kartografisch
tijdschrift
kartografisch
tijdschrift
kartografisch
tijdschrift
kartografisch
tijdschrift
kartografisch
tijdschrift
KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
2OO3-XXIX-3
197511
1979 V i
Kartografisch Tijdschrift 1975-1978
Kartografisch Tijdschrift 1979-1982
andere helft is gevuld met methodologische onderwerpen, vi-
suele waarneming, kaart en atlasredactie, en documentatie.
Ook organisatorisch is de tijd rijp voor iets nieuws. De karto-
grafenwereld heeft zieh zover ontplooid dat een zelfstandige
vereniging, met een volledig eigen tijdschrift binnen handbe-
reik komt.
Op 31 januari 1974 vindt te Amsterdam de oprichtingsvergade-
ring van de Nederlandse Vereniging voor Kartografie (nvk)
plaats. Daarover schreef ik in de eerste aflevering van het nieuwe
Kartografisch Tijdschrift: "In de van hem voorzitter Piket) be-
kende allegorische stijl schetste de voorzitter het groeiproces van
de kartografie en het kartografische verenigingsleven sinds 1958"
[Geudeke, 1975]. Hij hoopt dat de gezonde jeugdfase van de
Kartografische Sectie gevolgd zal worden door een rijke bloeifase
van de nvk. "Na de sluiting vertrok bijna iedereen met het te-
vreden gevoel nu lid te zijn van een eigen vereniging."
Dat 'bijna iedereen' was een persoonlijke noot. Hoewel groot
voorstander van de eigen identiteit ging mij - als geograaf- de
scheiding ter harte. Samen met mijn mede-subredactielid Or-
meling schreven we een afscheidswoord in het Geografisch
Tijdschrift (de opvolger van het Tijdschrift van het KNAG). We
vonden dat de eerdere inbedding in dat tijdschrift van grote
betekenis was geweest. Heiaas was de bedoeling van tweerich-
tingsverkeer niet zo uit de verf gekomen. Vele onderwerpen
uit de kartografie bleken bij lezersonderzoeken door geografen
niet als nuttig te zijn herkend. Wij betreurden vooral de los-
koppeling van de aardrijkskunde-leraren, bij uitstek de opvoe-
ders tot het gebruik van kaart en atlas. Overigens is een poging
om de band met de KNAG-tijdschriften te bewaren vrij spoedig
uitgedoofd.
Een nieuwe bemanning
De eerste stap van de nieuwe vereniging was het geven van
groen licht voor een eigen Kartografisch Tijdschrift. De redactie
werd gevormd uit de beide oude redacties Ormeling Geude
ke en Karssen Ras Verroen, aangevuld met Sijmons als
nieuweling. leder kreeg zijn taak en bleek daarvoor ook goed
toegerust. In het redactionele Kennismaken in aflevering 1
noemt de redactie zieh beslist geen optelsom, maar presenteert
zij zieh als een nieuwe eenheid [Kartografisch Tijdschrift, 1975].
Kartografisch Tijdschrift 1985-1986
Kartografisch Tijd
schrift 1987-1990
1987 XI
Kartografisch Tijd
schrift 1990-1994
1991 XVII1
20