KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
2003-XXIX-3
TOP IONL en visualisatie
De copografische datasets kennen vele toepassingen. Een be-
langrijke drijfveer voor de omzetting van TOPiovector naar een
objectgericht topionl is het verbeteren van de mogelijkheden
om de data in Gis-systemen te gebruiken en te koppelen met
andere datasets. In veel gevallen behoeven de gegevens daar-
voor niet gepresenteerd te worden als kaart. Toch blijft het vi-
sualiseren een belangrijke pijler onder topionl. Naast papie
ren kaarten zijn er beeldschermafbeeldingen noodzakelijk en
groeit het aantal internetapplicaties waarin de data een cruciale
rol speien. De data dienen geschikt gemaakt te worden voor
visualisatie. Er dient wel een scheiding te zijn tussen de object-
gerichte data en de wijze waarop deze wordt afgebeeld. Deze
scheiding is aangebracht door allereerst een digitaal land-
schapsmodel te modelleren. Als aanvulling wordt een digitaal
kartografisch model ontwikkeld. Om een goede, volledige vi
sualisatie mogelijk te maken, zoals die 00k momenteel reali-
seerbaar zijn, zullen extra 'kartografische' objecten gemodel-
leerd worden. Voor Gis-toepassingen zijn die niet nodig, maar
voor papieren kaarten en internetafbeeldingen vormen deze
een noodzakelijke aanvulling.
In beginsel zullen de TOPNL-bestanden in het GML-uitwisse-
lingsformaat worden geleverd. Op dit moment zijn de huidige
kartografische pakketten als MapPublisher (Intergraph), Ma-
publisher (Avenzo), ArcMap (esri) e.a. nog niet voorbereid
om direct vanuit gml kwalitatief hoogwaardige visualisaties te
maken. Hiervoor dient zieh echter een nieuwe standaard aan,
namelijk svg. Dit Staat voor Scalable Vector Graphics en is ge-
baseerd op XML, dezelfde waarop 00k gml is gebaseerd. Met
svg zijn reeds enkele proeven gedaan met de testdata van
topionl (figuur 6).
Meer informatie over svg treft u aan in het artikel Scalable
Vector Graphics: het (karto)grafische broertje van de XML-familie
[Köbben, 2003]. Vooral voor de internettoepassingen biedt
svg vele mogelijkheden.
De gebruikers van de huidige kartografische pakketten kunnen
gewoon doorgaan met het maken van kaarten van de nieuwe
bestanden. Er zullen ongetwijfeld conversies mogelijk zijn van
de GML-bestanden naar de huidige uitwisselingsformaten als
dgn, shape en dxf.
Voor de toekomstige TOPNL-producten zal in elk geval een
'standaard-visualisatie' worden geleverd. Voor veel gebruikers
levert dit een herkenbaar beeld op in vergelijking met de hui
dige papieren topografische kaarten.
Anderzijds is de gebruiker vrij om zijn eigen gezicht te geven
aan de topdata. Dit kan nodig zijn in verband met het gebruik
van een selectie van de data, al dan niet gecombineerd met ei
gen gegevens. Flexibiliteit is noodzakelijk. Papieren kaarten,
Gis-applicaties, internettoepassingen stellen allemaal hun eigen
eisen aan de kartografische vormgeving. Afhankelijk van het
doel van de presentatie kan de visualisatie worden aangepast.
TOPIONL: De standaard?
Bij de ontwikkeling van topionl wordt zoveel mogelijk uitge-
gaan van en rekening gehouden met de nationale en interna
tionale standaarden. Dat betreft zowel het gegevensmodel, de
uitwisseling van de data en de visualisatie van de gegevens.
Daartoe zijn de volgende eisen gesteld aan de datasets om aan
de huidige en zo mogelijk toekomstige wensen van de gebrui
kers tegemoet te komen:
objectgerichte data met een unieke objectcodering;
toevoegen van attributen moet mogelijk zijn;
integratie TOPiovector en TOPiowegen, zodat het object
meerdere geometrieen kan bevatten;
zodanige opbouw van de data dat mutatiebestanden eenvou-
dig leverbaar zijn;
historische versies van de data toegankelijk houden;
meeleveren van meta-informatie op objeetniveau;
een duidelijke scheiding aanbrengen tussen het Digitaal
Landschapsmodel (dlm) en het Digitaal Kartografisch Mo
del (dkm);
naadloze bestanden, d.w.z. zonder kaartbladgrenzen;
koppelbaarheid met andere datasets;
gebruik maken van internationale standaarden voor de uit
wisseling van de data.
Deze eisen zijn gerealiseerd in de prototypen die in 2002 zijn
geprodueeerd en als demonstratiemodel onder een groot aantal
topvector-gebruikers zijn verspreid. Middels een bijgevoegde
enquete zijn de gebruikers geraadpleegd. De uitkomsten daar-
van worden verwerkt in het definitieve gegevensmodel en de
uit te voeren conversie van TOPiovector naar topionl welke
naar verwachting in 2004 zal aanvangen. De tdn hoopt daar-
mee de nieuwe standaard te hebben gezet voor de topografi
sche basisdata.
Literatuur
Köbben, B.J. (2003), Scalable Vector Graphics: het (karto)-
grafische broertje van de XML-familie. Kartografisch Tijdschrifi
xxix.i pp. 21-24.
Summary
N.J. Bakker - Standards in TOP10NL
Keywords: standardisation, topographic cartography, produc-
tion of geographical information, research
Standards play a key role in national and international exchange
of digital topographic files. When dealing with geographical data
sets, users are faced with a ränge of exchange formats, usually
developed by CAD and GIS Software vendors. Exchange usually
leads to data loss. Linking Dutch and foreign data sets also causes
problems due to disparate legends, Contentsand object definitions.
Developing TOP10NL, the successor of the digital topographic
base data set TOPiovector, (inter-) national Standards are
allowed fior as much as possible. The data model is based on the
Dutch Land-Information Terrain Model Standard
('Terreinmodel Vastgoed NEN3610), but it also allows for
exchange using the DIGEST/FACC catalogue for military and
civilian produets. The Geography Markup Language (GML), a
Standard developed by the Open GIS Consortium (OGC) was
chosen as the exchange format for digital data. This Standard is
rooted in XML, an international Standard for exchanging data
over the Internet. Current Software produets could still be usedfor
cartographic visualisation, but visualisations created using
Scalable Vector Graphics (SVG), another XML-based language,
can be used in the future. Applying proprietary style sheets, users
can choose their own representation, although the Dutch national
mapping agency ("Topografische Dienst") shall deliver its own
Standard visualisation.
32