B. Discussie Na de pauze heeft elke inleider aantal stellingen en statements naar voren gebracht om de discussie te sturen en aan te jagen. De discussie werd vervolgens gevoerd aan de hand van 4 overkoepelende thema's over kaartondergron- den op nationaal/regionaal niveau die de stellingen bundelden. 1. over zin en onzin van standaardisatie: Welke eisen stellen aan de informatie-overdracht via kaarten 2. wat staat er op de kaart? Over schaalsprong en specifieke legenda op nationaal/regionaal niveau 3. hoe maken we de kaart? De 'vrije tekenhand' versus 'het GIS-stramien 4. en wie maakt de kaart Over nut en realiseerbaarheid van een 'rijkskaartpakket' en een onafhankelijke RKGD Statements uit de discussie Thema 1: standaardisatie en generalisatie Standaardisatie is nuttig en nodig. Opdracht voor queeste naar 'standaard ondergrond' is dus terecht. Standaardisatie heeft vooral zin in de analytisch- wetenschappelijke hoek, in de politiek-strategische hoek is dat veel minder het geval. Standaardisatie is nuttig mits de tolerantie wordt verhelderd. Je moet niet alles willen standaardiseren. Kosten van standaardisatie zijn immens; kies dus. Er is sprake van afnemend grensnut bij steeds verder gaande standaardisatie. Er moet ook onwerpvrijheid overblijven. Echte beleidskaarten zijn maatwerk. Contextuele standaardisatie is maximale haalbare (en dan nog alleen voor Nederland): dus standaar diseren binnen afspraken, bijvoorbeeld over niveaus en bereik(100-300-1000), over korrel. Het ITC onderzoekt momenteel de huidige standaar disatiepraktijk binnen de Topdienst, tracht deze te objectiveren. Resultaat wordt verwacht zomer 2003. Ook bij standaardisatie flexibiliteit inbouwen: standaardisatie is geen doel op zich (hetzelfde kaartbeeld) maar middel (uitwisselbaarheid). Dit geldt voor ondergronden maar helemaal voor de beleidslegenda. Thema 2: Wat moet er op de kaart? Hoe te handelen op rijksniveau? Hangt af van het soort beleidsuitspraak. Blauwe Pijl versus grens Groene Hart. PKB heeft dubbele status: verleiden en juridisch vastspijkeren. Een lijn kan dus heel precies zijn of een speelruimte van 10 km hebben. Moet uit de legenda duidelijk zijn. Het kan nog ingewikkelder: de effecten van de bundelingsstrategie kunnen verreikend zijn, de be grenzing is niet te geven maar is juridisch wel vereist. •Het gaat om symbolen versus topografisch determi nisme. Bij elke beleidsuitspraak hoort óók instrumentarium, toetsing en/of handhaving Koppel aan elke lijn een tolerantie-uitspraak Je hebt een sturingsfilosofie nodig die de tolerantie gaandeweg het plan- en besluitvormingsproces inperkt. Op kaarten moet dit duidelijk zijn. Richting, zoekgebied etc hoort in de beginfase, aanwijzing, begrenzing, locatie etc aan het einde. Sluit bij begrenzing van zoekgebieden altijd aan bij natuurlijke grenzen (bijv. waterberging hele polder aanwijzen) Thema 3: GIS als ontwerptool? Onderscheid tussen 'harde' GIS en 'vrij tekenen' is te scherp gesteld. Er is veel meer overlap. De echt vrije tekenhand is echter niet aanwezig binnen GIS. 101 de legenda van nederland (refererend aan: Linda 1, 5 en 6; Taeke 1, 2, 3, 6 en 7; Nico 2 en 3; DURP 1; NG 1 t/m 7) (refererend aan: Linda 4; Taeke 4, 5 en 8; Nico 1 en 2; DURP 2; NG 10 en 13) (refererend aan: Linda 2, 3 en 6; Nico 2; NG 8, 9, 11) (refererend aan: Linda 8; Nico 1; DURP 1 en 2; NG 11, 12 en 13)

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 2003 | | pagina 109