ge-
KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
2OO3-XXIX-3
De integratie bleek zeer soepel te verlo-
pen en de nieuwe redactie heeft zeer ge-
profiteerd van de 'multi-culturele' ach-
tergrond van haar leden.
In dit ten geleide ontvouwt de redactie
haar visie op de eigen identiteit van de
kartografie en het voornemen recht te
doen aan de volle breedte van het karto-
grafenveld. Pure berichtgeving over de
vereniging en haar leden en nieuwtjes
uit binnen- en buitenland naast weten-
schappelijke en praktische artikelen,
technische informatie, met elke afleve-
ring een kartografisch product als bijla-
Het startschot was gevallen en het doel
geformuleerd. Het navigeren kon begin
nen.
In 1983 vindt de eerste grote wijziging in
de samenstelling van de redactie plaats
Kartografisch Tijdschrifi, 1983]. Geudeke
en Karssen treden af. Aart Karssen be-
paalde vooral het gezicht van het tijd-
schrift met zijn ontwerp voor omslag, ty-
pografie en lay-out. Geudeke nam de
taak van redactiesecretaris op zieh. De
redactie krijgt een echte voorzitter in
Ferjan Ormeling.
Koeman verwondert zieh er in 1995 over
dar pas in 1983 voor de eerste keer de
kwalificatie voorzitter van de redactie in
het colofon wordt vermeld [Koeman,
I995]- Dat is juist en de verklaring is
simpel: de eerste acht jaar hebben we
buitengewoon collegiaal bestuurd, en
was er geen voorzitter nodig. Bovendien
traden we in het spoor van onze meester.
Ook in het colofon van Kartografie werd
nimmer gesproken over Koeman als
voorzitter! Met Geudeke en Ormeling
vormde hij blijkbaar ook een collegiaal
driemanschap!
Een volwaardig tijdschrift
Ter gelegenheid van het 4e lustrum van de vereniging spreekt
Ormeling sr. een rede uit onder de titel: de professionalisering
van de kartografie [Ormeling, 1978]. Het is interessant zijn ana-
lyse te vergelijken met zijn bijdrage van tien jaar eerder. De titel
wijst al op de ontwikkeling die heeft plaatsgevonden: professio
nalisering. De eerste 10 jaar zijn gekenmerkt door het ontdek-
ken van de eigen identiteit, zodat in de volgende tien jaar de
ontwikkeling kon doorzetten tot een zelfstandige, professionele
organisatie.
Ormeling wijdde ook aandacht aan de tijdschriften: "In het
dienstenpakket van de nvk neemt het Kartografisch Tijdschrifi
een opvallende plaats in. Er is wel opgemerkt dat het Kartogra
fisch Tijdschrifi in wetenschappelijk opzicht niet kan wedijve-
ren met bepaalde buitenlandse periodieken. Hiertegen kan
worden aangevoerd dat het KT doelbewust niet tot de weten-
schappelijke statuszoekers wenst te behoren. Bij de verzelfstan-
diging heeft voorop gestaan dat het tijdschrift van de nieuwe
vereniging een weerspiegeling zou moeten zijn van beide be-
staande tijdschriften, d.w.z. een synthese van een wetenschap
pelijk blad en een huisorgaan. Te dien einde werden dan ook
de bestaande redactie tot een nieuwe redactie samengevoegd.
Tot veler verbazing werkte de nieuwe formule. Op voortvaren-
de wijze ging de nieuwe ploeg, zonder voorzitter doch met een
ijzersterk Westlands (ditmaal niet Westfries!) secretariaat on
der de stimulerende rook van de nationale kaartenfabriek, aan
het werk. Na een wat aarzelend begin slaagde zij er in het KT
een eigen identiteit te geven, die strookte met de opdracht en
die typografisch zowel als inhoudelijk bijzonder goed aansloeg.
In foto offset op kwaliteitspapier gedrukt, in een kleurig om-
stag met symbolisch portret van de gehele kartografenfamilie,
met wetenschappelijk verantwoorde artikelen in een prettig
leesbare letter, glijdt liet KT thans vier maal per jaar in de bus
en wij Verheugen ons daar telkens weer op".
Nieuwe vragen en nieuwe antwoorden
Na de referentiepunten die de vieringen van het 2e en 4e lus
trum boden volgt geen nieuwe analyse van het tijdschrift bij
het 6e lustrum in 1988. Wel is er een speciaal lustrumnummer
Kartografisch Tijdschrift
Kartografisch Tijdschrift 1999-1998
Kartografisch Tijdschrifi 1999-200}
(artografisch tijdschrift
1995-XXH
KT-Geodesia in LAT-relatie 1995
21