57
KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
2OO3-XXIX-4
In een inleidend hoofdstuk over het ge-
bruik van kleur in gis en kartografie illu
streren de auteurs het belang van een
weldoordachte en juiste kleurkeuze.
Men kan 00k lezen hoe het werken met
kleur geevolueerd is onder invloed van
technologische ontwikkelingen, niet in
het minst sinds de opkomst van de Com
puter.
De volgende vier hoofdstukken behan-
delen de meer technische aspecten van
kleurproductie, zowel op computer-
scherm als op papier. Allereerst be-
spreekt men in een kort hoofdstuk de fy-
sische kenmerken van kleur: wat is kleur
eigenlijk en hoe kunnen we het zien?
Ook het basisprincipe van additieve
kleurenmenging op monitors en sub-
tractieve kleurenmenging voor drukwerk
wordt hier kort maar duidelijk uit de
doeken gedaan. De moeilijkheid van het
beschrijven van kleur komt dan in een
volgend hoofdstuk aan bod. De meest
gebruikte kleurenmodellen worden hier
op een rijtje gezet zoals onder meer de
rgb- en CMY-kleurenkubussen of de 3D-
kleurenmodellen op basis van de ver-
schillende visuele variabelen. Hoofdstuk
vier en vijf behandelen respectievelijk de
invoer en uitvoer van kleur. Aangaande
de kleurinvoer overloopt men de ver-
schillende bronnen die digitale rasterda-
ta voor een gis kunnen aanleveren. Hoe
worden de kleuren van bijvoorbeeld
Scanners of digitale satellietcamera's be-
waard en welke invloed heeft hierin de
resolutie van het beeld? Ook het pro-
bleem tussen de kleurinvoer (rgb op het
scherm) en -uitvoer (cmyk op papier)
wordt hier aangehaald, een onderwerp
dat in het volgende hoofdstuk uitgebrei-
der aan bod komt (Systemen voor
kleurmanagement)Bij de kleuroutput
wordt verder ook aandacht besteed aan
onder andere de technische aspecten van
de verscheidene outputmogelijkheden
(klassieke computerschermen, LCD-scher-
men, kleurenprinters, digitale bestanden
enz.).
In het voorlaatste hoofdstuk bespreken
de auteurs het principe van de kleuren-
schalen en kleurenpaletten. Deze zijn
verzamelingen van verschillende kleuren
teneinde het selecteren van kleuren te
vergemakkelijken, zo bestaat er een kleu-
renpalet specifiek ten behoeve van het
internet. Het laatste hoofdstuk zal door
de lezers waarschijnlijk het vaakst ge-
raadpleegd worden. Daarin worden im
mers tips gegeven voor een juist kleurge-
bruik zowel op scherm als op gedrukte
kaarten. Welke conventies bestaan er
rond kleurgebruik, wat zijn de perceptu-
ele en psychologische factoren die de
kleurkeuze bei'nvloeden en hoe maak je
het eindresultaat ook nog esthetisch ver-
antwoord? Op deze vragen wordt bon
dig en duidelijk een antwoord verschaft.
Door middel van enkele voorbeelden
wordt ten slotte aangetoond hoe door
middel van een goed doordachte kleur
keuze de communicatie aan de hand van
kaartmateriaal kan worden geoptimali-
seerd.
Na voorgaand inhoudelijk overzicht is
duidelijk dat de auteurs getracht hebben
alle aspecten van de kleurenleer die van
belang zijn voor de Gis-gebruiker te be
handelen. Dit gebeurt op een bondige en
duidelijke manier en bovendien is het
boek uitvoerig ge'illustreerd met kleurrij-
ke figuren. Er is ook een begeleidende
Website voorzien http:llkartoweb.itc.nU
colourmaar op het moment van schrij-
ven van deze recensie is daar jammer ge-
noeg geen verdere informatie terug te
vinden. Gelukkig vindt de ge'interesseer-
de lezer die zieh wil verdiepen in een be-
paald aspect van de kleurenleer in het
boek een lijst van interessante Websites
en een referentielijst van enkele stan-
daardwerken. Dit alles maakt van dit
boek een handig referentiewerk dat in de
smaak zal Valien bij zowel Studenten als
Gis-professionals.
Ch. Collard dr Ph. De Maeyer
Cartography: Visualization of
Geospatial Data
M.J. Kraak F.J. Ormeling
Pearson Education, 2003
205 pp. met 8 pp. kleurenillustraties,
ISBN o 130 88890 7
Visualization of Geospatial Data
De naam van dit boek klinkt bij velen
bekend in de oren. De succesvolle eerste
editie werd sterk geapprecieerd als intro-
duetie in de kartografie. Onder licht ge-
wijzigde naam, spatial data werd geospa
tial data, is recentelijk een tweede editie
uitgekomen. Dit is een herwerking van
de editie die in 1996 uitkwam en werd
uitgebreid met vier nieuwe en tijdelijke
hoofdstukken.
Met dit boek willen de auteurs voldoen-
de basiskennis doorgeven voor de pro-
duetie en het gebruik van effectieve visu-
alisaties van ruimtelijke informatie. Het
behandelt daarom concepten en technie-
ken van kartografie/geovisualisatie.
Omdat sinds de eerste editie het world
wide web en de verspreiding van ruimte
lijke informatie via dit kanaal nog sterk
in belang is toegenomen, besteedt deze
tweede editie meer aandacht aan de toe-
passingen en voorbeelden op het world
wide web.
De eerste acht hoofdstukken zijn gelijk-
lopend met de eerste editie. Het eerste
hoofdstuk gaat in op de plaats van de
kaart binnen gis, kaarten op het world
wide web en de relatie tussen geo-infor-
matie-infrastrueturen en kartografie. Het
tweede hoofdstuk bekijkt de inwinning
van ruimtelijke gegevens. Karakteristie-
ken van kaarten en Gis-toepassingen kö
rnen aan bod in de twee volgende delen,
waarna in het hoofdstuk 'Topography'
wordt ingegaan op de karakteristieken
van basiskaarten. Basiskennis in verband
met referentiesysteem, projectie, geome
trische transformaties, generalisatie en
reliefbeschrijving wordt doorgenomen.
Het zesde hoofdstuk bespreekt het kaart-
ontwerp waarbij enkele kartografische
basisregels worden aangehaald, vooral
ge'fnspireerd op het werk van Jacques
Bertin. Hoofdstuk zeven behandelt sta
tistische kartering met enerzijds de ana-
lyse en classificatie van gegevens en an-
derzijds de mogelijkheden tot visualisatie
van de gegevens. In hoofdstuk acht wor
den de functionaliteiten van Gis-pakket-
ten vergeleken met die van desktop
mapping pakketten en wordt er gekeken
naar het kartografisch productieproces.
De vier nieuwe hoofdstukken zijn vrij
beknopt maar geven een goede basis
over enkele actuele onderwerpen binnen
de kartografie, namelijk atlassen, karte-
ren van tijd, kaarten en het world wide
web en geovisualisatie.
Het laatste hoofdstuk bekijkt het toepas-
sen van kartografie.
De referenties op het einde van het boek
en de aanbevolen literatuur aan het einde
van ieder hoofdstuk werden aangepast.