45 KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT Tevens onrwikkelde Jan Schilder een nieuw kaartontwerp voor dit doel. Deze methode leverde een enorme tijds- en kwaliteitswinst op en het nieuwe kaartbeeld maakte school in Nederland. Samenwerking met overige overheids- diensten, het hoger onderwijs en gespe- cialiseerde bedrijven in binnen- en bui- tenland heeft deze kartografische ont- wikkeling verder versterkt. Prof.dr. F.J. Ormeling (hoogleraar kar- tografie - Rijksuniversiteit Utrecht) ge- bruikte in 1987 voor het eerst de term 'Polderkartografie' en 'Flevokartografie' voor deze stroming in de kartograße. Er zijn inmiddels honderdduizenden Flevokaarten en Flevopublicaties in vele talen en uitvoeringen over de wereld ver- spreid. Het werk van Jan Schilder is het meest onderscheiden kartografische werk in Nederland. Onder auspicien van de Nederlandse Vereniging voor Kartogra ße (nvk) en de International Carto- graphic Association (ica) is zijn werk geexposeerd in Londen (UK, 1979), Perth (Australie, 1992), Utrecht (1996), Maastricht (1998), Ottawa (Canada, 1999) en Beijing (China, 2001). De Flevokartografie Staat voor een voortdurend proces van creatieve en vi- suele innovatie op het gebied van de geo-informatievoorziening. De kartogra fische afbeeldingen op de expositie IJs- selbeeld geven een sfeerbeeld van deze manier van kaarten maken. De techniek De eerste Flevokaarten zijn nauwkeurig met de hand getekende of gegraveerde kaarten. Met de komst van de compu- terkartografie (vanaf ca. 1975) zijn de Flevokaarten van meet af aan gemaakt met de meest geavanceerde meet-en te- kensoftware. De laatste geometrische en kartografische computerprogramma's zijn nodig om de hoge kwaliteit te kun- Z003-XXIX-4 Grafiek Grafiek is de naam voor het weergeven van letters en albeeldingen met de be- doeling om er afdrukken van te maken. Hoe die papieren afdrukken tot stand komen is over het algemeen wel bekend. Maar het resultaat hoeft niet altijd een afdruk op papier te zijn. Het kan 00k een afbeelding op een beeldscherm zijn of een met een beamer geprojecteerd pa- troon. Interessanter is misschien het pro ces hoe iemand een grafisch ontwerp maakt. Het maken van grafische illustra- ties is een kunstzinnige bezigheid en het vrije werk levert verrassende vormen en technieken op. ledere graficus doet het weer op zijn of haar eigen manier. Zo gaat dat nu eenmaal bij creatief werk. Jan Schilder maakt bij de vervaardiging van zijn grafische patronen gebruik van de kennis en technieken die hij 00k toe- past bij het topografisch en het kartogra- fisch tekenwerk. Vaak is er al een 'men tal map', een schets of een idee over de vorm en de kleuren van een illustratie. Speciale computerprogramma's worden ingezet voor het construeren van de (in- gewikkelde) patronen en om later de af drukken te kunnen maken. Digitalise- ring zorgt er bovendien voor dat er 00k extreme uitvoeringen (in bijvoorbeeld een uitzonderlijk groot formaat) kunnen worden geproduceerd. Industriele, mo numentale en architectonische toepas- singen zijn hierdoor mogelijk geworden. Gebruikte technieken Schets op papier, constructie van pa- troon-onderdelen in vectoren in Aldus FreeHand, graphic artwork en composi- ties in Adobe Photoshop op Apple Mac intosh apparatuur, animaties en muziek- synchronisatie in Macromedia Flash op pc-apparatuur, afdrukken op heavy- coated papier en semi-gloss papier op een HP 5500 printer met uv-bestendige inkten. Een andere manier voor het maken van grafi sche patronen is het lijnomtrekken van een (deel uit een) topografische illustratie. Deze kartogra fische techniek heet 'polygonerenen is toegepast bij het maken van het patroon van de Nieuwe Toren van Kampen. nen blijven garanderen. De Flevokaarten en Flevopublicaties worden verspreid via gedrukte en nieuwe media (zoals digitale beelddragers en internet). W. Broeder met dank aan Schilder

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 2003 | | pagina 47