KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
2OO3-XXIX-4
stellen dat de aard van de benodigde informatie in ieder van de
fasen verschillend zal zijn. Deze verschillen worden extra bena-
drukt als men zieh de diversiteit aan gebruikers van de infor
matie onder de betreffende omstandigheden voorstelt. Dit zijn
onder andere de politie, brandweer, ambulances, de gemeente,
de inwoners/publiek, de pers en planners. De 'waar' vraag is
voor het publiek misschien af te doen met een paar aanduidin-
gen op een stadsplattegrond, voor de hulpdiensten luistert dit
nauwkeuriger. Bovendien bleek dat het vaststellen van de om-
vang van het rampgebied in de eerste fase helemaal niet zo
eenvoudig was. Onduidelijke informatie uit het veld werd ge-
combineerd met kaartinformatie, op basis waarvan beslissin-
gen genomen moesten worden. De informatie is afkomsdg uit
een veelheid van veelal gemeentelijke bronnen. En zelfs al
klopt de informatie, zoals die uit het bevolkingsregister, dan is
de vraag 'wie wonen daar?' nog niet eenvoudig te beantwoor-
den, want men wist bijvoorbeeld dat er veel woningen en ka
mers aan Studenten werden onderverhuurd zonder dat deze of-
ficieel geregistreerd stonden.
Hoe wordt de informatie in het controlecentrum gebruikt?
Wordt er met dikke viltstiften op papieren kaarten getekend?
Iedereen kan overigens zo'n viltstift bedienen. Staan er Com
puters met geografische informatiesystemen waarmee allerlei
vragen te beantwoorden zijn? Niet iedereen kan deze Systemen
bedienen zolang de opzet relatief gebruikersonvriendelijk is. In
een dergelijke omgeving zou het ideaal zijn wanneer men de
beschikking had over een groot wandbord waarop de platte-
grond is afgebeeld en men via onderlinge discussie binnen het
crisisteam de inhoud van het wandbord en de kaart kan bepa
len door via gebaren en stemherkenning het achterliggende
ruimtelijke informatiesysteem te bedienen. Met een armgebaar
zou men bijvoorbeeld op de elektronische wandkaart een inte-
ressegebied kunnen aanduiden. Dit gebaar wordt omgezet in
een polygoon of bufferzone op het wandbord. Het gebaar gaat
vergezeld van de vraag: 'Hoeveel mensen wonen er in dit ge-
bied?' Dit wordt via stemherkenning omgezet in een bevraging
van de database en resulteert in een antwoord. In experimente-
le omgevingen bestaan dit soort controlekamer-oplossingen al
en het laat meteen een nieuwe rol van de kaart zien, een kaart
als middelpunt, als interface op de benodigde geo-informatie.
De nieuwe rol van de kaart
Wat we uit het bovenstaande kunnen afleiden is dat de karto-
grafie als diseipline integreert in de geo-informatie wereld,
maar dat de kartografische expertise noodzakelijke blijft, zelfs
expandeert omdat de kaart een meer uitgebreide rol gaat spe
ien in de wereld van geo-informatie. Voor alle diseiplines in de
geo-wereld geldt overigens: geen integratie zonder specialisatie.
Het belang van kartografische specialisatie wordt bevestigd
door diverse internationale onderzoeksprogramma's die alle vi-
sualisatie kaart plus als een van de speerpunten voor
toekomstig onderzoek noemen (zie bijvoorbeeld Agile [url i]
en ucgis (University consortium gis) [url 2]). Ook het rap-
port Ruimte voor geo-informatie heeft het als een van de con-
centratiepunten opgenomen1). Nieuwe toepassingen van de
kaart worden nog steeds gevonden. Hierna volgen enkele
voorbeelden van relatief nieuwe toepassingen.
Kaart als toegang tot geodata-infrastruetuur
Een goed funetionerende geodata-infrastruetuur is een vereiste
om goed te kunnen inspelen op een calamiteit zoals de vuur-
werkramp van Enschede. Voor veel problemen en beslissingen
waarbij geo-informatie een belangrijke rol speelt moeten aller
lei gegevens, uit verschillende bron, van verschallende leveran-
ciers, vaak ook nog op verschillende schaal en van verschillen
de ouderdom met elkaar gecombineerd worden. Dit gaat zeker
niet altijd straffeloos en bewerkingen zijn vaak noodzakelijk
om de gegevens bruikbaar te maken. Maar het is al een hele
stap in de goede richting als de gewenste informatie via een
clearinghouse of portal toegankelijk en beschikbaar is. Een
goede beschrijving van de gegevens in de vorm van metadata is
hierbij vanzelfsprekend noodzakelijk, zodat gebruikers weten
wat voor gegevens ze binnenhalen. In een dergelijke omgeving
speelt de kaart een belangrijke rol. Allereerst kan de kaart deel
uitmaken van het zoeksysteem naar de betreffende informatie.
Hierbij wordt de kaart gebruikt om een zoekgebied te definie
ren. Een aanverwante rol is de kaart als interface. Een goed
voorbeeld is het wandbord zoals beschreven in de sectie over
de vuurwerkramp, maar ook op een beeldscherm in een web
browser kan de kaart als interface tot de gegevens dienen.
Kaarten waarop men Symbolen kan aanklikken om vervolgens
additionele informatie uit een database op het scherm te krij-
gen of om doorgeleid te worden naar een volgende webpagina
zijn hiervan voorbeelden.
De persoonlijke kaart
De huidige technologische trends rond de mobiele telefoon,
de personal digital assistant en het global positioning System zor-
gen voor vraag naar allerlei locatiegebonden informatie. Het is
eenvoudig om via een combinatie van dergelijke Systemen de
positie van de gebruiker op te vragen en vervolgens omge-
vingsinformatie aan deze positie te koppelen en te presenteren.
Doordat de beeldschermen op de mobiele instrumenten zeer
klein zijn, vraagt dit om speciale aandacht voor het kaartont-
werp, ondanks het feit dat de af te beeiden hoeveelheid infor
matie gering is en zieh beperkt tot routes en puntlocaties.
Daarnaast komt er via deze instrumenten een enorme stroom
aan locatiegebonden informatie beschikbaar die mogelijkerwijs
door geografen en anderen geanalyseerd gaat worden. Dit
vraagt juist weer om visualisatietechnieken waarbij men met
zeer grote hoeveelheden gegevens overweg moet kunnen.
De kaart en werkelijkheid
De kaart toont normaliter een selectie en abstractie van de
werkelijkheid. Ontwikkelingen op het gebied van zowel de ge-
gevensinwinning als ook van driedimensionale weergavetech-
nieken maken het nu mogelijk om zeer realistische voorstellin-
gen te creeren van die werkelijkheid. Hierdoor is het mogelijk
allerlei simulaties van gebeurtenissen in de toekomst (of uit het
verleden) weer te geven in dynamische en interactieve visuali-
satie-omgevingen. Men kan via Virtual reality technieken zelfs
in de gegevenswereld stappen en rondwandelen in de toekom-
stige landschappen of een tocht door een database maken.
Wanneer het plannen voor de toekomst betreffen is het via
deze visualisaties mogelijk om de beslissers hun oordeel niet al-
leen op teksten en traditionele kaarten te laten baseren, maar
ook de realistische beeiden in het beslisproces mee te nemen.
Cyberspace
Kaarten hebben altijd een hoofdrol gespeeld in de ontdekking
van nieuwe gebieden. Hierbij behoeft men alleen maar aan de
kartografie van de voc en wie te denken om dit te begrijpen.
Ook vandaag speelt de kaart weer een rol bij het karteren van
nieuwe gebieden. Het gaat hierbij niet direct om niet eerder
ontdekte stukken land of zee maar om Cyberspace. Kartografi
sche methoden en technieken worden toegepast om de infor-
matiestromen die op het internet rond gaan in kaart te bren-
12