3.5 Vijfde beschouwing: Kaartmaker en kaartlezer, een eindeloze dialoog Een kaartenmaker doet allerlei keuzen die herleidbaar zijn op inhoudelijke en tekentechnische aspecten maar geeft ook, bij wijze van spreken bij elke lijn die hij zet, een persoonlijke interpretatie van de werkelijkheid. De kaartlezer is hiervan niet op de hoogte. Hij is ge bonden aan allerlei conventies, die bijvoorbeeld al met school-kaarten zijn ingeprent, en aan zijn verwach tingen. In dit spanningsveld ontstaan kaarten en spelen hun rol. 3.5.1 De cartograaf als mytholoog? Zodra een kaartenmaker een lijn op papier zet (of een GIS-eenheidje selecteert) maakt hij al een arbitraire keuze: aan de ene kant is wel iets, aan de andere kant juist niet. Een keuze die juist door die lijn geëxpli citeerd wordt. Zolang het om fysiek helder te onder scheiden grenzen gaat, zullen weinig mensen moeite hebben met zo'n lijn. Een oeverlijn is helder, evenals de rand van het bos of de wand van een gebouw. Lastiger wordt het als sprake is van gradiënten. Waar houdt het zand op en wordt klei? Is een wad water of zand? Waar houdt het buitengebied op en begint de stad? Degelijke vragen gekoppeld aan de vereen voudigingen en weglatingen die noodzakelijk zijn bij generalisatie bij hogere schalen leiden onvermijdelijk tot lastige keuzen en interpretaties die de werkelijkheid (bewust of onbewust, gewild of ongewild) geweld aan doen. Een duidelijk voorbeeld op nationale schaal is 'de mythe' van het Groene Hart. Op een 'standaard' 1:500.000 kaart lijkt het gebied dat door de rand stedelijke agglomeraties wordt ingesloten inderdaad leeg en groen, maar de schijn bedriegt. De woon- en bebouwingsdichtheid van het gebied binnen de offi ciële Groene Hartgrens komen overeen met het gemid delde van Nederland (dus inclusief alle stedelijke gebieden). De zogeheten 'stippenkaarten' van Taeke de Jong maken dit genadeloos duidelijk. De cartograaf is mede 'schuldig' aan deze mythevorming. Door de noodzakelijke generalisaties zijn alle losse bebouwing en vooral de vele linten 'van de kaart gevallen' en resteren in dit vroeger 30 kaartmaker 1 kaart 1 kaartlezer 1 wil een beleidsboodschap dit leidt tot een kaart neemt de kaart waar overbrengen doet keuzen op basis van de legenda-eenheden op zich en intepreteert deze op protocollen (als-dan) hebben betekenis, maar ook basis van normen (NEN 3610) hun onderlinge verhouding conventies conventies (bos is groen) wat betreft beschikbare informatie korrel preconcepties technische mogelijkheden informatiedichtheid kleurgebruik en intensiteit kennis van de materie persoonlijke voorkeuren beleidscontext inhoud van de beleidsboodschap daarbij rekening houdend met en interpreteert en de doelgroep waardeert deze op basis van zijn rol beperkt toegankelijke en zeer natte gebied alleen de weinige stedelijke 'klonten'. Verder wordt intensief agrarisch gebruik, zoals de bomen en potplantenteelt in de centrale driehoek tussen Gouda, Alphen en Bodegraven, zelden onderscheiden van het gras of akkerland, terwijl verharding en bebouwing daar tegenwoordig niet onderdoen voor het Westland. Het Groene Hart is niet één groot, aaneengesloten open gebied tussen de verstedelijkte randstadring, maar bestaat uit een aantal deelgebieden die qua intensiteit en beleving fors van elkaar verschillen. Vrij naar Han Lörzing (1995): "Wie de eenheid van het Groene Hart wil ervaren moet naar nationale en provinciale beleidskaarten kijken en niet naar buiten." (Zie hiervoor ook het zeer lezenswaardige 5e hoofdstuk "A meta phor, some fiction and the map" over het Groene Hart planningconcept in "Dialogues of the deaf: defining new agendas for environmental deadlocks" door Michel van Eeten, 1999). 3.5.2 De kaartlezer: gevangene van conventies? Maar ook kaartlezers zijn nauwelijks in staat om de (vaak onvermijdelijke) simplificaties van cartografen te doorgronden. Om te beginnen lukt het meeste kaartlezers nauwelijks de conventies te doorbreken die men op de lagere school bij het 'leren kaartlezen' de legenda van nederland (groen is bos) (bos is natuur) (druk, repro, GIS, freehand, stiften) (liever appelgroen dan olijfgroen) (bos is belangrijk)

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 2003 | | pagina 38