Kaartlezen leer je op school. De legenda die je daar leert is enorm conformerend en hoort de rest van je leven tot de archetypen! Vergelijk ook Michiel van Eeten (in zijn boek 'Dialogues of the deaf, defining new agendas for environmental deadlocks1). Kaarten gaan over verhalen; het zijn cartografische vertellingen die beschrijvend zijn maar ook over ruimtelijke verantwoordelijkheden gaan (zoals het trekken van duidelijke grenzen). Beleidskaarten hebben dezelfde scope: perspectieven openend of grenzen trekkend. Let op: fictieve grenzen zitten ook in hoofden van mensen, zoals lands- of gemeentegrenzen maar al te vaak duidelijk maken... Er zijn ook 3 soorten ruimten bij het 'kaartlezen: topografische ruimte (geografische informatie), symbolische ruimte (vgl. het Groene Hart...), sociale ruimte (gericht op gebruik en beleving). Een (beleids)kaartenmaker is een mediator: hij/zij onderhandelt tussen de 'eerlijke' ondergrond en de 'politieke' bovenlaag. Polderen levert zelden een goede beleidskaart op. Als voorbeeld: in Noord-Brabant is een "lokale test" op het nieuwe streekplan uitgevoerd. Het thema Brabantstad op basis van het scenario "groei is goed voor de gemeente" leverde het volgende op: Breedburg wordt een nieuw stad, voortgekomen uit aaneengroeien van Breda en Tilburg, Welschap wordt 2e nationale luchthaven, elk dorp verdubbelt in omvang in het kader van leefbaar platteland, extra ruimte voor agrarische ontwikkeling. Conclusie 1: subsidiariteit is nuttig maar begrenzen is noodzakelijk; vooral de buitengemeenten profiteren; Conclusie 2: samenwerken bevordert stroperigheid. Taeke de Jong, TUD Bouwkunde, 26 november 2002 Introductie Prof. dr. ir. Taeke M. de Jong, TU-hoogleraar milieu planning en ecologie, promoveerde in 1978 op het proefschrift Milieudifferentiatie en Toegepast Onder zoek Milieudifferentiatie waarin de beschrijving en analyse van morfologische patronen een grote rol spelen. Taeke de Jong is onderzoeker en theoreticus. Zijn ge schreven productie sinds die tijd is enorm en behandelt een breed scala aan stedebouwkundige, milieu hygiënische en meta-onderwerpen. Hij aarzelt niet de discussie aan te gaan met studenten, bouwkun digen, filosofen of politici met soms sterk afwijkende meningen. Onderwijsprojecten die hij momenteel leidt zijn ondermeer: - Ways to research and study urban, architectural and technical design - Schaalgelede Stadsecologie voor ontwerpers - Schaalgelede effectanalyse van ontworpen interventies De verdere ontwikkeling van zijn 'spreidingskaarten' gaat hem na aan het hart, tevens reden voor zijn grote interesse in cartografie als middel om de werke lijkheid, onderzoeksresultaten en beleid over te dragen. Het interview Begin 1990: onderzoek naar de 'genetische' afdruk van kaarten kaartenmakers t.b.v. de Eo Wijersprijs- vraag "Het stromend stadsgewest" (met kaarten, variërend van 3 tot 80 verschillende legenda eenheden). Recent heeft hij een vergelijkend onderzoek uit gevoerd in het kader van Deltametropool naar zo'n 25 Randstadplannen. Uitsplitsen en vergelijkbaar maken van legenda bleek een groot probleem uiteindelijk zijn de plannen in vergelijkbare kaarten omgezet die 'genadeloos' de achterliggende motieven/ gedachtengangen verduidelijken. Hierop kwam dus veel kritiek: - eenzijdig cartografisch? Als het niet cartografisch vertaald kan worden moet je het niet vertrouwen... - beleidstekst omzetten in kaarten geeft arbitraire keuzen? Mogelijk, maar het is ook erg verhelde rend c.q. confronterend - detailverlies en aantasting karakter? Het gaat om de vergelijking, niet het plan zelf. Volgens de 'methode de Jong, de stippen- of sprei dingsmethode' is de leegte/volte voor de 4 perspec tieven Nederland 2030 (Palet etc) geanalyseerd. Het geïnvesteerd vermogen is reeds groot in Neder land en is via genormeerde bedragen (van 1 mld) 93 de legenda van nederland

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 2003 | | pagina 101