenten, en van de particuliere kartogra
fie [KW 1.1.25] als anwb, Wolters-Noordhoff, Meulenhoff,
Falkplan en andere.
Tussen deze drie bestanddelen van het ontstaansmilieu van de
KS bestonden tot dan toe slechts incidenteel contact en sa-
menwerking, maar ze waren alle drie in het eerste bestuur ver-
tegenwoordigd. Ze stonden aan het begin van de KS als karto
grafische gemeenschap van leidinggevenden, uitvoerenden, op-
leiders, Studenten, cursisten, kaartmakers en kaartgebruikers.
Na 45 jaar vormt deze kartografische gemeenschap een hechte
positieve balanspost.
Waar Staat de KS/NVK na 45 jaar?
Vier positieve balansposten
Door herkomst en samenstelling was de KS in Staat en geneigd
tot een veelheid aan activiteiten, te groeperen tot 4 positieve
balansposten:
Scholing. De jonge KS gevoelde de noodzaak tot scholing in
theorie en praktijk der kartografie, een taak waarin door on-
derwijsinstellingen tot dan toe niet was voorzien. Het werd
scholing in velerlei vorm: studiedagen, voordrachten, excur-
Prof.dr. J.J.C. Piket is
emeritus hoogleraar
fysische geografie en
kartografie Katholieke
Universiteit Nijmegen