k12\ eende Sr B os cli hoven In ondergronden van kleinschalige beleidskaarten speelt bij de selectie van al dan niet af te beelden steden overigens niet alleen het inwonertal een rol, maar ook de functie van de stad (wel of niet provincie hoofdstad), de nabijheid van 'overstralende' grotere steden en zelfs de lengte van de politieke tenen van bestuurders. Om dit soort redenen staat Assen wel altijd op een landskaart en Delft vaak niet. En om de leegte wat te vullen mogen Delfzijl, Den Helder en Zierikzee ook vaak meedoen. Cartografisch zijn de problemen met geografische begrenzing en generalisatie bij schaalsprongen nog lang niet opgelost, hoezeer deze activiteit - zeker bij de Topografische Dienst - zoveel mogelijk in strakke regels is vastgelegd. Om met Nico Bakker te spreken: volledige automatische generalisatie is (nog) niet mogelijk, maar zal waarschijnlijk ook nooit 100% lukken, omdat dit ook afhankelijk is van het doel van de kaart én van subjectieve keuzen. Voor de huidige verschaling van kaarten (10, 25, 50, 100 en 250) worden binnen de topografische dienst, vanwege de uniformiteit binnen een kaartenserie, zeer strakke generalisatieafspraken gehanteerd. Maar geef 10 catografen van de dienst de opdracht dezelfde 3.4 Verschaling en generalisatie 10.000 naar een 50.000 terug te brengen, dan is geen van de kaarten volledig gelijk. Zouden de regels wel 100% sluitend zijn, dan was automatische gene ralisatie een fluitje van een cent Voor digitale vereenvoudiging van bijvoorbeeld hoog telijnen bestaat al een algoritme. Bij vlakken bestaat de keuze uit weglaten, samenvoegen en/of vereen voudigen. Bij lijnen (zoals infrastructuur) gaat het om weglaten (als er vooraf een hiërarchie is ingebracht), verbreden en er voor zorgen dat ze naast in plaats van over elkaar komen te liggen. In 90% van de ge vallen lukt dit wel, bij 10 procent is een ingreep van de cartograaf nodig. Het grootste probleem is echter dat men per afzonderlijke laag (gebouwen, wegen, water) nog een heel eind komt met automatische generalisaties, maar dat er de meest vreemde dingen gebeurd blijken te zijn zodra de lagen weer over elkaar worden gelegd. De vele honderden lagen en de ingewikkelde hiërarchie in een topografische kaart maken het volgens Nico Bakker niet mogelijk op afzienbare termijn hiervoor überhaupt een sluitend generalisatiesysteem te ontwikkelen. Bij het verschalen van groot- naar kleinschalige kaarten is dus ook in het digitale tijdperk nog veel cartografisch handwerk vereist. 25 de legenda van nederland 'n akkers ehtiftiie Kooibfot Leenderstrijp Lsenders Mid tl Leende 3 x 4 kilometer schaal 1 25.000 Topografische Dienst Leende 3 x 4 kilometer schaal 1 50.000 Topografische Dienst Leende 3 x 4 kilometer schaal 1 100.000 Topografische Dienst Leende 3 x 4 kilometer schaal 1 250.000 Topografische Dienst

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 2003 | | pagina 33