Kartografie, GIN en de kaart
KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
M.-J. Kraak
ARTIKEL
gebruik van geografische informatie, achtergronden, algemeen
use of geographical Information, background, general
utilisation de l'information geographique, Information de reference, divers
TREFWOORDEN
KEYWORDS
MOTS-CLES
Inleiding
Hoe is uw reactie wanneer men u vraagt
'wat is kartografie?' Vanzelfsprekend
kunt u een antwoord geven, maar komt
dir antwoord overeen met het beeld dat
uw gesprekspartner van ons vak heeft?
Vermoedelijk niet. Veelal leidt een der-
gelijke discussie tot een aantal cliche-op-
merkingen zoals: 'Kaarten vind ik ook
leuk, ik spaar ze' en 'Is Nederland al niet
helemaal in kaart gebracht?'. Ondanks
dergelijke opmerkingen is er Over het al
gemeen waardering voor de kaart. Ove-
rigens wordt de kwaliteit van de huidige
producten vaak bepaald door triviale za-
ken als 'Staat mijn woonplaats er op?'
gevolgd door een zoekactie naar het
kleinste plaatsje dat men kent. Boven-
dien blijkt uit vragen als 'Doen jullie
ook iets met die navigatiesystemen in de
auto?' en 'Die mensen met die rood-wit-
te stokken, maken die ook kaarten?' dat
men zieh vaag bewust is van een vakge-
bied dat breder is dan alleen kaartjes te-
kenen. De kaart in relatie tot de mobiele
telefoon of soms zelfs het internet is
voor de meeste gesprekspartners nog een
te grote stap.
Het doel van deze bijdrage is om aan te
geven dat de integratie van het kartogra-
fisch vakgebied met andere geo-gerela-
teerde vakgebieden een natuurlijk proces
is. Dit wordt ondermeer gestimuleerd
door ontwikkelingen op het gebied van
de technologie en meer speeifiek de geo-
ict. Daarnaast ook door de ontwikkelin
gen die de organisaties doormaken waar-
in de vakmensen die zieh bezighouden
met geo-informatie, werkzaam zijn. In
de 'geintegreerde' toekomst zal voldoen-
de ruimte zijn voor specialisten die zieh
Prof. dr. M.-J. Kraak, ITC,
Instltuut voor Geo-
informatie wetenschappen
en aardobservatie,
Postbus 6, 7500 AA
Enschede,
[e] kraak@itc.nl
met het ontwerp, de produetie en het gebruik van de kaart be-
zig houden. Natuurlijk gaat dit niet zonder veranderingen en
de manier waarop we nu kaarten ontwerpen, produceren, en
met name gebruiken, zal anders zijn. Dat betekent wel dat de
huidige kartograaf open moet staan voor veranderingen en -
om met Maarten Toonder te spreken - een ruim denkraam
moet hebben waarbinnen nieuwe mogelijkheden erkend wor
den, maar ook bestaande tradities opzij gezet moeten kunnen
worden. Dat vele kartografen deze ontwikkelingen onder ogen
zien blijkt wel uit de manier waarop de leden van de nvk het
fusieproces in de richting van de nieuwe vereniging Geo-infor
matie Nederland (gin) ondersteunen. gin is ontstaan door de
fusie van de nvk, Stichting Geodesia, Geospatial Information
Technology Association (gita-nl), Vereniging voor Geo
grafische informatie en Vastgoedlnformatie (vgvi), Neder-
landse Vereniging voor Geodesie (nvg), Vereniging van Land-
meetkundigen (wl), Kring voor Aardobservatie en Geo-infor-
matica (kvag) en de Vereniging geo-informatievoorziening
ministerie Verkeer en Waterstaat (Geo-VenW), terwijl de
Bond voor Kadasterpersoneel (BvK) een associatieverdrag met
GIN heeft. De vereniging heeft ten doel om kennis Over en de
toepassing van de geo-informatie te bevorderen en beoogt het
platform te zijn voor de verzameling, bestudering en versprei-
ding van kennis over geo-informatie. gin kan door schaalver-
groting op velerlei gebied beter inspelen op trends rond de
geo-informatie.
Behoefte aan geintegreerde geo-informatie
Het meest dramatische moment waarop de behoefte aan gein
tegreerde geo-informatie duidelijk wordt is bij een ramp. Op
een dergelijk moment blijkt pas goed of alle Systemen waarmee
de verschillende (deel)organisaties werken op elkaar zijn afge-
stemd en of ze de benodigde up-to-date informatie kunnen le-
veren. Als voorbeeld dient de vuurwerkramp in Enschede op
13 mei 2000. De behoefte aan geo-informatie is in dergelijke
gevallen in een drietal fasen in te delen. Ten eerste de reactie
op het eerste alarm en de directe bestrijding om de ramp on
der controle te krijgen. Ten tweede de körte termijn: de afhan-
deling van de slachtoffers en persoonlijke problemen. Ten der-
de het verwerken van lange-termijn problemen en wederop-
bouw van de wijk. Het zal niet moeilijk zijn zieh voor te
11