2.2 De kaart in zijn context, een analysekader 2.2.1 De kaart als product Als context van een (beleids)kaart kunnen we twee specifieke omgevingen onderscheiden: de beleids omgeving die verantwoordelijk is voor de te behande len onderwerpen op de kaart (hier 'probleem analyse en doel' genaamd omdat we redeneren vanuit de kaartenmaker) en de technische omgeving ('vakgebied' genaamd) waar vakkundigheid en de technische (re)productiemogelijk-heden zijn ondergebracht. Het werkproces naar een beleidskaart kan omschreven worden als de wisselwerking tussen beleidsomgeving en vakinhoud. In dit proces wisselt het accent van de cartografische werkzaamheden: 1 beleidsomgeving vakgebied beleids in beeld brengen opgave verzamelen en karteren relevante voorbereiding informatie beleids boodschap begrijpelijk maken selecteren van de (kaart)- presentatie voor de doelgroep informatie die nodig is voor de beleidsboodschap Veel van de RO-processen op landelijk of landsdelig niveau starten met een brede verkenning. Gaandeweg het proces worden in de wisselwerking tussen voor bereiding en besluitvorming de keuzemogelijkheden verder ingeperkt. Hiermee veranderen ook de rol en de aard van de kaart en daarmee de kaartonder- grond. Bij de beleidsvoorbereidingsfase horen ken merken zoals analytisch, op onderbouwing gericht en gaat het om relevante volledigheid. In de beleids presentatie zijn de kenmerken aansprekendheid, gerichtheid op oriëntatie en gaat het om de kunst van het weglaten. Bij dit laatste kunnen zowel inhoudelijke als esthetische argumenten een rol spelen. Wel is het zo dat het nu gemaakte onderscheid enigszins gefor ceerd is. Het gaat vooral om accentverschillen. Daarnaast speelt een rol of cartograaf en beleids- voorbereider één en dezelfde persoon is, samen in een team werken of dat de cartograaf in opdracht van een beleidsvoorbereider werkt. Betekenislagen in een beleidskaart In beleidskaarten voor de ruimtelijke ordening op nationale of regionale schaal kunnen in het algemeen twee of drie 'betekenislagen' onderscheiden worden die nodig zijn om de kaartboodschap over te brengen. Zie figuur 2.1 Bovenop ligt de beleidslaagwaarin de keuzen en politieke uitspraken zijn opgenomen (in de vorm van ge- en verboden, gewenste richtingen e.d.) waaraan het scala van uitvoeringsinstrumentarium (financieel, juridisch e.d.) gekoppeld kan worden. Bijvoorbeeld in de vorm van 'nieuwe woonlocaties', 'bundelingsgebieden', 'waardevolle cultuurland schappen' of 'achterlandverbindingen'. De bood schap dus. Onderop vinden we de ondergrond met zuiver geografische informatie die dient ter topografische ondersteuning of verankering van de elementen uit de beleidslaag. Deze ondergrond kan 'rijk' aan legenda-eenheden en detaillering zijn, maar vaak wordt ook een uiterst minimale contour in de onder grond gebruikt, louter voor een globale geogra fische verankering. Indien zo'n contour verwerkt kan worden in een legenda-eenheid uit de beleids- laag (wat met de EHS het geval kan zijn omdat topografische grenzen vaak samenvallen met beleidsgrenzen), is zelfs geen aparte ondergrond meer te onderscheiden. Kortom, zelfs op dezelfde schaal is een rijke variëteit aan ondergronden denkbaar en worden momenteel ook gebruikt. De kaarten op de volgende pagina's (zoals de figuren 2.2a, b en c) geven hiervan een beeld. Tussen ondergrond en beleidslaag valt vaak, maar niet altijd, ook nog een intermediaire laag te onder scheiden, een laag waarin aan van oorsprong zuiver geografische eenheden een bepaalde speci fieke betekenis is toegekend. Het gaat vaak om waarderingen (bijvoorbeeld in ecologische of economische zin) of om analytische gegevens (drooglegging, draagkracht van de bodem e.d.). Een scherp onderscheid tussen de intermediaire laag en de ondergrond is vaak niet aan te brengen. De beide lagen gezamenlijk vormen in het analyse kader 'de ondergrond' die zowel het topografische substraat als de topografische onderbouwing vor men voor de informatie in de beleidslaag. de legenda van nederland

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 2003 | | pagina 19