Hoofdstuk 4
Beleidskaarten onder de loep
4.1 Ondergronden;
twee rijksbasiskaarten tegen het licht
In 1994 werd de "Witsenkaart" gepresenteerd door
de toenmalige RPD. Het was een afscheidscadeau
aan/van de scheidende directeur de heer Witsen.
De bedoeling van de kaart was om planologen en
ruimtelijk ordenaars op rijks- en regionaal niveau van
een breed toepasbare kaartondergrond te voorzien
als alternatief voor de te gedetailleerde topografische
kaarten (zie figuur 4.1.).
De Witsenkaart kan gezien worden als een poging
om heel Nederland in drie 'landschappen' te vangen:
het agrarisch, het stedelijk en het natuurlandschap.
Het natuurlandschap heeft een legenda die voorna
melijk op de verschijningsvorm betrekking heeft ("getij
dewateren", "uiterwaarden", "bos"); het agrarisch
landschap is deels functioneel, deels morfologisch
aangeduid ("weiland, nat" enerzijds en "bollenvelden"
anderzijds). Het stedelijk landschap is ook met een
mengvorm van functionele en morfologische legenda
eenheden aangeduid. Daarnaast is het gemengde
stedelijk gebied onderscheiden in historische schillen,
waaruit de groei van de steden kan worden afgeleid
en die een indicatie geven van de stedelijke milieutypen
("oude stadswijken" "stadswijken van na 1970").
Infrastructuur is in dunne lijnen aangegeven. Hiermee
vormt deze kaart een uitzondering op de meeste
andere kaarten op deze schaal, waar vooral de auto
snelwegen het kaartbeeld domineren. Watergangen,
lintbebouwing, onderliggend wegennet en de per-
ceelprecieze aanduidingen van agrarisch- en natuur
landschap dragen bij aan een zeer gedetailleerd
kaartbeeld. Het nagenoeg wegvallen van de (ver
snipperende) infrastructuur geeft een arcadische
indruk, nog versterkt door de aan de conventie gebon
den legendakleuren (groen is bos, lichtgroen betekent
weiland en rood is stad) en doordat het veel meer
door roze en bruintinten (akkerland) gedomineerde
Belgische en Duitse landschap Nederland omringt.
34
4.1 De Witsenkaart
de legenda van nederland