KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT 2OO3-XXIX-3 Bosatlas hebben deze pas in rweede instantie betrekking op een individuele kaart: het is immers de complete dubbelpagina die, wanneer hij wordt opengeslagen, aantrekt of afstoot. Van be lang zijn een qua kleurdensiteit evenwichtig beeld: geen knal lende kleuren in een hoek en pasteltinten in een andere; een rüstig beeld: behalve door weloverwogen kleurgebruik - waar- onder 00k de toepassing van 'functioneel wit' kan dit worden bei'nvloed door het gebruik van kaders, de plaatsing van legen- da's, en de typografie en naamplaatsing binnen de kaarten; en een afwisselend beeld: geen pagina's vol met dezelfde kleuren of dezelfde cirkelsymbooltjes. Pagina's en afzonderlijke kaartjes mögen niet overladen zijn. Binnen de kaartjes moeten thema en achtergrond visueel goed gescheiden zijn. Tenslotte moet de atlas, hoewel niet monotoon, toch een eenheid blijven. Voor een meerhoofdige redactie die gezamenlijk een atlas maakt is vooral dit laatste, vanwege het subjectieve karakter van een deel van de esthetische overwegingen, een grote uitdaging. Toponymie Een hoofdstuk apart binnen het kaartredactieproces is de to ponymie: de behandeling van de geografische namen in de kaart. Hierbij komen de volgende aspecten aan de orde: Welke taal passen we toe in welk deel van de kaart? Friese namen in Friesland? Russische of Kazachse in Kazachstan? Wat doen we in meertalige situaties? Alleen Friese namen of Friese en Nederlandse? In het laatste geval, de Friese of de Nederlandse namen boven/voor? Grou, Grouw, Grou (Grouw), Grouw (Grou), Grou/Grouw of Grouw/Grou? Aan welke regels moet de schrijfwijze voldoen? Biesbos of Biesbosch? Drente of Drenthe? Op welke wijze geven we namen weer uit talen die niet met het Latijnse schrift worden geschreven: zetten we ze letter voor letter om (transliteratie) of bootsen we de klank zo goed mogelijk na (transcriptie)? Fuji of Foedsji? Wanneer we transliteratie toepassen, aan welke standaard conformeren we ons dan? Archangelsk of Arhangel sk? Hoe behandelen we samengestelde namen? Vertalen we soortnamen? Lake Michigan of Michiganmeer? Wat doen we met exoniemen, dat wil zeggen Nederlandse namen voor objecten buiten het Nederlandse taalgebied? Pa- rijs, Paris, Paris (Parijs) of Parijs (Paris)? Gebruiken we körte of lange vormen? Hull, Kingston-upon- Hull of Kingston? Frankfurt of Frankfurt am Main? Wat doen we met namen voor objecten die zieh over meer- dere taalgebieden uitstrekken, vooral wanneer er geen Neder landse naam voorradig is? Douro of Duero? Hoe körten we af? St.-Tropez of St-Tropez? Voor schrijfwijze- en transliteratiekwesties kunnen we ons la- ten leiden door de aanbevelingen en toponymie guidelines van de United Nations Group of Experts on Geographical Names (ungegn), een organisatie waarin nationale autoriteiten op het gebied van de schrijfwijze van geografische namen van alle vn- lidstaten partieiperen. De ungegn stimuleert de lidstaten om richtlijnen op te stellen en, waar het Latijnse alfabet niet ge- bruikt wordt, transliteratiesleutels voor de verschallende Schrif ten naar dit alfabet aan te bieden, die dan met het gezag van de VN aan alle andere lidstaten worden aanbevolen. Hoewel dergelijke richtlijnen in toenemende mate beschikbaar komen (onder andere op het internet), blijven er nog veel landen en talen over waarvoor een atlasredactie het voorlopig met interne richtlijnen zal moeten doen. Het onderhouden van deze richt lijnen is 00k een taak van de atlasredacteur. Actualisatie Zo gauw een kartografisch produet, zij het een atlas of een af zonderlijke kaart, gepubliceerd is, Staat de inhoud ervan bloot aan veroudering. Sommige thema's, waaronder geologische en geofysische, zijn praktisch onveranderlijk, al geldt dit meer voor de realiteit dan voor de kennis omtrent die realiteit: er kan door recent onderzoek wel degelijk nieuwe informatie aan het licht komen, of oude onjuist blijken. Ook kan bepaalde informatie met meer detail beschikbaar komen. De meeste thema's die in kaart worden gebracht zijn echter wel degelijk aan veroudering onderhevig, en dit geldt in extre me mate voor statistische informatie. Demografische en socio- economische cijfers veranderen doorlopend, en worden meest- al ook met grote regelmaat door de statistische diensten verza- meld. Een groot deel van het redactionele werk rondom de Bosatlas wordt dientengevolge in beslag genomen door de ac tualisatie van bestaande kaarten. Niet alleen cijfers veranderen, ook wegen, spoorwegen, admi- nistratieve indelingen, stuwmeren, havens en dergelijke zijn voortdurend in beweging. Zoutmeren drogen op, moerassen worden drooggelegd, nieuwe bruggen worden geslagen en tun- nels geboord, gemeentes fuseren of verleggen hun grenzen, gletsjers smelten, en een enkele keer stört een vulkaankegel in elkaar of schiet een deel van zijn top weg. Alpinisten komen erachter dat een berg toch een paar meter hoger is, de magne tische polen schuiven op. Een nieuw Waddeneiland ontstaat. Landen worden onafhankelijk of krijgen een andere naam of hoofdstad. Incidenteel worden namen vervangen - Leningrad wordt Sint Petersburg of zelfs complete talen: Oekrai'ens, Moldavisch, Kazachs en Turkmeens vervangen het Russisch. Spellingsvoorschriften veranderen: Centraalafrikaanse Repu- bliek moet nu worden gespeld als Centraal-Afrikaanse Repu- bliek. De wijzigingen moeten door de redactie worden achter- haald, gedocumenteerd en gecommuniceerd, om uiteindelijk zonder verwarring te scheppen door te dringen tot de kaart. Tenslotte In het bovenstaande is, aan de hand van de praktijk van de re dactie van de Bosatlas, een overzicht geschetst van de veelheid aan activiteiten die worden gegroepeerd onder de noemer 'kaartredactie'. Uiteraard bepaalt de aard van het produet in sterke mate het gewicht van het redactiewerk. In alle gevallen is een gedegen kennis van de kartografie en een inhoudelijke (in het geval van de Bosatlas een algemeen geografische) basis- kennis vereist. Toponymie speelt een rol voorzover een pro duet geografische namen bevat: bij de Bosatlas dus zeer na- drukkelijk. Sommige redactionele vaardigheden, met name de kartografische, moeten door alle redacteuren worden gedeeld, terwijl andere wel op de redactie aanwezig moeten zijn, maar vanwege hun aard een zekere specialisatie in de hand werken. Met het woord 'redactie' wordt zowel de activiteit als het col- lectief van redacteuren aangeduid. Een aspect dat hier nog niet aan de orde is gekomen verdient het in deze zin toch nog ge- noemd te worden: kaartredactie is, behalve 'kartografie plus', in veel gevallen ook een geslaagde samenwerking van een team van redacteuren, die leidt tot een produet dat de inzichten en vaardigheden van een enkele persoon te boven gaat. 80

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 2003 | | pagina 6