Hl Hl Éz 1' I I Stippen- of spreidingskaarten Om de valkuilen van de standaardkaarten (waarop alleen harde grenzen als wel/geen bebouwd gebied gehanteerd worden) en de problemen bij de verschaling ervan te voorkomen heeft professor Taeke de Jong (Bouwkunde, TU Delft) de methode van de zogeheten 'spreidingskaarten' ontwikkeld, die een beeld geven van het relatieve voorkomen van topo- of geografische fenomenen, gerelateerd aan een gegeven kaartschaal. Bewoningsdichtheid wordt dan niet meer afgelezen aan arbitraire stadsgrenzen of aan gemiddelde dicht heden per gemeentegebied (zoals choreopleten die volstrekt los raken van de topografische ondergrond) maar aan de feitelijke weergave van de (geaggregeerde) dichtheid. Je trekt bijvoorbeeld op de kaart open cirkels met een dunne rand (0,2 mm dik) die afhankelijk van de schaal bijvoorbeeld steeds 500, of 1000, of 10.000 inwoners omvatten. Heel veel kleine cirkeltjes dicht bovenop elkaar betekent zeer dicht bewoond gebied, hele grote cirkels betekenen 'dunbewoond'. Het beeld van (de verschillende delen van) het Groene Hart, een Gelderse Vallei en van noordoost Groningen wordt opeens heel anders dan een standaard kaart suggereert. Met bebouwing (al of niet inclusief verharding) valt hetzelfde te doen: zodra 100, 1000 of 10.000 m2 dak en/of verharding bijeen kan worden gebracht wordt een cirkel gezet. Het Westland (95% bebouwd/verhard) scoort dan veel hoger veel meer kleine cirkeltjes) dan Den Haag zuidwest (35% bebouwd/verhard= 3x grotere cirkels) of Den Haag centrum (80%). Het buitengebied van de Gelderse Vallei (9%-cirkels) is veel dichter becirkeld dan Groningen (0,1%), etc. Zeer RO-relevant, ook nog geografisch verantwoord zonder in de 'dichotome valkuil' te vallen. Volgens de Jong zouden dergelijke relatieve kaarten tegemoet kunnen komen aan de wens van bijvoorbeeld Dirk Sijmons om mede t.b.v. de lagenbenadering eens een 100% RO-relevante ondergrond in handen te krijgen. Wat kan een dergelijke benadering inhouden voor de weergave van natuur? of van landschappen? Stippenkaarten kunnen dus een waardevolle (want ook relativerende) aanvulling vormen op morfologische en topografische kaarten. Het idee ligt er, voor de uitvoering ervan moet nog veel werk verzet worden. Density of Paris. London and Deltametropolis Kader 3.9 De kartografische methode van Taeke de Jong 31 Stippenkaarten zijn superieur, dichtheid in vlakken weergeven is misleiding, omdat een arbitraire korrellocatie, -vorm en grootte het beeld bepaalt. Schaalparadox Korrelgrootte variëren binnen of tussen tekeningen is misleiding. spreidingstoestanden korrel verschil #0 legenda zwart, wit, o2oo2o gelijkheid 0*00*0 dan geen grijs. deconcentratie 4 concentratie zes keer dezelfde dichtheid de legenda van nederland Succession of sprawl Big cities around the Green Heart 100 000 inh. dispersed 100 000 inh. within 3km radius 1mln. inh. within 10km radius 10mln. inh. within 30km radius <100 000 inh. within 10km radius <1mln. inh. within30km radius manipulatie van korrellocatie, korrelvorm, korrelgrootte random gradiënt opéénhoping patroon bimodaal langwerpig

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 2003 | | pagina 39