vermenigvuldigd en verspreid goot worden, speelt
ook de te gebruiken reproductietechniek een rol in
de vormgeving van kaarten. Een kaart die ook als
kopietje via een kopieermachine nog leesbaar moet
blijven, biedt wat betreft detaillering en opbouw van
lagen en legenda beduidend minder mogelijkheden
dan een kaart die als vierkleuren drukwerk zal worden
gereproduceerd. De laatste biedt zeker bij grein en
kleur(verloop) ongekend subtiele mogelijkheden.
Dit aldus kort geduide, eenvoudige analyseschema
dient twee doelen.
Enerzijds komt het van pas om de reeds bestaande
kaarten die in het kader van dit onderzoek geanaly
seerd zullen worden, te positioneren in het 'externe
krachtenveld' van techniek en beleid. Dit onderzoek
wordt overigens vooral toegespitst op de wisselwerking
tussen (de legenda's van) beleidsboodschap, eventuele
intermediaire laag en de ondergrond, en welke speci
fieke eisen met name aan de laatste gesteld kunnen
worden. Delen van het schema zullen in die zin op
de achtergrond blijven.
Anderzijds is het ook een simpel maar effectief hulp
middel voor de kaartenmaker in de praktijk, zodat hij
regelmatig kan nagaan in welk stadium van het proces
en in welk krachtenveld zijn opdracht zich beweegt
en welke eisen daaruit kunnen voortvloeien aan zijn
te leveren cartografisch product.
De rol van kaarten in de besluitvorming
Linda Carton verricht op de faculteit bestuurs
kunde van de TU Delft een promotie-onder
zoek naar nut en de wijze van gebruik van be-
leidskaarten in bestuurlijke besluitvormings
processen. Planologie in Nederland - en zeker
de nationale ruimtelijke planning - moet
getypeerd worden als 'consensusplanning'.
Kaarten spelen in het proces van 'werken aan
consensus' een grote rol. Haar onderzoek dat
in 2004 zal worden gepubliceerd richt zich met
name op de beleidscontext van de cartografie.
In het omgaan met kaarten onderscheidt zij
een vijftal benaderingswijzen in het omgaan
met kaarten, die van invloed zijn op de te
maken keuzen bij de inhoud, de vormgeving
en het gebruik van kaarten in bestuurlijke
processen:
1. Analytisch (d.w.z. rationeel onderzoekend
modellerend).
De (technische) specialistenhouding, d.w.z.
probleemontrafelend, kwantificerend, relatie-
beschrijvend, onderscheid naar oorzaak en
gevolg etc. Duidelijke begrenzingen en duide
lijke argumenten staan centraal. De kaart als
'kernmodel'.
2. Ontwerpend d.w.z. creatief zoekend naar
oplossingen, aangeven van veranderingen)
De kaart als communicatiemiddel, op zoek
naar waardevolle relaties en belevingen en/of
op zoek naar kwaliteit door het aanbrengen
van veranderingen die een probleem oplossen
of aan een vraag voldoen. Het is de grondhou
ding van ontwerpers als stedebouwers en land
schapsarchitecten. De kaart als 'maakmodel'
3. Bestuurlijk I: argumenterend claimend)
De kaart als middel om claims op tafel te
krijgen. Aan het begin van het proces vaak
(mede) als onderhandelingsinzet; aan het einde
politiek (en soms juridisch) beslissend en van
harde voorwaarden en sancties voorzien. De
kaart van belangengroepen en bestuurders.
4. Bestuurlijk II: strategisch, functionele
ambiguïteit (vaag blijven
Kaarten die vooral gebruikt worden om eerste
richtingen uit te zetten en al cirkelend en trech
terend de (verborgen) agenda's meer wat meer
op een lijn te krijgen. Deze kaarten zijn nooit
eindkaarten, maar worden altijd opgevolgd door
nieuw onderzoek, nadere afspraken en verdere
uitwerkingen. Groot risico is dat dergelijke
kaarten als snel meer 'verraden' dan de
bedoeling is. veel bestuurders werken daarom
liever zonder kaarten of alleen op basis van
schetsen zonder topografische ondergrond.
5. Bestuurlijk III: open onderhandelend
(mediation)
Het idealistische maar soms naïeve zusje van
de voorgaande kaart. Kaarten die leiden tot een
open gesprek, het verkennen van zinvolle
alternatieven, een open afweging en tot
bestuurlijk optimale oplossingen. De kaart als
voertuig voor de interactieve beleidsvorming.
Kader 2.3 Kaarten in de besluitvorming
16
de legenda van nederland