Datavarianten
30
KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
2OO3-XXIX-3
Attribuut
Domein
Multipliciteit
Option aliteil
Type®
Verbinding
Kru ising
Vlakte
Enketvoudig
Verplicht
Hoofdverkeersgebruik
Fysiek voorkomen
Kruisingstype
Verhardingsbreedle-
klasse
Verhardingsbreedte
Verhardingstype
Verh ardi ngsmat ena al
Deel van verkeerstaiooppunt
Overig
Enkelvoudig Verplicht
Aantal rijstroken
aantal
Enkelvoudig
Verplicht
Rijrichting
Eenrichting
Tweerichting
Enkelvoudig
Verplicht
Toegankelijk
Openbaar
Niet-openbaar
Enkelvoudig
Verplicht
Status
In ontwerp
In aanleg
In gebruik
Niet meer in gebruik
Enkelvoudig
Verplicht
Straatnaam
naam
Veeivoudig
Optioneel
Wegnummer
nummer
Veelvoudig
Optioneei
Hoogteniveau
negatief geneel getal
0 (maaiveld)
po&tief geheel getal
Enkelvoudig
Optioneel
men (Duitsland: atkis, Groot-Brittannie: Mastermap, Dene-
marken: topiodk).
Voor topionl is een nieuw objectgericht gegevensmodel ont-
wikkeld. Het terreinmodel vastgoed NEN3610 is als basis ge-
bruikt bij het ontwerp van topionl. Daar niet alle inhoudsele-
menten van TOPiovector gedefinieerd zijn in NEN3610, zijn
aanvullingen noodzakelijk. Een andere afwijking van de
NEN3610 systematiek is het tekstueel voluit weergeven van de
namen van entiteiten, attributen en domeinwaarden. Er wordt
geen gebruik gemaakt van afkortingen en cijfercodes (figuur 1).
De TOPioNL-objecten kunnen via een conversiesleutel worden
omgezet in de desbetreffende NEN3610 objectbeschrijvingen
(figuur 2).
Standaarden voor gegevensuitwisseling
Een belangrijke vraag bij de levering van digitale gegevens is
het uitwisselingsformaat waarin de gegevens voorhanden zijn.
Kan de gebruiker de gegevens zonder problemen inlezen of
dient hij eerst een conversie te plegen? In deze bijdrage wordt
gekeken naar vectorformaten en niet naar de vele rasterforma-
ten die gebruikt worden.
Het uitwisselingsformaat waarin de gegevens beschikbaar zijn,
is meestal afhankelijk van het softwarepakket waarin de gege
vens zijn geproduceerd. De ontwikkelingen van de laatste de-
cennia hebben geleid tot een breed scala van uitwisselingsfor-
maten. Voor gebruikers met een afwijkend softwarepakket dan
de producent levert dit vaak onoverkomelijke problemen op.
Gelukkig zijn er nationale en internationale organisaties die
trachten standaarden vast te stellen waarmee, onafhankelijk
van de gebruikte Software, datasets kunnen worden uitgewis-
seld. Dit gaat echter vaak gepaard met gegevensverlies. Zo zijn
er de nen (Nederlands), cen (Europees) en iso (wereldwijd)
standaarden. Voor Nederland geldt als digitale uitwisselings-
standaard de nen 1878 met als voorganger suf 2. Toen de tdn
in de jaren negentig de digitale topvector-bestanden begon op
te bouwen was het streven om deze datasets in nen 1878 uit le-
veren. De productie vond plaats met Microstation in het igds-
formaat, later meer bekend als DGN-files. Gebruikers die de-
zelfde Software gebruikten verkozen al snel voor levering in
DGN-files om een conversieslag te voorkomen. Ook een con
versie naar dxf, het autocad-formaat ging tamelijk probleem-
loos, hoewel er wel gegevensverlies optrad. Later kwam ook de
Figuur 1. Fragment
gegevensmodel
TOP10NL.
Figuur 3. Producten
uit TOPvector-
bestanden.
vraag naar eOO en shape-files naar voren
en werden daarvoor conversieprogram-
ma's geschreven. Uiteindelijk levert tdn
in meerdere uitwisselingsformaten, af
hankelijk van de wens van de klant (zie
figuur 3).
Voor een 'leek' op Gis-gebied zullen ook
deze standaarden problemen kunnen op-
leveren. Een kleine test van het inlezen
van verschillende leveringsformasten van
dezelfde dataset die de tdn aanbiedt, le
vert verrassende resultaten op. Hiertoe is
een demobestand TOPiovector (van het-
zelfde geografische gebied) ingelezen in
kladblok. De resultaten staan in figuren
4a t/m 4f
Voor de nieuwe topionl is gekozen
voor een internationale standaard, aan-
gereikt door het Open GIS Consortium
(ogc). Dit consortium is een samenwer-
kingsverband van enkele honderden in
ternationale bedrijven en instanties op
het gebied van Gis-software en Gis-ge-
bruikers. Het doel is open standaarden
te ontwikkelen, zodat datasets zonder
problemen kunnen worden uitgewisseld
en worden gebruikt op diverse platforms
binnen de gangbare Gis-software. Deze
OpenGis-standaard voor uitwisseling
Staat bekend onder de naam Geography
Markup Language (gml).
Enkele kenmerken van gml:
definieert types van ruimtelijke objec-
ten: Punt, LijnString, Polygoon,
Figuur 2. Voorbeeld
van conversie
TOP10NL naar
NFN3610.
VPF
cfätabase
Vector
Database
Updates
xxvec
VPF-c
TOPXX vector
4rc-;lnro__
eralisatie
u -"""Vtedalisa&e
^apPublishW)
kaarten
kleinere
schalen
•Civieie kd
Speciale n<f