Hoofdstuk 2 - Alles dat relevant is
Een analysekader voor beleidskaarten
2.1 Een technische revolutie
In het eeuwenlange proces van de ontwikkeling van
de cartografie zijn er vele revolutionaire uitvindingen
geweest die het de cartografische discipline steeds
een stap verder brachten. Maar terwijl de inhoud van
de kaarten sterk veranderde en steeds beter de werke
lijkheid beschreef, veranderde de ambachtelijke pro
ductiewijze echter maar geleidelijk. Tot enige decennia
geleden was het normaal dat elke kaart in zijn geheel
en in één keer werd getekend, waarna van een der
gelijke eenmalige kaart eventueel reproductie kon
plaatsvinden. Het tekenen op verschillende films die
later tot één kaart konden worden samengevoegd
was al enige tijd gangbaar, maar om technische
reproductieredenen of om op een film over een vaste
ondergrond de analytische of ontwerpgegevens in te
tekenen. Met de digitalisering van de grafische tech
nieken (al gestart in de jaren 50, verder ontwikkeld
in de jaren 80, en met een explosieve groei in gebruik
sinds de jaren 90 van de vorige eeuw) heeft een revo
lutie in kaartechnisch opzicht plaatsgevonden. Kaarten
waren relatief zeldzaam in beleidsnota's.
Die periode is voorbij. Opeens
kan iedereen kaarten maken,
is vergroten of verkleinen van kaartbeelden technisch
geen enkel probleem meer (maar wordt het gene
raliseren of detailleren van de legenda's vaak
achterwege gelaten),
is het grafisch tekenen in lagen die eenvoudig aan
en uit te schakelen, zijn kinderspel geworden,
zijn de GIS-mogelijkheden voor analyse en in
toenemende mate voor ontwerp (koppeling van
'waarden' aan een geografische eenheid) groot
geworden,
concurreren de GIS-achtige benadering en de 'vrije
tekening' met elkaar voor het maken van (beleids)-
kaarten,
en is de chaos op cartografisch gebied door dit
alles fors groter geworden: er zijn te veel verschil
lende maar te weinig goede kaarten.
De opgave is om - gebruik makend van de bijna
onbeperkte mogelijkheden en de democratisering
van de kaart en het kaarten maken - weer een heldere
lijn ten behoeve van 'de goede kaart' aan te brengen.
Maar de enige, de enig juiste en altijd bruikbare
ondergrond voor een beleidskaart lijkt niet te bestaan.
Anderzijds is het niet nodig maar wel tijdrovend voor
elke beleidskaart een hierop toegesneden en unieke
ondergrond te tekenen. Een korte blik over de vele
(beleids)kaarten op nationaal en regionaal niveau
suggereert dat de variëteit aan cartografische middelen
onbegrensd is, en daarmee ook het aantal verschil
lende ondergronden dat denkbaar is. Ze zijn groot-
of kleinschalig. Er zijn kaarten met zeer rijke topogra
fische ondergronden met daarop een enkele beleids-
aanduiding en er zijn kaarten met nauwelijks een
topografische ondergrond en een rijke keur aan
beleidslegenda's. Er zijn kaarten waarbij het in één
oogopslag duidelijk is wat de boodschap is en er zijn
kaarten die langdurige bestudering vereisen voordat
alle geheimen onthuld zijn. Kaarten die bij de één
afschuw opwekken, hangen bij de ander als kunst
aan de muur.
Er zijn blijkbaar vele invloeden en variabelen die bij
het maken van een RO-beleidskaart een rol spelen.
Er is een verklarend model nodig om op een zinvolle
manier de analyse van de kwaliteiten (of het gebrek
daaraan) van bestaande RO-kaarten te kunnen uit
voeren en om vervolgens aanbevelingen te kunnen
doen voor 'een beter cartografisch gebruik van onder
gronden' voor toekomstige beleidskaarten. Daartoe
is een analysekader ontwikkeld (zie figuur 2.1) waarin
gepoogd is de belangrijkste variabelen m.b.t. het
ontwikkelen van beleidskaarten te beschrijven en in
hun onderlinge verband te plaatsen. Geen enkele
kaart namelijk staat op zichzelf, maar is een product
van zijn context en vindt daarin ook zijn bestaansreden.
W.
10
de legenda van nederland
\NY Y
Columbus kaart 1492