KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT 2OO3-XXIX-3 sies, zomercursussen, symposia, tentoonstellingen (o.a. Kar- torama's, 100 jaar Waterstaatskaart), PBNA-opleiding tot kaarttekenaar, bevorderen van de HTS-opleiding kartografie (1978), tijdschriften KaartbulletinKartografie, Kartografisch Tijdschrift), de NVKpublikatiereeks en een internetsite. Door dit alles won de kartografie in Nederland aan bekendheid en waardering, zij kreeg gestalte, imago: een positieve balans- post. Samenwerking. Deze opmerkelijke bedrijvigheid was moge- lijk door, en bevorderde samenwerking tussen voorheen se- paraat werkende overheidsinstellingen en particuliere bedrij- ven. De universiteit ging aandacht schenken aan kartografie door verstrekking van onderwijsopdrachten en instelling van leerstoelen. Internationale contacten. Vanaf i960 organiseerde de KS bui- tenlandse excursies: zoals naar Bertelsmann (1963), Parijs (1964), Engeland (1979), 00k in latere jaren tot in recente tijd. Van belang was 00k het iCA-NVK-symposium Automa tion in cartograpby (197$). Contacten met beiendende vakken. Niet minder belangrijk wa ren de contacten met beiendende vakken, zoals gemeen- schappelijke activiteiten met geodesie en landmeetkunde te Delft en Wageningen. In 1979 vergaderden de besturen van nvk, het Nederlands Genootschap voor Landmeetkunde, de Nederlandse Vereniging voor Geodesie en de Nederlandse Vereniging voor Fotogrammetrie gezamenlijk met Chinese geödeten, fotogrammeters en kartografen. Dit alles vormde een aanzet voor het ontstaan van GIN. Figuur 1. Grootscha- lige manuscriptkaart van Chertsey Abbey (1432), opgebouwd uit Signaturen, teke- ningen van terrein- objecten met een niet systematische, in het Latijn geschreven le gen da. Twee negatieve balansposten Naast de vier genoemde positieve balansposten vertoont de kartografische balans na 45 jaar echter 00k twee negatieve pos- ten: Verzwakking van de band met de geografie. De academische geografie had haar aandacht geleidelijk verplaatst van bestu- dering van werelddelen, landen en regio's naar de analyse van ruimtelijke processen, en veranderde zelfs haar naam in ruimtelijke wetenschap. Met de Computer onder handbereik beeldde zij, min of meer succesvol, haar onderzoeksresultaten uit. Tezelfdertijd groeide de kartografie uit tot een volwaar- dig vak, tot wetenschap en künde, het- geen er toe leidde dat de KS in 1975 verzelfstandigde tot nvk. Maar met vooruitziende blik wees zij in haar Sta tuten op de geografische herkomst van de vereniging. De band met de geo grafie bleef echter in stand doordat regionaal werkende kartografen en instellingen, als Geologische Dienst en Stichting voor Bodemkartering, sa menwerkten bij de productie van de Atlas van Nederland, waarvan twee om- vangrijke edities versehenen. Intussen koesterde de Bosatlas de aardrijkskun- de, 'de dochter van de geografie. 'status aparte' der historische kartografie [KW 1.1.6] en achterstand in de geschie- denis der kartografie [KW 1.1.7]De Studie van oude kaarten en atlassen werd voortvarend aangepakt, verzame- lingen werden ontsloten en beschre- ven. Er ontstond buiten de nvk een aparte groep van historisch-kartografen met een florerend eigen tijdschrift. Misschien dat mede door deze 'status aparte' de bestudering van de ontwik- keling van de kartografische taal, een taak voor de geschiedenis der kartogra fie, achter bleef. Behandeide onderwerpen en het Kartografisch Woordenboek In de afgelopen 45 jaar behandelde ks/nvk als scholingsinstituut vele tien- tallen onderwerpen. Tezamen bestrijken ze het gehele veld van de kartografische taal, de kaartproduetie, kaartsoorten, at- laskartografie, automatisering enz. De vraag rijst: is de nvk na 45 jaar gereed met haar scholingstaak? Hoe rijk is haar bruidsschat bij het betreden van haar ap- partement binnen GIN? Voor de beantwoording van deze vragen raadplegen we het Kartografisch Woor denboek, en dat leert ons dat elk hoofd- stuk en onderdelen daarvan minstens eenmaal, soms zelfs vaker grondig aan de orde kwamen. De balans van vraag en aanbod blijkt nagenoeg in evenwicht. Nadere beschouwing van de lijst van be handelde onderwerpen brengt echter en- kele leemten aan het licht, 'openstaande rekeningen' als het wäre door beperkte steun vanuit: geografie bij de indeling in schaalklas- sen van topografische kaarten, geschiedenis der kartografie betreffen de de ontwikkeling van de middelscha- lige kaart, het kaartsymbool, de syste matische legenda en generalisatie. Deze 'openstaande rekeningen' betreffen juist onderwerpen waar de kartografie had moeten steunen op de geografie en de geschiedenis der kartografie. Het gaat 6

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 2003 | | pagina 12